zondag 22 oktober 2023

Alabama Hills, Sequoia NM, Pinnacles, de kust en terug naar huis.

Slotakkoord

De reis zit er bijna op. Vaak zeiden we tegen elkaar: nou, als we over de helft zijn, dán gaat het snel. Of: die laatste twee weken, díe gaan snel joh!
Welnu, beste lezer, waar het blog dadelijk mee begint, daar waren we op 21 september. En Sequoia National Forest? 24 september. En de rest van deze reis? De laatste week van september en de eerste twee dagen van oktober. 

We zijn thuis en schrijven dit blog in ons studiootje, met zicht op de merel die de overgebleven druiven van de struik plukt en de 14 huismussen die binnen anderhalve dag de feeder leegeten en de koolmezen en pimpelmezen nauwelijks ruimte geven. Zij zijn ook blij dat we weer thuis zijn! Het is fijn om iedereen weer te zien en daarnaast is het ook weer wennen! De eerste week thuis hebben we meer regen gehad dan het afgelopen half jaar tijdens onze reis. Voor nu: in gedachten terug naar de VS.

Alabama Hills

Vlak buiten het dorpje Lone Pine staan we op de enige camping die het gebied rijk is. Eerder die dag hebben we een koffietje gescoord in het op papier veelbelovende Totem Café. Viel in praktijk een beetje tegen, vooral omdat we niet op het terras mochten zitten: dat was voor gasten die (ook) kwamen eten.

Verder is er over Lone Pine zelf niet veel te vertellen, behalve dan dat de boodschappen er de aller, aller, aller, allerduurste waren van het afgelopen half jaar. Hoewel we heel wat dollars betaald hebben voor onze inkopen, was het hier absoluut de over treffendste trap. Twee voorbeelden. Brood? $ 10,50, elders $ 3,50 - $ 4,50. Avocado? $ 2,- (normaal $ 0,79).

Maar goed, we kwamen niet voor dit shopping extravaganza, maar om een steelse blik te kunnen werpen op Mt Whitney, met 4421m de hoogste berg van de VS (buiten Alaska en Hawaii) en voor de wondere wereld van de Alabama Hills.

Alabama Hills
Alabama Hills

Opnieuw komen we terecht in een wereld waar Moeder Natuur zich duidelijk in een speeltuin waande. De erosie van het graniet lijkt hier en daar op wat we in Sardinië hebben gezien, maar zoals zo vaak is het hier in de VS meer en groter. Natuurlijke bruggen, afgeronde vormen, torens en torentjes, het kan niet op. Videootje natuurlijk: klik!


Moebius Arch

Moebius Arch




Mycenastrum

Bij een inhammetje lezen we op een info-bordje dat in deze omgeving in de vorige eeuw een heuse speelfilm is opgenomen:

Gunga Din
We hebben de jaren '30 blockbuster Gunga Din nog niet gezien, maar dat gaan we zeker doen: het schijnt een nog-niet-eens-zo-slechte film te zijn met o.a. Gary Grant in een van de hoofdrollen. De koloniale nostalgie zal er ongetwijfeld vanaf druipen, maar misschien is de film wel net zo fout-leuk als de serie "Oh moeder, wat is het heet" (Shut up!!).

Mount Whitney

Onze wandel-app liet aan het eind van de Whitney Portal Road verschillende wandelmogelijkheden zien. Leek leuk, opnieuw de hoogte in, starten vanaf 2600m. Wij er naar toe, slingerdeslinger, opnieuw door de Alabama Hills. Ja zeg, hartstikke koud en retesteil. We hadden de wandeling van de dag ervoor nog vet in de benen en er eigenlijk gewoon ff geen zin in. Boeien! Wij weer naar beneden, waar het warm was en de koffie snel gezet. 😇

Dus hierover geen stoere verhalen maar wel mooie plaatjes. En weer mazzel: vanwege een wegafsluiting kwamen we vanaf een andere kant de Alabama Hills binnen en dat wás toch mooi: klik!

