zaterdag 14 oktober 2023

Mono Lake, Mammoth Lakes, Bristlecone pines.

Sierra Nevada - de aanloop

We zijn bijna rond. San Francisco is, hemelsbreed, maar een paar honderd kilometer van ons verwijderd. Gaan we lekker nog niet heen, want eerst rijden we min of meer naar het zuidoosten, buiten het naar verwachting drukke Lake Tahoe om, naar een camping aan Lake Washoe. Hier kunnen we douchen, in de buurt boodschappen doen en kijken hoe we de muis kunnen vangen die de afgelopen twee weken aan onze etenswaren heeft zitten knabbelen.

Marleen gaat ondersteboven...

"Nou zeg, ik ben gisteravond toch gevallen! Ik liep over de camping en het was pikdonker. Toen er een  auto aankwam ging ik in de berm lopen. Er bleek een klein stokje uit de grond te steken en ben daar toen overheen gestruikeld. Ik klapte voorover op de grond, bovenop mijn slechte knie en met vooral mijn rechterhand ving ik mezelf op. Daarna zaten er een aantal grindstenen in mijn hand en knie geboord en dat was erg pijnlijk, ook had ik mijn knie geschaafd en vooral een zere pols. Toen ik vanmorgen wakker werd deden mijn handen en vingers van beide handen pijn en van mijn rechterhand zijn de pols en spieren nog behoorlijk pijnlijk. Gelukkig gaat dat allemaal wel weer over en heb ik niks gebroken."

Update na twee dagen: Marleen is een bikkel en heeft geen last meer van de valpartij!

Tja, dan die muis! We hebben bijna de hele auto binnenstebuiten gekeerd, maar het prime suspect niet kunnen vinden. Het stuk ongeluk bevond zich blijkbaar in een minuscuul hoekje en wist zich aan onze blikken te onttrekken. Was het nu bij een eenmalige greep uit de muesli, of de pinda's, de avocado's, komkommer, appels, brood, rijstwafels, wasa-crackers, chips, of iets anders gebleven, dan hadden we de hand over het hart gestreken, maar het beestje had werkelijk aan alles zitten proeven en we zijn tenslotte geen hotel of restaurant...
We vertelden dit aan onze overburen op de camping en zij namen die middag voor ons een muizenval mee. Niet zo eentje van Dorus (klik!), maar een échte, onverbiddelijke, voor éénmalig gebruik ontworpen ding. Vreselijk apparaat, we voelen ons bij voorbaat al super schuldig!

De eerste nacht bleef de muizenval leeg, maar de volgende ochtend bleek het brokje brood (meergranen, van de Walmart) een te grote verleiding geweest te zijn. Het arme dier was morsdood, probleem opgelost maar we baalden tegelijkertijd ontzettend, want we vonden het ook verschrikkelijk zielig en bruut van ons.
Met respect, maar resoluut, hebben we val-met-muis in de afvalcontainer gedropt. End of story.

De Sierra Nevada dus 

Vijf jaar geleden hebben we aan de westzijde het bekende Yosemite en Sequoia bezocht (klik! en klik!). Deze keer gaan we naar de oostzijde, waar Marleen op onze kaarten en online een aantal mooie bestemmingen heeft gevonden. Hoog, oud, bizar. Kortom: leuk!

De bergketen loopt ruwweg noord-zuid door Californië. Wij beginnen op ruwweg een derde van boven en rijden zuidwaarts, waar we regelmatig afslaan omdat we, zoals het Klein Orkest dat zo mooi zegtsoms in het westen, soms ook in het oosten willen zijn.

Mono Lake

Matig weer, niet echt een zonnetje, niet windstil, geen idyllische ochtend en zéker niet alleen. Ziehier de setting van ons bezoek aan dit bizarre meer. Hans wist zich van een TV-uitzending iets te herinneren over zoutpilaren in een doods meer, met alleen miljoenen vliegen die zich op en rond het meer ophielden.

Mono lake


Tufa's



Grauwe franjepoot

Hoe dan? Mono Lake is een zout sodameer, waar neergeslagen kalk onder water, metershoge grillige torens, hebben gevormd. Zogenaamde tufa's. Tegenwoordig is het waterpeil een meter of 10 lager dan vroeger (Los Angeles heeft dorst), waardoor veel tufa's boven water zijn komen te staan. Doods is het meer allerminst: de uitzonderlijke chemie van het water zorgt voor een uitzonderlijk habitat: miljarden pekelkreeftjes voelen zich er bijzonder prettig. En waar pekelkreeftjes zijn, zijn vogels die zich aan de diertjes tegoed doen.

Misschien wel nóg vreemder zijn de enorme aantal alkali-vliegen die je overal ziet - aan de oevers lijken het gewoon zwarte tapijten van vliegjes.


