vrijdag 20 november 2020

Reizen in Europa - In coronatijd (3): Toscane

Nella bella Italia!

Ach wat mooi! Doe de grensovergang ten oosten van Barcelonetta! Een tiental haardspeldbochten brengt je een paar honderd meter naar beneden, waarbij de kans groot is dat je je nek blesseert om al het prachtigs om je heen te bewonderen. Hoewel de beleving met enige regelmaat werd onderbroken door groepen motorrijders die in onwaarschijnlijke aantallen de andere kant op gingen, was het een prachtige rit. Helaas hebben we geen foto's of video's om dit te bewijzen: de vaste fotograaf van dienst (Marleen) zat, zoals gebruikelijk in de bergen, achter het stuur!

Eenmaal bijgekomen van al dat natuurschoon waren we al snel weer met beide beentjes op de grond en onderweg naar een echte Italiaanse winkel in Cuneo voor de noodzakelijke boodschappen. Eenmaal weg bij de Lidl zochten we met gezwinde spoed ons eerste "wilde" onderkomen in het hierop strenger toeziende Italië. In Mallare vonden we een enigszins verwaarloosde camperplek, achter de tribune van de plaatselijke voetbalvereniging. Er was drinkwater, er waren vuilcontainers en 's nachts was het weer stil. Meer hadden we niet nodig!

In een hoekje achter de tribune is het goed pruttelen!

Naar Toscane

Het is waarschijnlijk een van de meest treurige ontdekkingen die we in Italië op auto-gebied hebben gedaan: van bijna alle auto's die we zien rijden, zijn de richtingaanwijzers kapot! Zo zielig! Daar kunnen de bestuurders natuurlijk niets aan doen en omdat ze daarnaast veel en veel te hard reden, was het voor ons vooral op rotondes, bij kruisingen, op wegen binnen en buiten de bebouwde kom, op parkeerterreinen, woonerven, rijkswegen, provinciale wegen, doorgaande en doodlopende straten, op bruggen, in tunnels (accendi le tue luci) en op viaducten gewoon een beetje oppassen en doen alsof je precies aanvoelt wat die andere weggebruiker wil met zijn of haar auto. En...... een auto kan in Italië alles zijn: ook een Fiat Panda 4WD!

Na de overnachting in Mallare was ons doel het Parco Nazionale dell'Appennino Tosco-Emiliano. Prachtig wandelgebied, je kon en mag er voor nop overnachten. Het was prachtig weer. Onbewolkt, heerlijk temperatuurtje, dus wij omhoog van zeeniveau naar 1200 meter. En ja hoor, hoe hoger hoe killer, natter, minder zicht. Vol goede moed kookten we ons potje buiten de auto, liepen een klein rondje, sliepen in het karretje in de volle overtuiging dat morgen alles beter zou zijn...

Dit weer zagen we niet aankomen!

Oudhollands pestweer. Geen hand voor ogen, hartstikke fris, geen lol aan. Na ampele overweging knallen we naar beneden, waarbij halverwege de zon al weer tevoorschijn komt. Nog lager, in het dorpje Aulla, parkeren we bij een parkje. Hier doen we in de zon koffie, lunch, niks en rijden daarna verder richting Toscane en maken even later toch een stomme fout!

Sjongejongejonge! Over de provinciale weg van Aulla naar Lucca. Mooi langs de kust denk je dan! 54 km in twee uur, een rit alleen maar tussen huizen en bedrijven, nergens harder dan 50, het ene rode verkeerslicht na het andere. Lieve lezers: neem voor dit stukje bagger gewoon de autostrada!

Memory lane
Dik zes jaar geleden waren we voor het laatst in Toscane. Samen met Jop. We logeerden toen in een mooie Agriturismo in de heuvels ten noorden van Pistoia. Nu zijn we op weg naar Montecatini Alto, waar Marleen's zus en zwager op een camping staan. De nacht voor aankomst zoeken we nog even een plekje in het wild en het toeval wil dat we echt vlakbij onze oude Agriturismo uitkomen - inmiddels is het een 4-sterren hotel geworden. De komende weken zal blijken dat Italië barst van wat voorheen "logeren bij de boer" heette maar wat sindsdien opgeleukt en omhooggeprijsd is...