Mount Whitney, rechts van het midden


Rabbitbrush (Chrysothamnus)


Alabama Hills bij Turtle Creek Road.
Hier kwamen we alleen omdat de Whitney Portal deels afgesloten was. Mazzel!


Sequoia National Monument

Ten zuiden van Lone Pine overnachten we tussen de lavabrokken van Fossil Falls campground en duiken dan naar het westen, de Sierra Nevada in.


Fossil Falls campground, wat weer een drukte!😂

En dat duiken doen we niet zomaar! Vijf jaar geleden zijn we in Sequoia / Kings Canyon geweest en hebben daar met open mond van de in alle opzichten reusachtige Giant Sequioas genoten. Wat een bomen (klik!). 

Deze keer willen we naar het iets ten zuiden daarvan gelegen Sequoia National Monument, met ook hele grote bomen en waarschijnlijk net even minder mensen 😊. De weg daar naar toe gaat via de Nine Mile Canyon Road, klinkt leuk, dan naar de Trail of the 100 Giants (de bomen dus) en vervolgens naar Dome Rock en Needles Point Lookout.

Dit is allemaal te bereiken vanaf één van de twee campings die in de buurt liggen. Ware het niet dat de ene camping een plak zand was in de bocht van de weg, willen we niet, en de andere een snikhete bedoening, zonder drinkwater, voor $ 34,- per dag, willen we ook niet.

Het had best wel tóch nog leuk en aardig kunnen zijn, ware het niet dat Hurricane Hilary in augustus van dit jaar verwoestend bezig was geweest. Her en der waren wegen afgesloten - voor ons betekende dit dat Needles Point onbereikbaar was en dat we voor Dome Rock een flink stuk heen en terug moesten karren. Willen we ook niet. Kortom: het bleef bij de Trail of the 100 Giants. Ook niet mis.

Uitdaging: zoek het mannetje

Het pad langs de 100 Giants was verhard en daardoor goed begaanbaar en bij een hoop mensen in trek. Op meerdere info-bordjes werden wetenswaardigheden beschreven, vaak nice to know: een Sequoia wortelt ondiep en kan wel 1800 liter water per dag drinken. Deze is ook aardig: wanneer in een bos een boom omvalt en dood gaat, wordt het hout door allerlei organismen afgebroken. Dat duurt een tijdje. Bij Sequoia's duurt dat langer, omdat ze een hoog gehalte aan tannines in zich dragen die als conserveermiddel optreden. In het bos van de 100 Giants is een boom onder de grond gevonden die daar al zo'n tienduizend jaar lag en nog steeds vrijwel onaangeroerd was.


En in het kader van de kleine en grote ergernissen: dit bord stond er bijna voor niks:



Vette scores!

Onderstaande foto is een goed voorbeeld van het gedoe dat je hebt, wanneer je niet in je eigen land bent en iets anders-dan-standaard wilt kopen. Bijvoorbeeld een muskietentent. Veel gezien in Canada en het noorden van de VS en niet voor niets: het houdt de prikkertjes weg, zodat je ook 's avonds nog buiten kunt zitten zonder doorzeefd te worden.
Overal te koop maar nergens te vinden, want: nooit op voorraad, wel leverbaar, maar alleen wanneer je een eigen adres hebt. Na een hoop gedoe uiteindelijk in Klamath Falls kunnen ophalen. En nu, op de fijne camping van California Hot Springs waar de vliegen het rustig recreëren tot een uitputtingsslag maakten, een gouden greep. Is dat even een vette score!

En wanneer we weer in Europa kamperen en de Aziatische tijgermug opdoemt, net zoals in 2022 in Italië (klik!), dan hebben wij alvast een mooi muggen-netje!