Alkali-vliegen

Tot zover het papierwerk over Mono Lake. Tegelijk met ons werd een buslading zo te horen oost-Europese pubers over de paden uitgestort. Samen met die jongelui en de andere toeristen betekende dat drukte overal en zeg maar dag met je handje tegen Stay on Trail en PLEASE Don't climb the Tufa's

Adem in, adem uit ...

Mammoth Lakes

Onze camping bij Bishop

Kijk nou toch eens naar bovenstaande foto. Ziet dat er niet prachtig én rustig uit? Links vooraan, dat bruine ding, is een bear box. Daar moet, zowel 's nachts als wanneer je een dagje weg bent, alle etenswaren en drinkflessen maar ook "geurige" spullen als tandpasta, deo, zeep etc. in opgeborgen worden. Niet alleen tegen beren, maar ook wasberen en eekhoorns! Of alles in je auto is ook prima.

De stilte is van de foto op te lepelen, maar dat is schijn! Een paar plaatsen naast ons stonden twee vissers, jaar of 50 oud, schatten we. Wanneer ze op de camping waren, stond hun mond geen moment stil. Vanaf het moment dat de tent open ging tot diep in de avond werd er gekletst. Het ging echt alleen maar of vissen, over goede plekjes, over hengels, draad, vliegen, over grote en minder grote vangsten. Vonden we niet vervelend hoor, eerder ontzettend leuk dat die kerels zó bevlogen waren.


Jut en Jul en de wonderbaarlijke opstanding

Tijd om de tent in te pakken en verder te gaan. Haringen uit de grond, tent opvouwen, ongedierte wegvegen. Ligt daar plotseling een dode schorpioen! Geen moment aan gedacht dat die hier voorkwamen.

Hans pakte een stukje papier om de schorpioen weg te vegen en wat toen gebeurde: klik!

Noordelijke schorpioen

Na enigszins aandringen verstopte onze vervaarlijk vriend zich onder een steen en konden wij, nog wat nerveus lachend, verder met inpakken. Wetenswaardigheid: een steek van deze schorpioen zou vergelijkbaar zijn met een bijensteek. Toch mazzel gehad!

Mammoth Lakes

Ga bij Mono Lake een stukje naar het zuiden en dan rechtsaf naar Mammoth Lakes en voor je het weet zit je midden in een prachtig wandelgebied op zo'n 2900m hoogte, moet je behoorlijk zoeken naar een parkeerplaats (naast de weg parkeren is toegestaan, mits alle wielen van het asfalt af zijn) en is het verder alleen maar genieten. 's Winters is het een aardig skigebiedje, nu zijn het vooral mooie, door bergen omringde meertjes en een prima gelegenheid om de beentjes weer eens lekker te strekken.




Verwondering!

Arnica Latifolia

Mojove aster

Lupines latifolius


Devils Postpile
Vanuit Mammoth Lakes is het iets verder naar het westen en zo'n 500 m lager, naar een op de kaart volledig rechthoekig National Monument: Devils Postpile. We kwamen een foto van dit fenomeen ergens tegen en zetten het gelijk op onze must visit lijstje.

Lang geleden was er in dit gebied een vulkaanuitbarsting en vormde zich een lava-meer van zo'n honderd meter diep. Langzaam afkoelend stolde de lava en begonnen zich krimpscheuren te vormen. Uiteindelijk resulteerde dit proces in lange, zeshoekige basalten kolommen die gaandeweg door nieuw, zachter gesteente werden bedekt, tot een gletsjer de hele boel eens weg schraapte en de kolommen het daglicht konden aanschouwen en wij dus ook.

Devils Postpile



Devils postpile

Aardbevingen veroorzaken dat de kolommen afbreken en naar beneden vallen.

Soms steken ze schuin uit de grond!


Hartstikke mooi, maar het allermooiste moest nog komen. Dezelfde, of een andere gletsjer, dat weten we niet, schraapte over de kolommen heen en zorgde voor een reusachtige, vrijwel gladde "tegelvloer". We konden onze ogen niet geloven. Hier een video: klik!


Devils postpile
Zie je de gletsjerkrassen?

Tegelvloertje!

Een kilometer of wat verder in het NM bevinden zich twee watervallen: Upper en Lower Rainbow Falls. Altijd mooi en zoals we van nabij konden meemaken, voor sommige mensen wellustig voer voor Instagram ...


Upper Rainbow falls


Lower rainbow falls


Nog zo'n door een gletsjer netjes neergevlijd rotsblok!


Convict Lake

Tussen de afslag naar Mammoth Lakes en de camping met de gezellige vissers, zagen we naar het westen een prachtige bergketen. Die richting op was ook een andere afslag, naar Convict Lake. Onze digitale kaart liet een wandelpad én een route de bergen in zien: nieuwe dagwandeling was geboren!
Het werd al snel duidelijk dat (op zaterdag) deze omgeving voor meer mensen aantrekkelijk was. Vissers bevolkten zowel de oever als het water, wandelaars van divers pluimage waren op verharde en onverharde paden te vinden. Gelukkig gold hier wat voor veel gebieden in de VS geldt: er is zóveel ruimte, dat het bij lange na niet op de Hoge Veluwe op zondagmiddag lijkt! Zodra we het pad langs het meer verlieten en de hoogte ingingen kwamen we nauwelijks nog mensen tegen.