Florence, 2014

Doe 'es een koffietje!

Op de camping in Montecatini is het een gezellig weerzien met de fam! En weer even goed schrobben onder de douche, heerlijk is dat toch. De volgende dag doen we met z'n vieren een mooie wandeling in de omgeving van Massa, iets ten noorden van Montecatini. Maar eerst wordt er in dat dorpje van koffie met lekkers genoten en weten we dat we écht in Italië zijn. Heerlijke koffie voor, op z'n Hollands gezegd, een drol. We kunnen de rekening eerst niet geloven maar het mini-bedragje klopt echt. Daarvoor wordt in Amsterdam niet eens gevraagd wat je wilt bestellen...

Lago di Massaciuccoli

Na een welverdiende rustdag rijden we met z'n viertjes naar de kust, waar, net ten noorden van Pisa, het natuurgebied van de lagune van Massaciuccoli ligt. Heerlijk weer, het eerste stuk wandelen over meestal redelijk onderhouden vlonders, een overtochtje met een hand-aangedreven bootje, verder tussen de moerasoevers. Lunchen in het gras, je wou toch dat het altijd zo was! 

Purperlibel (Trithemis annulata)

Platbuik (Libellula depressa)

Stuurman niet nodig, dus een kapitein en een scheepsmaatje!

Onze lieve fam!

En een tussenhoogtepuntje: spotten we toch de heilige ibis! Vereerd in het oude Egypte als symbool van de god Toth, waarvan wikipedia zegt dat  die volgens de mythologie het schrift had uitgevonden en die kennis doorgegeven aan de mensheid.

Heilige ibis (Threskiornis aethiopicus)

Vinci!

Vinci en Anchiano. Als je in de buurt bent dan moet je er heen, eigenlijk. Even proeven waar Leonardo heeft vertoefd, misschien zwerven er nog wat atomen van hem rond. Het museum duiken we niet in, maar wel gaan we langs bij zijn geboortehuis, vlak bij het riviertje waar hij volgens kenners zijn beroemde vraag dimmi of dimmi perchè (vertel me, vertel me waarom) zo vaak heeft uitgesproken. Het is toch een mythische omgeving hoor. We doen er ook een foto van een van zijn topstukken bij: De dame en de hermelijn.


Op een plein in Vinci


Vinci

Het geboortehuis van Leonardo da Vinci in  Anchiano

De dame met de hermelijn

We worden verwezen naar een bezienswaardigheid, even verderop: Il Leccio di Faltognano, een steeneik in het dorp Faltognano. Het is een prachtige boom, zo'n 300 jaar oud (Leonardo heeft 'm dus nooit gezien, maar dat terzijde). Helaas groeien er grote zwammen onderaan de bast, waardoor we bang zijn dat de boom z'n langste tijd gehad heeft.

Il Leccio di Faltognano. Groeien bijzondere eikels aan.

Il Leccio di Faltognano

San Gimignano en Cortona

Typisch oude Toscaanse dorpen, zoals we die ook van TV kennen: bovenop een heuveltop, oud, veelal gebouwd van ruwe steen en nieuwbouw aan de rand. San Gimignano en Cortona zijn daar mooie voorbeelden van. De eerste bezoeken we overdag, het is rustig. Wanneer we door de hoofdstraat lopen is duidelijk wat de grootste bron van inkomsten is: toeristenbezoek en de verkoop van prullaria in de tientallen winkeltjes. Koffie voor een Italiaanse woekerprijs: € 2,50 tot € 2,80 voor een gewoon kopje. Daar heb je in Massa koffie voor de hele familie voor. De trip door de hoofdstraat is onderdeel van een langere wandeling in de omgeving. Zou prachtig moeten zijn en vooral over onverharde wegen. Viel tegen, doen we niet nog een keer.

San Gimignano

San Gimignano

San Gimignano

Tijd om een overnachtinkje te vinden, waar we ook een nachtje extra kunnen boeken! Op de kaart vindt Marleen een klein natuurgebiedje iets naar het noordoosten: Riserva naturale del Bosco di Sant'Agnese. Midden tussen de wijngaarden aan een goed geasfalteerde weg. Omdat het zondag is, is het blijkbaar man-op-de-motor-dag: tientallen motorfietsen verscheuren de middagrust. Ha! Ze scheuren door zonder te zien hoe mooi het hier is. We parkeren tussen de boompjes, zetten zelfs het tentje op en slapen heerlijk! En de tweede nacht ook! Wat een lekkere luxe. Geen haan die er naar kraait.

Riserva naturale del Bosco di Sant'Agnese

En dan op naar Cortana. Hoe dichter we bij het dorp komen, hoe duidelijker wordt dat ook dit een toeristische trekpleister van jewelste is. Volle (betaalde) parkeerplaatsen. Wij pakken het, volgens ons, wat slimmer aan: op de Park4night app lezen we dat camperaars voor nop op het parkeerterrein van de nabijgelegen Basilica di Santa Margherita hebben geslapen. Nóg mooier: er is goede beschutting tegen de zon, er zijn toiletten en stromend water! 

Basilica di Santa Margherita, Cortona

Basilica di Santa Margherita, Cortona
De avond valt.

Via een smal paadje lopen we 's middags het dorp in. Steile straatjes waar desondanks auto's geparkeerd staan. Oude smalle straatjes, niet overdreven veel mensen, mooie sfeer. Goed vertoeven! Gewapend met mondkapjes zoeken we een gelateria op, want ijs moet, in Italië, en het is al weer even geleden, wel een week! We kopen een prima exemplaar en gaan buiten het winkeltje op een stoeltje van ons ijsje genieten en zien hoe Italianen zich op de terrassen aan de corona-regels houden. Er wordt dicht op elkaar gezeten, druk geknuffeld bij het weerzien, flink gelachen en hard gepraat, waarbij de speekseldruppels ongetwijfeld van het ene smoel naar het andere vliegen. Kortom: het kan beter! Je zou, wanneer je dit ziet, niet geloven dat Italia op dit moment (het is half september), nog  bij de veiligste landen van Europa hoort. We zijn dus écht niet gek dat we ons zo veel mogelijk buiten de gebaande paden houden en liever niet op campings overnachten!

Cortona

Meisje met een ijsje

Cortona

Parco Nazionale dei Monti Sibillini

De oostkant van de Apenijnen is steiler dan de westkant en wordt met enige regelmaat ingesneden door diepe en smalle kloven. Prachtig om in te wandelen!
Als uitvalsbasis kiezen we een vlak terrein achter een kapelletje bij Montemonaco. Ook hier is drinkwater, hartstikke fijn. Het is een klein half uurtje rijden naar de parkeerplaats voorbij Rubbiano.

Rugzakken op en karren maar. Vóór we de kloof van het riviertje de Tenna binnengaan,  moeten we nog even dwars door een waterval(letje) lopen: de Gola dell'Infernaccio: kijk es even: klik!
Even later versmalt de kloof en wordt hij (zij?) weer breder en lopen we een tijdje langs een kleine riviertje. De oevers zijn redelijk steil, de kloofwanden naast de oever ongeveer loodrecht! Ook in dit jaargetijde bloeit er van alles! 

Wilde kardinaalsmuts (Euonymus europaeus)

Avontuurlijke pensionado in de Tenna-kloof 

Prachtige cyclamen (Cyclamen repandum)

Cyclaam, Monte Sibilini

Cyclaam, Fiume Tenna, Monte Sibillini

Italiaanse kruisdistel (Eryngium amethystinum)

En smaller ...

En toen ... mochten we opnieuw niet verder! Dat hangt deze reis zo'n beetje aan onze kont zeg! Deze keer vanwege aardverschuivingen verderop, die het pad te gevaarlijk maken. Daarom deden we een soort van rechtsomkeert en namen we een ander pad, omhoog door de bossen. Verrassingsgewijs kwamen we uit bij een bijzonder kapelletje-in-onderhoud, een eremo ofwel kluisternaarschap: het Eremo di San Leonardo al Volubrio. Sinds 1965 werd het zwaar vervallen kapelletje, dwars door alle aardbevingen heen die opnieuw schade veroorzaakten, opgebouwd door Padre Pietro, bijgestaan door vrijwilligers. Zonder meer knap werk.
Hogerop eindigde onze wandeltocht op kale berghellingen met fabuleus uitzicht. We doen lunch en ook een kiekje en een video: klik!

Bij Monte Sibillini, boven Eremo di San Leonardo al Volubrio

Kunnen we nou alweer niet verder ...?

Nóg zo'n mooie kloof licht in het verschiet! We rijden hoger en hoger tot het einde van de weg ons bij het kleine bergdorpje Umito aflevert. Daar start de wandeling naar de Cascate della Volpara, heerlijk een paar uur door het bos. Onderweg komen we nog een klein maar evenzogoed mooi watervalletje tegen waar we op de heenweg bovenlangs en de terugweg onderlangs lopen. Marleen gaat even op de foto en dan stijgen we verder naar de Volpara!

Mooi toch! Wie het kleine niet eert ...


Het is echt een prachtig bos waar we doorheen gaan. Soms steil, soms met zonder pad omdat het pad is weggeslagen door wat op een flinke overstroming lijkt. Veel dood hout, veel paddenstoelen.

Twee soorten in beeld: een geweizwam (de kleintjes) en een mycena: de grote.


En dan, buon Dio, komen we na glad klimwerk bij het einde van de trail. Een groot amfitheater lijkt het wel. Hogerop staan bomen direct op de rand van een hoge klif. Beneden liggen veel gevallen bomen en is het een wirwar aan rotsblokken en boomstronken. En de waterval: nauwelijks te zien. We hebben een foto, maar het kleine stroompje vervaagt in de pixels.
Op de terugweg spreken we drie gezellige Italianen die weten te vertellen dat het gebied zwaar van aardbevingen te leiden heeft gehad. Vier jaar geleden volgden verschillende klappen elkaar op: dus niks overstroming, maar aardverschuivingen.

En we gaan weer verder door het verrassende Italië. Op park4night vinden we een lovende recensie over een mooie overnachtingsplek. Rustig, schoon en met stromend water! Gaan we naar toe!
 

zondag 1 november 2020

Reizen in Europa - In coronatijd (2): Ecrins

Een beetje introductie mag wel ...

In augustus weggegaan, door steeds steviger coronamaatregelen eerder dan gepland terugkomen en ondertussen slechts één blog geschreven, omdat meneer Google had bedacht dat er maar één foto per keer geupload kon worden. Het leven als zwervende pensionado valt soms niet mee ...
Gelukkig is het nu min of meer opgelost en kunnen we weer los!
Zonder nu al te verklappen waar we ondertussen hebben uitgehangen, werd de verplichting om ook buiten altijd een mondkapje te dragen ons te gortig en zijn we een paar dagen later terug naar huis gereden. Ruim 10 weken onderweg, iets meer dan 70 nachten, waarvan vier op een camping. Lees verder (en vooral: kijk!) waar we de vorige keer gebleven waren: zuidoost Frankrijk!

Ecrins - wát een prachtig gebied!

Alles stroomt, dacht Heraclitus zo'n 2500 jaar geleden.


Da's maar ten dele waar natuurlijk, net als zijn gedachte dat het water weliswaar stroomt, maar dat de rivierbedding onveranderd blijft. Scheelt dat in zijn tijd de geologie nog niet was uitgevonden en dat het mooiste cadeau van de geologie aan de mensheid nog niet bekend was: de diepe tijd. Daarbij is 2500 jaar een fractie van niets.


De lange vallei van Freissinières is een fraai openluchtmuseum en biedt meer dan voldoende "oogsnoep" voor prachtige wandelingen. We zijn wat laat in het seizoen - in de lente, wanneer alles in bloei staat, moet het hier werkelijk oorverdovend mooi zijn.