Vette score #1: muskietentent

En dan Porterville. Nuttige tussenstop voor overnachting en boodschappen. Vijf jaar geleden, stonden we hier ook al een keertje aan het meer. Niet een hele bijzondere camping hoor, gewoon lekker douchen en wat vogeltjes kijken. De ochtend van vertrek, we hadden bijna alles al ingepakt, kwam de buurvrouw vragen of we al ontbeten hadden, want zij hadden nog lekkers te geef. We hadden dus net al gegeten, ze pakte de vers bereide wraps in folie in en gaf ze aan ons mee. Ze was met pensioen en ze leefde vooral in haar SUV. We hebben haar onze propaanbrander gegeven, omdat we deze in Europa niet kunnen gebruiken en we nog maar een paar dagen hadden te gaan in de VS. Ze was er heel blij mee. Voor onszelf hadden we nog een reserve brander met tankje. De wrap met vulling was zowel calorierijk als erg lekker. Typisch een Amerikaans ontbijt. 

Vette score #2!


En dan tóch nog: Pinnacles NP

Vanwege een volle camping en gewijzigde plannen, hebben we helemaal aan het begin van deze reis het Pinnacles NP overgeslagen, met het idee om dit park later aan te doen, mochten we in de buurt komen. En ja hoor: we komen niet alleen in de buurt, we slapen zelfs op de gratis camping waar we tijdens het paasweekend verrast werden op een grote, drukke Mexicaans-Amerikaanse familie. Deze keer slapen we er twee nachten, waarvan de tweede nacht helemaal alleen! Heerlijk zeg!

Eikelspecht

Witborstboomklever

De Pinnacles zijn zo'n 23 miljoen jaar geleden gevormd door een reeks vulkaanuitbarstingen, 314 km naar het zuidoosten. De langzame beweging van de Pacifische plaat langs de San Andreas Fault brak het gesteente af en schoof de hele boel naar het noordwesten. Ondertussen werd het gevormde graniet door chemische erosie onder de grond aangepakt en ontstonden de pinnacles. "Normale" erosie heeft de bovenlaag verwijderd waardoor het gesteente nu te zien is.



In Pinnacles National Park





Condor

Eigenlijk dames en heren, was er vooraf maar één reden om naar de Pinnacles te gaan: we wilden heel, héél graag de Californische Condor zien, spanwijdte ongeveer 3 meter!!! In het wild uitgestorven in 1987 nadat alle wilde exemplaren (27 stuks slechts!) werden gevangen. Met deze dieren is een fokprogramma gestart en zijn ze succesvol op meerdere plaatsen uitgezet. De soort blijft echter ernstig bedreigd.

Een nét wat groter familielid van de Californische condor hebben we in Zuid-Amerika mogen bewonderen: de Andes-condor in Torres del Paine: klik! (bijna helemaal onderaan de pagina). 

We waren nog maar net met de auto in de Pinnacles onderweg toen we heel hoog twee enorme vogels zagen zweven. Eigenlijk té hoog om goed te kunnen identificeren, maar ze waren zó groot dat het alleen maar condors konden zijn. Wishful thinking?
Dan te voet verder. Rugzak op, verrekijker en camera binnen handbereik. High Peak Trail, 8 km door de woestenij van de Pinnacles. Een kleine 4 km verder hoorden we swoosh en keken omhoog. Moooooooi! Prachtige condors, nummers 92 en 26, goed te zien aan de vleugel-tags.

Californische condor (Gymnogyps californianus)




De rest van de dag hebben we precies nul condors gezien - blijkbaar waren we op het juiste moment op de juist plek.

Op de terugweg naar de camping kwam het regelmatig voor dat we als een dronkenlap over de weg reden: enorme spinnen kruisten onze wegen. Het is de Mexicaanse blonde vogelspin. Morgen toch maar extra goed onze schoenen uitkloppen, voordat je zo'n klont van 6 cm tussen je tenen voelt zitten.

Mexicaanse blonde vogelspin

Point Lobos en Pfeiffer Big Sur


We kunnen nog een stukje verder naar het westen: ten zuiden van Monterey (wie kent het nog van de Zorro-serie van vroeger?), ligt Point Lobos, een natuurgebied aan de woeste kust van de Grote Oceaan én een bekend vogelparadijs.
Nog geen minuut nadat we de auto hebben neergezet is het al raak: een mooie groep Heermann's meeuwen, die hadden we nog niet gezien! Verder zien we werkelijk honderden Bruine pelikanen, altijd een prachtig gezicht om die statig in de lucht voorbij te zien glijden.

We lopen een lange ronde in het gebied en wanneer we bij de auto terugkomen ligt er een prachtige zeeotter op redelijke foto-afstand in het water te chillen. Zeeotters hadden we in Olympic NP al eens gezien (klik!), maar dan van heel ver af.

Heermann's meeuw


Bruine pelikaan

Zeeotter in chill-modus

Op de foto hierboven zie je de otter op z'n rug liggen. Video, altijd leuk: klik!. Even later zien we er nog één, vlakbij de parkeerplaats. Nóg een video: klik!



De rots is wit van de vogelpoep.

De overige uitkijkpunten ten zuiden van Point Lobos bieden niet veel vermaak, dus rijden we door naar de voorlaatste camping van deze onvergetelijke reis, om, zo blijkt, er nóg iets onvergetelijks aan toe te voegen. Het houdt inderdaad nooit op.

We hebben een plekje gereserveerd op de camping van het Pfeiffer Big Sur State Park, waar verschillende groves met Redwoods staan. We hebben weer eens mazzel: we staan op een van de lussen op de camping die vól staan met Redwoods. Het is er prachtig: de bomen torenen boven ons uit. Heel bijzonder is ook dat het vol met klonen staat: bomen die, vaak in een grote cirkel, om een dode stronk staan: de moederboom waarvan de jongen op haar wortels zijn uitgeschoten. Het was wat te donker om een goede foto te maken, gelukkig wilde een video wel! Klik!

Terug naar het begin

We verlaten Big Sur op vrijdagochtend - maandag vliegen we terug en het weekend ervoor willen we alle spullen uitzoeken. Weggooien wat niet meer goed is, naar een inbrengwinkel brengen wat goed is en wat niet mee naar huis kan. We zijn van plan om de nacht van vrijdag op zaterdag opnieuw naar de camping te gaan waar we we de allereerste nacht in de VS hebben gestaan (klik!). Bizar genoeg blijkt de boel vol te zijn. Desgevraagd weet de aardige knul van de receptie een gebied waar volgens hem wel vaker gekampeerd wordt en daar gaan we naar toe.

Het is een schot in de roos. We kunnen bij de ingang van het Hunting Hollow State Park een plekje vinden. Netjes beschut, helaas dixie-WC's in plaatst van vault toilets, maar we mogen niet klagen. Op het parkeerterrein is een grote overkapping met twee picknicktafels, waarop we de volgende dag ondanks de miezelregen toch onze hele zooi kunnen uitstallen en sorteren. Het is wel met horten en stoten, want het is een geliefde plek voor wandelaars en fietsers uit de buurt. Om de haverklap worden we aan de praat gehouden door allerlei mensen die vriendelijk een praatje met ons beginnen. Tja en als we dan vertellen dat we al een half jaar in de VS en Canada zijn, dan beginnen de vragen pas echt los te komen. Wel heel gezellig!

Die zondag zij we de hele middag in Huddart Park, een mooie bosrijke omgeving op een half uurtje rijden van ons laatste hotel. Het is, naar goede gewoonte deze reis, prachtig weer en we kunnen heerlijk in de zon lunchen. Daarna is het tijd om het aluminium windschermpje dat Marleen voor onze branders heeft gemaakt aan de afvalbak toe te vertrouwen. Drie stuks, die het voor een totaalbedrag van € 1,56 een half jaar hebben uitgehouden. Daar kan de gemiddelde wegwerp-Amerikaan een puntje aan zuigen! Ter meerdere eer en glorie een korte video-impressie van deze geweldige constructie: klik!

En dan ... zit het er ineens op! We nemen in ons allerlaatste hotel een borrel en net als vaker de afgelopen dagen, zijn we ons er bewust van dat we hoogstwaarschijnlijk nooit meer naar VS of Canada gaan. In gedachten, maar ook hardop tegen elkaar, benoemen we hoe allemachtig prachtig deze reis was. Zo kijken we terug op een reis waarin we weer dingen hebben gezien die we niet voor mogelijk hadden gehouden en nemen afscheid van de enorme uitgestrektheid, het onvoorstelbare natuurschoon, de bomen, het wild, de enorme uitgestrekte campings en de lieve en aardige mensen die we hebben ontmoet.