Convict lake



Cirsium arizonicum





Verder naar het zuiden dan maar. Via Bishop naar Big Pine, waar de afslag richting de White Mountains is. Daar kun je de auto boven de 3000m parkeren en dan te voet nóg hogere regionen bezoeken. Leek ons leuk, maar er kwam iets veel en veel mooiers op ons pad!

Weer een andere camping met opnieuw reusachtige plekken.
Dit gaan we in Europa nooit meer meemaken.


Ancient Bristlecone Pine Forest

De weg richting de White Mountains en het Pine Forest begon met een prima asfaltweg die ons snel een stuk hoger bracht. Het uitzicht richting het westen was fenomenaal: de lange bergketen van de Sierra Nevada strekte zich uit, zover we naar links en rechts konden kijken.


Sierra Nevada in de verte.


White mountains

We zitten in de regenschaduw van de Sierra: vochtige lucht vanuit de Grote Oceaan laat het meeste water achter op de oostflanken. Wat rest is droogte, wat verder naar het oosten nóg extremer wordt: daar ligt Death Valley, de uitgestrekte woestijn waar ook dit jaar weer recordtemperaturen werden gemeten: 55°C in juli.

Daarna kwam een heel lang, voor onze auto toch wat lastiger, stuk gravel. Binnen de kortste keren zat de hele buitenkant van de auto onder het stof, dat zó fijn was dat ook de binnenkant op een dunne laag getrakteerd werd. In de volgende video is daar een klein beetje van te zien én wordt ook een tip van de sluier van de rest van de dag opgelicht: klik!

Op een gegeven moment besloten we de laatste paar km maar te gaan lopen. Auto aan de kant, wandelstokken uitgeschoven en op pad ... nog geen 500m verderop begon het asfalt weer. Maar ja, we waren net die hele 500m naar beneden gelopen: omkeren was alleen emotioneel al onmogelijk. Stevig doorduwen dus, gelukkig op het laatst toch weer gravel, dus zijn we niet voor niets gaan lopen.

En dan: de dennen!

Het is ontzettend woest, droog en onherbergzaam. We zijn eerst in Patriarch Grove, later in Schulman Grove en we zijn compleet van de wap. We dachten dat we op deze reis alles wel zo'n beetje gezien hadden. Sukkels.

We zien bomen: Bristlecone pines, een dennenboom-soort, anders dan alle andere dennenbomen ter wereld. Ze zijn oud, onvoorstelbaar oud. Ouder dan alle andere bomen waarvan de loten geen kloon van een voorganger zijn. De oudste is ...

4855 jaar oud.




Oude Bristlecone Pine

Daar kun je je toch niets bij voorstellen? We waren er echt stil van. Die bomen hebben zóveel meegemaakt. De oudste bomen zijn niet de hoogste of de grootste: juist de kromme, in elkaar gedraaide, knoestige exemplaren, wat door de Amerikanen met het Duitse woord Krummholz wordt aangeduid, díe bereiken de hoogste leeftijden.





Deze bristlecone lijkt dood, maar is het niet.
Linksonder zie je nog één reepje bast en dat is voldoende
om in ieder geval een deel van de boom te laten doorgroeien.

Een triest verhaal: een Bristlecone die nóg ouder bleek te zijn, is halverwege jaren '60 omgezaagd. Een onderzoeker was bezig met een jaarring-monster te nemen, waarbij zijn instrument vast kwam te zitten. Een welwillende ranger heeft toen voorgesteld de boom om te zagen, wat ze samen hebben gedaan. Pas daarna kon de onderzoeker de jaarringen gaan tellen: toentertijd bijna 5000 jaar oud.

De reuring bij publicatie van dit verhaal was logischerwijs groot. Hoe triest dit voorval ook was, pas daarna kwam de beweging op gang om de bristlecones te beschermen en werden de verschillende groves onderdeel van de National Park Service.

We zagen aan de uiteinden van de dennentakken verschillende kleuren kegels. Een geweldig enthousiaste ranger legde ons uit hoe we het een en ander moesten duiden.

Een jonge vrouwelijke kegel

Volwassen kegels met rechtsboven wat flarden van een pollenkegel.
In de zomer worden wolken geel stuifmeel verspreid.

Zie je hoe dicht de jaarringen op elkaar zitten?!

Onder de indruk lopen we terug naar onze stofbak. Tijdens het rijden waait een klein gedeelte van de rommel wel van de auto af, de rest kunnen we op de camping weghalen. Ons volgende doel ligt verder naar het zuiden: Mt Whitney en de Alabama Hills!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten