zaterdag 17 september 2022

Over Etrusken en Sardijnen

Etrusken bij een voetbalveld

We gaan richting de kust! Niet vanwege de verpletterende schoonheid van het landschap aldaar, maar omdat er voorbij de kust nog een voor ons onbekend stuk Italië ligt…

Het eerste tussenstation is een bosrijk gebied ten zuiden van Bomarzo. We hadden op de kaart 'Etruskische piramide' zien staan en die moest bekeken worden!


We overnachten tussen wat eikenboompjes achter het voetbalveld van de plaatselijke FC en groeten vriendelijk de oudere sporters die rondjes om het sportveld lopen. De volgende morgen gaan we vroeg op pad. Hellinkje rustig naar beneden, dan steil de berg af over een smal paadje. Dan is er opeens de eerste volslagen verrassing. Een woning, of een rustplaats, in een grote rots uitgehouwen. Onwaarschijnlijk knap gedaan.




Even verder stuitten we op de piramide. Ook dit is een in de rotsen uitgehakt gebouw met meerdere verdiepingen. Dik 2000 jaar oud. Wellicht minder imposant dan de piramides van Egypte, maar in ieder geval authentiek en geen geldmachine waar grof aan verdiend wordt, zoals de flatiron in Bosnië.



Terwijl het steeds warmer wordt (waarom bleven we ook alweer in de bergen?), komen we tijdens de laatste kilometers steeds meer Etruskische werken tegen. Een necropolis, waterbakken, het meeste gewoon links of rechts langs het pad, geen toegangspoortjes, je moet het zelf maar duiden.




De dagen hierna slijten we aan de zuidoever van Lago di Bolsena en in de heuvels ten oosten van dit meer, dat in feite een volgelopen vulkaankrater is. Om daar te komen rijden we eerst nog even langs het gigantische winkelcentrum van Vitterbo, voor Decathlon, CONAD, koffie met lekkers en om twee gestrande Italiaanse reizigers uit de brand te helpen: wij hebben een gloednieuwe accu, zij een hondje dat 's nachts de autolampen had aangezet, dus er zat geen prik meer in de auto. Accukabels aangesloten en starten maar.


Lago di Bolsena

In een kaalgekapt gedeelte vlakbij onze overnachtingsplek lopen we inderdaad over lavagesteente. Altijd leuk. Eerst wilden we in het bos overnachten, maar al gauw wisten de hordes Aziatische tijgermuggen ons ook hier weer te vinden. Gelukkig vonden we een ideale plek aan de rand van het bos onder een prachtige olijfboom.


Camping Natura en meer

Verder richting de kust lopen we eerst een rondje door Montefiascone. Leuk stadje, vooral het oudste gedeelte.






Dan doen we een nachtje op een van de beste campings tot nu toe (Nou ja, die paar campings die we gehad hebben 😂 wel vier): Camping Natura bij Lago di Vico. Van alle gemakken voorzien, aardige lui en uitchecken wanneer je wilt. Aanrader.

Tarquinia, nog dichter bij de kust, vinden we minder aantrekkelijk dan Montefiasco. De enige gelateria verkoopt ijs dat er zó fel gekleurd uitziet dat we de aanwezigheid van "geur-, kleur- en smeurstoffen" vermoeden en de tent eerst links en daarna rechts laten liggen.





We overnachten hierna op de parkeerplaats van de jachthaven van Civitavecchia, waar we de volgende dag de veerboot naar Sardinië nemen. WC, douche, broodje eten op een bankje aan het water, zwoele avond. Geslaagde laatste avond op het Italiaanse vasteland. 


Van Civitavecchia met de boot naar Sardinië. 

Even voor de geïnteresseerden, met de boot naar Sardinië kostte ons €124,- voor 2 personen en de Suzuki met daktent erop.

We dachten dat het seizoen zo'n beetje voorbij zou zijn, maar niets is minder waar. Zes rijen auto's en campers staan om 10 uur klaar om te boarden. Dat duurt nog even, twee auto's blijken aan boord gestrand te zijn en moeten, heel triest, door een sleepdienst afgevoerd worden.