Tot slot nog een mooie mededeling:

Het is 11 juli 2023. We hebben met Robin afgesproken dat we vandaag weer even zullen video-bellen. Altijd leuk om op deze manier de kinderen, andere familie of vrienden te zien en te spreken. Dit wordt echter een gesprek dat absoluut uniek in zijn soort is.

De telefoon gaat. Nietsvermoedend nemen we op en zien niet alleen Robin, maar ook haar vriend Douwe zitten. Gezellig! Marleen ruikt een samenzwering ....
Dan opeens komt het hoge woord eruit, in de vorm van een soort foto-shoot: drie fotootjes van een echo-onderzoek. Robin is zwanger! We worden opa en oma! Hoe mooi is dat!!!

Inmiddels zijn we maanden verder en gaat alles goed. We hebben de aanstaande moeder en vader al in de armen gehad en ook Jop, die oom Jop wordt, hebben we goed platgedrukt.
En daarmee komt nu écht een einde aan het blog van deze reis. We hebben al ideeën voor een volgend avontuur, maar de uitvoering daarvan gaat logischerwijs nog even op zich wachten. We melden ons weer!


zaterdag 14 oktober 2023

Mono Lake, Mammoth Lakes, Bristlecone pines.

Sierra Nevada - de aanloop

We zijn bijna rond. San Francisco is, hemelsbreed, maar een paar honderd kilometer van ons verwijderd. Gaan we lekker nog niet heen, want eerst rijden we min of meer naar het zuidoosten, buiten het naar verwachting drukke Lake Tahoe om, naar een camping aan Lake Washoe. Hier kunnen we douchen, in de buurt boodschappen doen en kijken hoe we de muis kunnen vangen die de afgelopen twee weken aan onze etenswaren heeft zitten knabbelen.

Marleen gaat ondersteboven...

"Nou zeg, ik ben gisteravond toch gevallen! Ik liep over de camping en het was pikdonker. Toen er een  auto aankwam ging ik in de berm lopen. Er bleek een klein stokje uit de grond te steken en ben daar toen overheen gestruikeld. Ik klapte voorover op de grond, bovenop mijn slechte knie en met vooral mijn rechterhand ving ik mezelf op. Daarna zaten er een aantal grindstenen in mijn hand en knie geboord en dat was erg pijnlijk, ook had ik mijn knie geschaafd en vooral een zere pols. Toen ik vanmorgen wakker werd deden mijn handen en vingers van beide handen pijn en van mijn rechterhand zijn de pols en spieren nog behoorlijk pijnlijk. Gelukkig gaat dat allemaal wel weer over en heb ik niks gebroken."

Update na twee dagen: Marleen is een bikkel en heeft geen last meer van de valpartij!

Tja, dan die muis! We hebben bijna de hele auto binnenstebuiten gekeerd, maar het prime suspect niet kunnen vinden. Het stuk ongeluk bevond zich blijkbaar in een minuscuul hoekje en wist zich aan onze blikken te onttrekken. Was het nu bij een eenmalige greep uit de muesli, of de pinda's, de avocado's, komkommer, appels, brood, rijstwafels, wasa-crackers, chips, of iets anders gebleven, dan hadden we de hand over het hart gestreken, maar het beestje had werkelijk aan alles zitten proeven en we zijn tenslotte geen hotel of restaurant...
We vertelden dit aan onze overburen op de camping en zij namen die middag voor ons een muizenval mee. Niet zo eentje van Dorus (klik!), maar een échte, onverbiddelijke, voor éénmalig gebruik ontworpen ding. Vreselijk apparaat, we voelen ons bij voorbaat al super schuldig!