De natuur neemt de tijd om bergen te maken en tot zand weer af te breken. Om afzettingen boven op elkaar te leggen zodat de oudste onder ligt en de jongste boven, om vervolgens een paar miljoen jaar lang zó te duwen en te trekken dat de boel recht overeind staat of juist op z'n kop.

En dat alles vind je in de Ecrins. En meer.

Wanneer je in de Alpen gefluit hoort, is het meestal een marmot!

Rechtsaf, linksaf, op de schreden terugkeren, het kan allemaal.





Bij dit meertje is een klein kanaal aangelegd om het smeltwater af te voeren. 


Fleischers wilgenroosje (Epilobium fleischeri)





We krijgen er niet genoeg van. Vanuit ons kampeerplekje rijden we naar eind van het dal, zetten de auto aan de kant, pakken alles wat nodig is en gaan op weg.

Aan het eind van het dal van Fressinières

Dit is waar we echt nooit genoeg van kunnen krijgen!

Even een dikke 900 meter omhoog en dan ligt een klein maar evenzogoed wonderschoon meer aan de vermoeide voeten: Lac Faravel. Het wordt gevoed door smeltwater - hoog achter de verste oever zien we de restanten van de sneeuw van vele winters geleden nog liggen, het smeltwater horen we onder de puinhelling door naar beneden kabbelen.


Het waait en op deze hoogte is het dan best fris. We zoeken zo goed en kwaad als het kan een beschut plekje voor de lunch en daarna is het nog 100 meter hogerop naar het volgende meertje: Lac Palluel.
Het is er vrijwel windstil. Mooi plekje voor de lunch. Kwestie van te laat!




Lac Palluel. Geen pauze zonder selfie!

Veenpluis bij Lac Palluel

Veenpluis bij Lac Palluel

Van onderen!


Enkele helden wagen zich in het ijskoude water - ons niet gezien! Wij, leeftijd-adequaat rustig en bedaard, zien het aan en snellen na een kwartiertje de stenige helling af, in één keer naar beneden, waar ons autootje op ons wacht en ons naar het mooie plekje terugbrengt.


Knap stukje keien lopen!


Daar, onder de klamboe ter bescherming van de vele vliegen, smaakt de koffie met chocolade geweldig, vinden we na een korte beschouwing ons leven óók geweldig en gaan we innig tevreden het tentje in: slapie doen!


Zo'n plekje vind je op geen enkele camping!


Twee dagen na dit avontuur lopen we naar een ander meertje. Wanneer we er aankomen is het hooggelegen dal prachtig stil, een plaatje! Een uurtje later is het er al flink druk en ook wanneer we weer naar beneden wandelen komen we de nodige mensen tegen - het loopt tegen het eind van de Franse zomervakantie en het is prachtig weer!




Maar goed - aan alles komt een eind en ook aan die beaux temps. We hebben echt een ongelooflijke hekel aan gepruts in de regen, dus pakken we ons boeltje en taaien af: op naar een nieuw gebied!


Advertentie

 EreadersEreaders



Waarheen leidt de weg? (klik! of klik!)

Ondertussen, we spreken de derde week van augustus 2020, grijpt het corona-virus in Frankrijk opnieuw en onverwacht snel tempo om zich heen. De Franse regering verscherpt de maatregelen in steeds meer departementen. De Nederlandse regering volgt en maakt die gebieden oranje. Daar willen we niet naar toe of zelfs maar in de buurt zijn. Helaas waren het ook precies dié gebieden waar we ons oog op hadden gericht: Alpes Maritimes en later de Hérault.


Het is niet anders. We besluiten richting de Drôme te gaan en vinden een plekje in de buurt van het Parc Naturel Régional des Baronnies Provençales. Zeg maar: een stuk ten zuiden van Die. Jeweetwel. Het blijkt een schot in de roos! Alleen al de weg ernaartoe is, zeker wanneer je de drukte voorbij bent, absoluut de moeite waard.