Even later toch inschepen en dan vertrekken we. Weather.com heeft een stevige wind voorspeld, vlagen tot 7 Bft, maar Marleen heeft de oordop voor haar linkeroor paraat, dus wat kan ons gebeuren?!

Niets! Het gaat inderdaad flink hard waaien, witte koppen op de golven en de veerboot komt wat schreef op het water te liggen, maar verder niets aan de hand. We doden de tijd met over zee kijken, rondjes lopen, gedownloade Netflix serie kijken en boekje lezen.






Werkelijk keurig op tijd komen we aan in Olbia. Ontscheping gaat flitsend, na een klein uurtje rijden kunnen we douchen bij een jachthaven en iets verderop slapen we op een klein parkeerterrein aan de kust.

Welkom op Sardinië!


De volgende dag rijden we grotendeels langs de noordkust naar Capo Testa, waarover we getipt zijn: wandelen en snorkelen. Helaas: we hebben het seizoen niet mee, het is over- en overvol, over- en overal. Niet ons ding, dus rijden door, op zoek naar rustiger wateren.


Jut en Jul en het radiateur-complot

Op het vasteland hadden we gemerkt dat de radiateur van onze Suzuki lekte. Niet direct reden voor blinde paniek, maar wel zorgelijk. Omdat de boot naar Sardinië al geboekt was, hadden we geen tijd voor echte reparatie. Dus: een flesje lek-stop erin en de koelvloeistof bijvullen. De eerste 24 uur leek dat goed te werken, maar langer ook niet: weer lekkage. Beetje blijven prutsen en stressen tot we op Sardinië waren en daar direct naar een garage.


1e garage: aardige man hoor, komt gelijk kijken, constateert lekke radiateur, zegt dat het ding vervangen moet worden. Hij kan een nieuwe bestellen en dan na het weekend tussendoor op maandag erin klussen. We krijgen later die dag een prijsopgave via de telefoon. 

Wij happy! We rijden weg en zoeken ondertussen online op wat een nieuwe radiateur kost (max 150 euri).

Telefoon gaat: 480 piek, de radiateur zelf kost 280, graag de auto maandag brengen en dan kunt u hem woensdag weer ophalen! We wijzen op "onze" prijs van een radiateur en dat er van te voren is aangegeven dat de auto maandag gerepareerd kan worden en dat het tussen de bedrijven door gebeurt en dat we de auto zo lang niet kunnen missen omdat de daktent erop zit. Van dit commentaar was de monteur niet gediend. De sfeer slaat ineens om en de monteur wordt ineens onvriendelijk en we krijgen te horen dat ze onze auto niet meer willen repareren!

Lekker dan. Pfffff!!!


Wij naar garage 2. Het terrein ziet eruit alsof er net een crazy-race heeft plaatsgevonden. Verder is de tent dicht. We schieten een man aan die net is komen aanrijden en vragen of hij de eigenaar kan bellen. Nessun problema. Super aardig!

De garagehouder blijkt aan het lunchen te zijn. Half uurtje duurt dat nog, niet langer. Helemaal goed. De vriendelijke Italiaan loopt naar zijn auto en komt terug met twee appels en een flesje koud water. Wat aardig!!


Ruim een uur later komt de garagehouder met zijn vrouw aanscheuren in een opgepimpte Jeep, zij nog met een glas drank in de hand. 

Zelfde proces als boven: tijdje wachten, beetje kijken, we krijgen een prijsopgave.

620 euro. Doe es een Sardijns scheldwoord. Dit is gewoon poging tot toeristje-plukken. Lekker dan - welkom op Sardinië!


We nemen contact op met onze automonteur thuis en krijgen te horen dat we de koelvloeistof maar gewoon moeten aanvullen, mag ook met water, dan lukt het wel tot aan huis! Thuis spoelt hij hem wel helemaal door.

De ANWB website geeft de tip om tijdens het rijden de verwarming hoog aan te houden, dat onttrekt veel warmte aan de motor. 


Zo gezegd zo gedaan. Dus rijden Jut en Jul nu bij 35 graden met de verwarming op z'n heetst en de ramen open. 🥵

Wat een leven!


Een dag om gauw te vergeten, wat een stress!

Wandelen!

De eerste 48 uur op het eiland konden hier en daar beter, maar daarna openen Sardinië en zijn bewoners zich in alle pracht.


Richting de eerste wandeling moeten we een stukje naar het zuidwesten en willen dan eerst op een mooie picknickplaats overnachten. Wanneer we daar aankomen, het is inmiddels al donker en 21.30 uur, is het hek afgesloten en staan er ook nog eens twee carabinieri te posten!


Nou, vragen dan maar of we hier kunnen slapen. Nee, kan niet en vriendelijk en behulpzaam worden we doorverwezen naar de gratis camperplaats bij Tempio Pausania. Stroom en water voor nop. Welkom op Sardinië!


De volgende dag is eindelijk weer een wandeldag. We lopen een route die "Naar de herdershutten van Monte Biancu" heet, maar, excusez le mot, de bek valt open door de fabelachtige granieten formaties.

spul is 500 miljoen jaar geleden ontstaan toen een magmapluim de aardkorst binnendrong en het gesteente langzaam stolde. Daarna is het bovenliggende deel van de aarde weggeërodeerd en hebben de invloed van latere geologische processen en het geduldige geslijp van wind en water gemaakt wat we nu zien. Onvoorstelbaar mooi.





Zee-ui (Drimia maritima)





Die middag zoeken we een plekje in het wild, slapen 's nachts als een stelletje otters en kunnen het gedoe van de eerste dagen eindelijk opzij zetten. We hebben na deze eerste prachtige wandeling het besliste gevoel dat Sardinië nog veel meer voor ons in petto heeft en verheugen ons erop!

zaterdag 3 september 2022

Sirente Velino, Gran Sasso en Reatini

Karren maar!

Dit blog is een heen-en-weer blog. Op zoek naar lekker droog weer, weg van de muggen, hebben we nogal wat op-en-neer moeten karren. Van een dikke 1500m naar nét 200 en weer terug, van de droge rand van een voetbalveld naar een prachtige maar helaas van muggen vergeven picknickplaats in de bossen - en gauw weer weg. Het hoort erbij, het is onderdeel van onze Way of life


Koeien! Onverwachte ontmoetingen

Onderweg naar ons volgende wandelgebied in Parco Naturale Regionale Sirente Velino, landden we een paar dagen op een verder weinig interessant terrein: aanplant van dennenbomen tussen kale en droge heuvels. Hier en daar een half opgedroogde koeienvla (hoe weten we dat?), verder weinig alarmerends.


Nu nog zonder koeien ...

De eerste avond horen we opeens een hoop koeienbellen, kijken rond maar zien geen vee - blijkbaar zit het spul ergens anders. Dikke prima, om half elf is het stil en iets later gaan wij het mandje in. 

De volgende dag, zelfde scenario, zo lijkt het. Tot opeens zeker vijftig koeien, kalveren en stieren tussen de bomen vandaan kwamen en dichtbij ons, gezellig met hun bellen bleven rammelen. Geen goed scenario voor een fijne nachtrust. De helft van het spul loopt min of meer langs ons heen, maar een te groot aantal blijft in de buurt klingelen. We lopen naar de achterhoede van de troep en zorgen met rustige gebaren en aanmoedigende woorden dat al het vee wegloopt. Goed gedaan, hup naar bed!

Helaas - dit vee liet zich niet ringeloren: 's nachts kwam het geklingel langzaam maar zeker terug, totdat ze zo ongeveer de héle nacht naast ons lagen met de grootste bel het dichtst bij ons. Ze deden het expres, we weten het zeker!


Gole di Celano i Aielli

Ongeveer midden tussen Celano en Aielli ligt het startpunt van een wandeling door een prachtige kloof. Vroeg in de avond voordat we deze expeditie zouden ondernemen, reden we alvast naar het parkeerplaatsje bij de start. Onweer hing in de lucht, de hele middag hadden we het al horen rommelen. Twee dorpen vóór aankomst zagen we een prachtige bron waar we makkelijk en supersnel onze hele watervoorraad konden aanvullen - dat terwijl de druppels al begonnen te vallen.


Nog geen 5 minuten later, we waren al weer aan het rijden, gingen de hemelsluizen open. Wat een regen! In het centrum van het laatste dorpje reden de auto's voor ons met het water tot aan de deuren; gelukkig ligt onze Suzuki hoog op de weg en konden wij zonder problemen, weliswaar langzaam, doorrijden. Wat een toestand!


Kloof!

Vroeg op, om 7 uur aan de wandel, in de middag werd regen en onweer voorspeld! Wij liepen onder een strakblauwe hemel de kloof in, van het waterballet van de avond tevoren was niets meer te merken. We waren helemaal alleen, het was bijna bladstil. Geweldig. 



Napolitaanse cyclaam (Cyclamen hederifolium)


Gole di Celano i Aielli is er eentje om in te lijsten! De foto's geven hopelijk een aardig beeld van wat moeder natuur met eindeloos geduld heeft uitgeslepen. Een stukje video: klik!

Op sommige stukken lagen de rotsen hoog opgestapeld en moest er geklauterd worden: resultaat van een aardbeving zo'n 20 jaar geleden. De ķloof is daarna jarenlang verboden toegang geweest en nog steeds gaan er mensen met helmpjes op naar binnen. 

Diep in de kloof ontspringt een mooie bron met een prachtige naam: Fonte degli innamorati,  ofwel: de bron der geliefden! klik!


Hemelwater.

Nadat we de kloof weer uit waren gelopen (6,5k enkele reis, dik 800m omhoog en weer afzakken), merkten we dat veel van de mensen die we op onze terugreis waren tegengekomen, het risico liepen om de boel niet droog te houden.

Op de parkeerplaats stonden nog een stuk of acht auto's te wachten op de inzittenden. En ja hoor: drup drup drup op de auto … een half uur later misten we nog twee gezinnen met kinderen toen het boven ons volledig los ging. Onweer, hagelstenen van meer dan een cm groot, harde regen, het water stroomde gewoon naast onze auto voorbij. 

En pas toen het droog werd kwamen ze na elkaar uit de kloof. Drijf en drijfnat, helemaal verzopen. Feitelijk volledig onverantwoord, gelukkig was het deze keer alleen maar een nat pak…


Het weer bleef rommelig, we reden daarom terug naar Majella en bleven twee nachten onder een stel flinke windmolens. Dat was de limiet, want de laatste middag en ochtend kregen de zwart-witte prikmuggen (beter bekend als de Aziatische tijgermug  agressief beestje) ons in de gaten en was het opnieuw de hoogste tijd om te verkassen.


Ridderspoor

Gevlekte smalboktor


Parco Nazionale del Gran Sasso e Monti della Laga

Gran Sasso! Gaat het er van komen? We houden de weersverwachting nauwlettend in de gaten!


L'Aquila

Eerst boodschappen doen en dit stadje heeft alles wat we nodig hebben. We parkeren op een grote en vrijwel lege gratis parkeerplaats en lopen richting het oude centrum. Boodschappen zijn belangrijk, koffie met lekkers gaat vóór en we hebben een aardig plek op het oog: Art Café aan de Corso Vittorio Emanuele. De naam van het tentje (met uitstekende koffie) deed ons denken aan ons hilarische verblijf in het enigszins ranzige Art Hotel in Nieuw Zeeland (klik! en dan op de pagina zoeken naar Westport.)


Van buiten naar binnen passeren we meerdere verschillende gloednieuwe, strak vormgegeven appartementsgebouwen.


L'Aquila

In het volgende stadsdeel is de schade van de grote aardbeving van april 2009 nog duidelijk zichtbaar. We raken in de Via Roma aan de praat met een oude baas, die ons laat zien dat binnen veel gebouwen het nog steeds onbewoonbaar is en het er een enorme puinhoop is. "Tutte rotto", zegt hij. Allemaal kapot. Hij is er erg verdrietig van.


Volledig gestut

L'Aquila is, kortom, vooral een stad van stijgers, gevelversterkingen, al dan niet gerepareerde huizen, Palazzos, kerken en andere gebouwen. In het grote winkelcentrum buiten de stad merk je daar niets van. Het is er nog drukker dan in de oude stad. Kopen en eten onder de airco.


Na gedane arbeid rijden we teug de heuvels in. Het plekje waar we staan is dankzij de hoogte (1000m) nagenoeg muggenvrij. Wat een verademing. Nu kunnen we genieten van zo'n 50 bijeneters die rond koffietijd boven ons rondvliegen. 


Onverwachte ontmoetingen: Monte Elefante?

En Gran Sasso? Helaas: het weer in augustus in de Appenijnen is dit jaar duidelijk minder stabiel dan in juli - we moeten op zoek naar een lager gelegen gebied om het droog en warm te houden. Tijd voor een camping, meertje, chillen, auto opruimen. We zijn een half uur rijden ten NW van L'Aquila wanneer we in de verte een flinke berg boven de heuvels zien opdoemen. Check check, welke is dat…

Beetje gokken, zou Monte Elefante kunnen zijn. Markeren op de kaart, nu eerst door naar de camping voor een rustig weekje.


Camping Lago di Piediluco

Een mooi meer om langs te lopen, vriendelijke buren die gedag zeggen, uitchecken om vijf uur 's middags. Geen muggen. Heerlijk toch?! 

En verder? We geven het toe: het was even slikken. Geen vriendelijke ontvangst, eerst een plaats aangewezen die naar brandende rommel rook, daarna een rustiger plekje aan de rand van de camping, tegenover geparkeerde auto's. Een schoonmaker die voor de afwasbakken hetzelfde doekje gebruikte als voor de WC's, een receptie die ronduit weigerde onze camping-kortingskaart te honoreren, douches die naar verschaalde urine roken.

Reden genoeg om geen week maar slechts twee dagen te blijven om daarna met volle accu en afgevulde watertanks vriendelijk, maar beslist af te zwaaien. Op naar Monte Elefante!


Monti Reatini

Elefante blijkt onderdeel te zijn van een groter massief, dat zomaar in midden Italië uit de grond gestampt is. Alleen bekend bij de Italianen zèlf blijkbaar, want de vier dagen dat we hier doorbrengen zijn we de enige buitenlanders en dat in het hoogseizoen.

Hoogste top is Terminillo, 2217 m, vanuit zuidoost via een korte, steile helling te belopen, of "buitenom", waarbij je uiteindelijk uit het noordwesten komt.


Terminillo, via de omweg





Het eerste stuk is prachtig. Woest, weinig mensen, we lopen over smalle paadjes en steenlawines. Het weer is behoorlijk goed, al zit er wel verandering in de lucht. Bewegende beelden: klik!
We komen hoger en starten een lange graat-wandeling. Het weer wordt slechter en de wind trekt enorm aan. Wat doe je dan?

Neem geen overbodige risico's. Wanneer de windvlagen je soms bijna van de graat af blazen, het begint te regenen en de lastigste 100m van de wandeling voor je neus liggen, dan moet je je écht afvragen of je doorloopt. Of niet. 

Niet dus. Omkeren en volgende keer beter, ook al is het ruim 5k retour… Tja, effe slikken want we waren al zo dicht bij de top!


Of de goden het juichend met ons eens waren of hun toorn wilden uiten blijft onduidelijk, maar die nacht had de kosmos de moeder aller onweders voor ons klaargezet. Overal om ons heen donder en bliksem, alsof er continu flits-opnames voor een of andere celebrity gemaakt werden. We konden, gelegen in ons daktentje, er niet eens tegen tellen om uit te rekenen hoe ver het onweer weg was. Gewoon: hier, nú. Donnerwetter!


Terug naar Terminillo.

Deze keer de korte route! Prima weer, weinig wind, prachtige bewolking in het dal beneden ons!

Bij de start van de trail waren we één van de eersten. Lekker rustig.


In het midden de top van Terminillo







Eerst een stuk zigzaggend over losse dolomiet-steentjes, dan wat meer klauteren naar de top, met aankomst op wat officieel Monte Terminillo heet.


Maar zonder gein: 60m verderop ligt Terminillo Venta Est en die is één meter hoger. Op de foto hierboven is het piekje al te zien! Doen we! Hatseflats: lopie, selfie!



Tijd voor een video! Marleen op de top: klik!

Nog even nagenieten en dan voorzichtig naar beneden om te lunchen met Monte Elefante recht voor ons!



Die konden we natuurlijk niet laten lopen! Rugzak op en een uurtje later hadden we Elefante ook in the pocket! Naar beneden, koffie in de Refugio. Wat een heerlijke wandeldag was dit zeg!


Monte Elefante



Een plekje om nooit te vergeten!

Twee dagen later zijn we terug bij de bergrug van Terminillo, deze keer voor een route iets meer oostwaarts. Het karstgebergte is ook hier tot bizarre vormen geërodeerd en prachtig om te zien - maar eigenlijk kijken we steeds naar het oosten om te checken of Gran Sasso al te zien is!





Even later komt-ie tevoorschijn, opnieuw met de top in de wolken, terwijl wij een strak blauwe lucht boven ons hebben. We lopen verder, op zoek naar een mooi plekje voor de koffie. En dat vinden we!

Zelden, misschien wel nooit, hebben we zo'n idyllisch plekje gehad. Windstil. Heerlijke temperatuur. Ononderbroken zicht op Gran Sasso. Hemels. Je zou bijna vergeten om van de Snickers te genieten en dat wil wat zeggen!


Ondanks dat het hoogseizoen is, komen we tijdens deze wandeling maar 2 mensen tegen. De routes zijn goed gemarkeerd en dat maakt het wandelen lekker makkelijk.




DVX

Tussen het wandelen in de Monti Reatini door, hebben we een aardig plekje om te staan en te slapen gevonden. Een stuk lager, dus warmer, aan een kristalhelder riviertje bij het plaatsje Canetra, oost van Rieti.

We hadden al een paar keer opgemerkt dat het bos op een berghelling verderop, op een rare manier gekapt was. Bizar.

Uit onverwachte hoek kwam de verklaring. We zaten aan de ochtendkoffie toen een man met een bijzondere camera (Rolleiflex!) om ons plekje heen begon te dralen, blijkbaar op zoek naar de juiste compositie…

We vroegen of we konden helpen door onze auto te verzetten, heel graag, wij komen op de foto en de man, Daniel uit Rome, vertelt het verhaal van de bomen:

"De bomen op de helling zijn zó geplant dat ze het woord DVX vormen. Latijn voor Duce, zoals Mussolini zich liet aanspreken. De X is door een bosbrand wat aangetast."

Daniel zegt dat Mussolini de letters vanuit zijn paleis in Rome kon zien. Met verrekijker uiteraard. En misschien ook wel op een krukje, want heel groot was hij niet. 



We vinden het een wat ongemakkelijke toestand. Waarom zou je zo'n blijk van ophemelen van een fascist dik 70 jaar na dato nog laten staan? Blijkbaar is er geen, of weinig, discussie over foute helden van ooit, zoals in Nederland bv gebeurt over de standbeelden van Jan Piertersz Coen die in de openbare ruimte staan.


E andiamo!

Over een kleine week varen we naar Sardinië. Voor die tijd is er vast nog wel iets moois te ontdekken. Wat? Dat lezen jullie in ons volgende blog!