De eerste nacht bleef de muizenval leeg, maar de volgende ochtend bleek het brokje brood (meergranen, van de Walmart) een te grote verleiding geweest te zijn. Het arme dier was morsdood, probleem opgelost maar we baalden tegelijkertijd ontzettend, want we vonden het ook verschrikkelijk zielig en bruut van ons.
Met respect, maar resoluut, hebben we val-met-muis in de afvalcontainer gedropt. End of story.

De Sierra Nevada dus 

Vijf jaar geleden hebben we aan de westzijde het bekende Yosemite en Sequoia bezocht (klik! en klik!). Deze keer gaan we naar de oostzijde, waar Marleen op onze kaarten en online een aantal mooie bestemmingen heeft gevonden. Hoog, oud, bizar. Kortom: leuk!

De bergketen loopt ruwweg noord-zuid door Californië. Wij beginnen op ruwweg een derde van boven en rijden zuidwaarts, waar we regelmatig afslaan omdat we, zoals het Klein Orkest dat zo mooi zegtsoms in het westen, soms ook in het oosten willen zijn.

Mono Lake

Matig weer, niet echt een zonnetje, niet windstil, geen idyllische ochtend en zéker niet alleen. Ziehier de setting van ons bezoek aan dit bizarre meer. Hans wist zich van een TV-uitzending iets te herinneren over zoutpilaren in een doods meer, met alleen miljoenen vliegen die zich op en rond het meer ophielden.

Mono lake


Tufa's



Grauwe franjepoot

Hoe dan? Mono Lake is een zout sodameer, waar neergeslagen kalk onder water, metershoge grillige torens, hebben gevormd. Zogenaamde tufa's. Tegenwoordig is het waterpeil een meter of 10 lager dan vroeger (Los Angeles heeft dorst), waardoor veel tufa's boven water zijn komen te staan. Doods is het meer allerminst: de uitzonderlijke chemie van het water zorgt voor een uitzonderlijk habitat: miljarden pekelkreeftjes voelen zich er bijzonder prettig. En waar pekelkreeftjes zijn, zijn vogels die zich aan de diertjes tegoed doen.

Misschien wel nóg vreemder zijn de enorme aantal alkali-vliegen die je overal ziet - aan de oevers lijken het gewoon zwarte tapijten van vliegjes.


Alkali-vliegen

Tot zover het papierwerk over Mono Lake. Tegelijk met ons werd een buslading zo te horen oost-Europese pubers over de paden uitgestort. Samen met die jongelui en de andere toeristen betekende dat drukte overal en zeg maar dag met je handje tegen Stay on Trail en PLEASE Don't climb the Tufa's

Adem in, adem uit ...

Mammoth Lakes

Onze camping bij Bishop

Kijk nou toch eens naar bovenstaande foto. Ziet dat er niet prachtig én rustig uit? Links vooraan, dat bruine ding, is een bear box. Daar moet, zowel 's nachts als wanneer je een dagje weg bent, alle etenswaren en drinkflessen maar ook "geurige" spullen als tandpasta, deo, zeep etc. in opgeborgen worden. Niet alleen tegen beren, maar ook wasberen en eekhoorns! Of alles in je auto is ook prima.

De stilte is van de foto op te lepelen, maar dat is schijn! Een paar plaatsen naast ons stonden twee vissers, jaar of 50 oud, schatten we. Wanneer ze op de camping waren, stond hun mond geen moment stil. Vanaf het moment dat de tent open ging tot diep in de avond werd er gekletst. Het ging echt alleen maar of vissen, over goede plekjes, over hengels, draad, vliegen, over grote en minder grote vangsten. Vonden we niet vervelend hoor, eerder ontzettend leuk dat die kerels zó bevlogen waren.


Jut en Jul en de wonderbaarlijke opstanding

Tijd om de tent in te pakken en verder te gaan. Haringen uit de grond, tent opvouwen, ongedierte wegvegen. Ligt daar plotseling een dode schorpioen! Geen moment aan gedacht dat die hier voorkwamen.

Hans pakte een stukje papier om de schorpioen weg te vegen en wat toen gebeurde: klik!