Graten-avontuur bij Rottiers en Rémuzat

De dag van vertrek uit Freissinières eindigt wat in mineur. Eerst lekker door Gap, drie winkels binnen (10 Snickers voor €3,- 😁) en dan door naar de Drôme. Bij aankomst: regen en nog eens regen. We kiezen ervoor om in de auto te slapen en zetten ook de nieuwe luifel aan de auto vast om in ieder geval een droog plekje buiten te hebben. Het in de regen gereedmaken van het slaapplatform is een frustrerende bezigheid, maar uiteindelijk lukt het en de volgende morgen blijkt de plek waar we staan prima genoeg voor drie overnachtingen!


Hartstikke verdiend!


Intermezzo 1: Het wonder dat Snickers heet

Snickers, we hebben er iets mee. Tijdens onze wereldreis hadden we een lange, lange dag in de Himalaya achter de rug. Het moment dat we bij ons uitgekozen Teahouse aankwamen, zagen we een jonge(re) kerel een Snickers eten. Marleen keek er even naar, ving de aandacht van die jongen en zei: "You are my friend!" En wat doet-ie: uit zijn rugzak tovert hij een echte, onvervalst verse Snickers en geeft die aan Marleen. Mooie lieve gozer!

Een paar maanden later, we waren op de bodem van Grand Canyon, het is een graad of veertig, en er is een klein tentje om koffie enzo te halen. Hans vraagt aan de barjongen: "Do you have café latte?". Zegt die knul: "You're at the bottom of the Grand Canyon. We've got coffee!" Twee keer koffie zwart dus. En dan zien we ze liggen: king-size Snickers, uit de koeling! Genieten op z'n Amerikaans!


Wanneer de regen voorbij is: mooi plekkie!


Graat 1

Een jaar of vijf geleden kochten we het boekje: "Les 100 plus beaux sommets sans corde". Ofwel: 100 bergbeklimmingen die je zonder touw, (berg)wandelend kunt doen. 

Nooit eerder aan begonnen, nu dus eindelijk! We starten net over de helft, met nummer 51, de graat van Ruelles, dik 700 meter omhoog en ook weer naar beneden. Niet super woest, ook niet super hoog, maar wel een mooie route met geweldige vergezichten, o.a. op de Mont Ventoux.



Le monsieur et la crête


Eind van de dag rijden we een klein stukje verder, naar Rottiers, een gehuchtje van 27 zielen. Opnieuw vinden we een mooi plekje, waar we de volgende dag gezelschap krijgen van een aardig, jong en bijzonder Frans stel. Ze waren onderweg naar Die, voor de druivenpluk.

Lief hoor, kwamen plakjes droge worst brengen en vroegen de volgende dag of we even wat water voor ze wilden koken - hun gas was op.




Achter ons plekkie nabij Rottiers.


Bijzonder over corona!

Wat is bijzonder? Ons was al opgevallen dat de Fransen wat moeite hebben met het aanhouden van de één meter afstand die hier geldt. Soms moet je met 10 cm blij zijn.

Maar goed, en tous cas, zoals het hier heet, we doen ons best, dus je denkt dat van anderen ook…

De knul van het jonge Franse stel wist te vermelden dat, volgens hem, de Franse overheid aan angst-verspreiding deed om zo meer controle over de bevolking te krijgen. 

En, zo wist hij ook, het coronavirus is door mensen in een laboratorium gemaakt!

De hoax-verhalen en de theorieën over wereldwijde complotten over corona zijn inmiddels niet van de lucht. Ook in Nederland niet. Maar weet je, dat heb je allemaal niet nodig om je te realiseren wat er aan de hand is. Als vogelgriep via door-de-lucht-vliegende-vogels binnen enkele weken duizenden kilometers kan afleggen, dan kan corona dat ook, via door-de-lucht-vliegend-mensen. En is het niet corona, dan wel een ander virus of andere bacterie.