Noordelijke schorpioen

Na enigszins aandringen verstopte onze vervaarlijk vriend zich onder een steen en konden wij, nog wat nerveus lachend, verder met inpakken. Wetenswaardigheid: een steek van deze schorpioen zou vergelijkbaar zijn met een bijensteek. Toch mazzel gehad!

Mammoth Lakes

Ga bij Mono Lake een stukje naar het zuiden en dan rechtsaf naar Mammoth Lakes en voor je het weet zit je midden in een prachtig wandelgebied op zo'n 2900m hoogte, moet je behoorlijk zoeken naar een parkeerplaats (naast de weg parkeren is toegestaan, mits alle wielen van het asfalt af zijn) en is het verder alleen maar genieten. 's Winters is het een aardig skigebiedje, nu zijn het vooral mooie, door bergen omringde meertjes en een prima gelegenheid om de beentjes weer eens lekker te strekken.




Verwondering!

Arnica Latifolia

Mojove aster

Lupines latifolius


Devils Postpile
Vanuit Mammoth Lakes is het iets verder naar het westen en zo'n 500 m lager, naar een op de kaart volledig rechthoekig National Monument: Devils Postpile. We kwamen een foto van dit fenomeen ergens tegen en zetten het gelijk op onze must visit lijstje.

Lang geleden was er in dit gebied een vulkaanuitbarsting en vormde zich een lava-meer van zo'n honderd meter diep. Langzaam afkoelend stolde de lava en begonnen zich krimpscheuren te vormen. Uiteindelijk resulteerde dit proces in lange, zeshoekige basalten kolommen die gaandeweg door nieuw, zachter gesteente werden bedekt, tot een gletsjer de hele boel eens weg schraapte en de kolommen het daglicht konden aanschouwen en wij dus ook.

Devils Postpile



Devils postpile

Aardbevingen veroorzaken dat de kolommen afbreken en naar beneden vallen.

Soms steken ze schuin uit de grond!


Hartstikke mooi, maar het allermooiste moest nog komen. Dezelfde, of een andere gletsjer, dat weten we niet, schraapte over de kolommen heen en zorgde voor een reusachtige, vrijwel gladde "tegelvloer". We konden onze ogen niet geloven. Hier een video: klik!


Devils postpile
Zie je de gletsjerkrassen?

Tegelvloertje!

Een kilometer of wat verder in het NM bevinden zich twee watervallen: Upper en Lower Rainbow Falls. Altijd mooi en zoals we van nabij konden meemaken, voor sommige mensen wellustig voer voor Instagram ...


Upper Rainbow falls


Lower rainbow falls


Nog zo'n door een gletsjer netjes neergevlijd rotsblok!


Convict Lake

Tussen de afslag naar Mammoth Lakes en de camping met de gezellige vissers, zagen we naar het westen een prachtige bergketen. Die richting op was ook een andere afslag, naar Convict Lake. Onze digitale kaart liet een wandelpad én een route de bergen in zien: nieuwe dagwandeling was geboren!
Het werd al snel duidelijk dat (op zaterdag) deze omgeving voor meer mensen aantrekkelijk was. Vissers bevolkten zowel de oever als het water, wandelaars van divers pluimage waren op verharde en onverharde paden te vinden. Gelukkig gold hier wat voor veel gebieden in de VS geldt: er is zóveel ruimte, dat het bij lange na niet op de Hoge Veluwe op zondagmiddag lijkt! Zodra we het pad langs het meer verlieten en de hoogte ingingen kwamen we nauwelijks nog mensen tegen.

Convict lake



Cirsium arizonicum





Verder naar het zuiden dan maar. Via Bishop naar Big Pine, waar de afslag richting de White Mountains is. Daar kun je de auto boven de 3000m parkeren en dan te voet nóg hogere regionen bezoeken. Leek ons leuk, maar er kwam iets veel en veel mooiers op ons pad!

Weer een andere camping met opnieuw reusachtige plekken.
Dit gaan we in Europa nooit meer meemaken.


Ancient Bristlecone Pine Forest

De weg richting de White Mountains en het Pine Forest begon met een prima asfaltweg die ons snel een stuk hoger bracht. Het uitzicht richting het westen was fenomenaal: de lange bergketen van de Sierra Nevada strekte zich uit, zover we naar links en rechts konden kijken.


Sierra Nevada in de verte.


White mountains

We zitten in de regenschaduw van de Sierra: vochtige lucht vanuit de Grote Oceaan laat het meeste water achter op de oostflanken. Wat rest is droogte, wat verder naar het oosten nóg extremer wordt: daar ligt Death Valley, de uitgestrekte woestijn waar ook dit jaar weer recordtemperaturen werden gemeten: 55°C in juli.

Daarna kwam een heel lang, voor onze auto toch wat lastiger, stuk gravel. Binnen de kortste keren zat de hele buitenkant van de auto onder het stof, dat zó fijn was dat ook de binnenkant op een dunne laag getrakteerd werd. In de volgende video is daar een klein beetje van te zien én wordt ook een tip van de sluier van de rest van de dag opgelicht: klik!

Op een gegeven moment besloten we de laatste paar km maar te gaan lopen. Auto aan de kant, wandelstokken uitgeschoven en op pad ... nog geen 500m verderop begon het asfalt weer. Maar ja, we waren net die hele 500m naar beneden gelopen: omkeren was alleen emotioneel al onmogelijk. Stevig doorduwen dus, gelukkig op het laatst toch weer gravel, dus zijn we niet voor niets gaan lopen.

En dan: de dennen!

Het is ontzettend woest, droog en onherbergzaam. We zijn eerst in Patriarch Grove, later in Schulman Grove en we zijn compleet van de wap. We dachten dat we op deze reis alles wel zo'n beetje gezien hadden. Sukkels.

We zien bomen: Bristlecone pines, een dennenboom-soort, anders dan alle andere dennenbomen ter wereld. Ze zijn oud, onvoorstelbaar oud. Ouder dan alle andere bomen waarvan de loten geen kloon van een voorganger zijn. De oudste is ...

4855 jaar oud.




Oude Bristlecone Pine

Daar kun je je toch niets bij voorstellen? We waren er echt stil van. Die bomen hebben zóveel meegemaakt. De oudste bomen zijn niet de hoogste of de grootste: juist de kromme, in elkaar gedraaide, knoestige exemplaren, wat door de Amerikanen met het Duitse woord Krummholz wordt aangeduid, díe bereiken de hoogste leeftijden.





Deze bristlecone lijkt dood, maar is het niet.
Linksonder zie je nog één reepje bast en dat is voldoende
om in ieder geval een deel van de boom te laten doorgroeien.

Een triest verhaal: een Bristlecone die nóg ouder bleek te zijn, is halverwege jaren '60 omgezaagd. Een onderzoeker was bezig met een jaarring-monster te nemen, waarbij zijn instrument vast kwam te zitten. Een welwillende ranger heeft toen voorgesteld de boom om te zagen, wat ze samen hebben gedaan. Pas daarna kon de onderzoeker de jaarringen gaan tellen: toentertijd bijna 5000 jaar oud.

De reuring bij publicatie van dit verhaal was logischerwijs groot. Hoe triest dit voorval ook was, pas daarna kwam de beweging op gang om de bristlecones te beschermen en werden de verschillende groves onderdeel van de National Park Service.

We zagen aan de uiteinden van de dennentakken verschillende kleuren kegels. Een geweldig enthousiaste ranger legde ons uit hoe we het een en ander moesten duiden.

Een jonge vrouwelijke kegel

Volwassen kegels met rechtsboven wat flarden van een pollenkegel.
In de zomer worden wolken geel stuifmeel verspreid.

Zie je hoe dicht de jaarringen op elkaar zitten?!

Onder de indruk lopen we terug naar onze stofbak. Tijdens het rijden waait een klein gedeelte van de rommel wel van de auto af, de rest kunnen we op de camping weghalen. Ons volgende doel ligt verder naar het zuiden: Mt Whitney en de Alabama Hills!