We zitten met z'n allen, met al onze gewassen in eindeloze monoculturen, al ons vee, al onze industrie, al ons afval, veel te dicht op elkaar en wanneer we niet boven op elkaar zitten zoeken we elkaar wel op. Pokken, de pest, Spaanse griep, cholera, malaria, tuberculose, tyfus, HIV, gele koorts, polio. We hebben die complotten niet nodig ...


Graat twee: waar de gieren op ons wachtten



We hadden zelf een wandeling uitgeplozen! Net ten noorden van Rémuzat knalt een dikke steenpuist de grond uit. Vale gieren draaien hun rondjes voor en boven de steile kam en daar willen we gaan wandelen!

Tijdens deze wandeling stuitten we op een groep van 49 oudere wandelaars. Ze stonden zo ongeveer bovenop elkaar, gezellig te kouten, volstrekt niet onder de indruk van de regels, de adviezen, de recente geschiedenis of de pogingen van twee Nederlandse pensionado's om op veilige afstand van hun ademlucht de groep te passeren! 

Een uitzondering? Nee hoor, twee dagen later in het dorpje verderop kwam nóg zo'n groep langs….


Selfie! Happy pensionados.


Op tijd vertrokken gingen Jut en Jul met stevige pas omhoog. Al snel konden de eerste foto's van de gieren gemaakt worden en ook was duidelijk dat er verschillende nesten waren. Een schaduwrijke lunch werd opgevrolijkt door een kort gesprek (in het Engels) met een krasse Franse knar die ons vertelt, hoogstwaarschijnlijk, dat het rondje dat wij willen lopen niet mogelijk is, omdat een bepaald stukje aan het eind te steil en te gevaarlijk en daarom verboden toegang is.


Voorzien van deze informatie kijken J&J nog even op hun digitale kaartje, zien dat het goed is en lopen verder. Een steile klim brengt ons aan de rand van de afgrond, waar de gieren wachten.

Vale gier


Prachtig! Wat een geweldige vogels, majesteitelijk zweven ze voor ons langs en soms wordt, met een lichte buiging van een pink-veer, de koers gecorrigeerd. Poetry in motion.


We komen een Frans stel tegen dat ons eerder gepasseerd heeft (ze zijn flink jonger, dus dat mag) en nu op de terugweg is. Ze vertellen ons dat het rondje dat wij willen lopen niet mogelijk is, omdat een bepaald stukje aan het eind te steil en te gevaarlijk en daarom verboden toegang is.

Voorzien van deze informatie kijken J&J nog even op hun digitale kaartje, zien dat het goed is en lopen verder.


Dat klinkt bekend in de oren, zou je zeggen!


Hoe vaak moet je gewaarschuwd worden, Jut en Jul zijnde?!


Hoe dan ook, en half uur later zijn we aangekomen bij een bordje waarop staat dat het rondje dat wij willen lopen niet mogelijk is, omdat een bepaald stukje aan het eind te steil en te gevaarlijk en daarom verboden toegang is.


We moeten terug! Dat hadden we niet verwacht! 


Op ons digitale kaartje is een kortere weg te zien en wanneer Marleen ook nog eens een dierenpaadje vindt waardoor we nóg meer kunnen afsnijden, is de terugweg met 9,5 km op zich goed te doen. Alleen hebben we wel te weinig eten bij ons en eigenlijk ook te weinig drinken. Oog voor de gieren hebben we niet meer, misschien zij inmiddels wel voor ons …


Dus volgende keer goed luisteren! Om onszelf te troosten doen we de volgende dag niks en de dag daarna nog minder. Ondertussen worden steeds meer departementen risicovol en/of door Nederland oranje verklaard.


Niet alleen de bergen kleuren oranje ...


Lac de Serre-Ponçon

De keuze is nu snel gemaakt: we vertrekken, naar Italië! Wie had dat een paar maanden geleden kunnen bedenken!

Wild kamperen is daar weliswaar niet toegestaan of op z'n minst beperkt tot camperplaatsen, maar daar vinden we wel wat op!


We schrijven zondag 6 september 2020: op naar Italië, naar Toscane!


We kunnen Frankrijk niet verlaten zonder tenminste één keer
een flan gegeten te hebben. Nog nèt op tijd!