zondag 1 november 2020

Reizen in Europa - In coronatijd (2): Ecrins

Een beetje introductie mag wel ...

In augustus weggegaan, door steeds steviger coronamaatregelen eerder dan gepland terugkomen en ondertussen slechts één blog geschreven, omdat meneer Google had bedacht dat er maar één foto per keer geupload kon worden. Het leven als zwervende pensionado valt soms niet mee ...
Gelukkig is het nu min of meer opgelost en kunnen we weer los!
Zonder nu al te verklappen waar we ondertussen hebben uitgehangen, werd de verplichting om ook buiten altijd een mondkapje te dragen ons te gortig en zijn we een paar dagen later terug naar huis gereden. Ruim 10 weken onderweg, iets meer dan 70 nachten, waarvan vier op een camping. Lees verder (en vooral: kijk!) waar we de vorige keer gebleven waren: zuidoost Frankrijk!

Ecrins - wát een prachtig gebied!

Alles stroomt, dacht Heraclitus zo'n 2500 jaar geleden.


Da's maar ten dele waar natuurlijk, net als zijn gedachte dat het water weliswaar stroomt, maar dat de rivierbedding onveranderd blijft. Scheelt dat in zijn tijd de geologie nog niet was uitgevonden en dat het mooiste cadeau van de geologie aan de mensheid nog niet bekend was: de diepe tijd. Daarbij is 2500 jaar een fractie van niets.


De lange vallei van Freissinières is een fraai openluchtmuseum en biedt meer dan voldoende "oogsnoep" voor prachtige wandelingen. We zijn wat laat in het seizoen - in de lente, wanneer alles in bloei staat, moet het hier werkelijk oorverdovend mooi zijn.


De natuur neemt de tijd om bergen te maken en tot zand weer af te breken. Om afzettingen boven op elkaar te leggen zodat de oudste onder ligt en de jongste boven, om vervolgens een paar miljoen jaar lang zó te duwen en te trekken dat de boel recht overeind staat of juist op z'n kop.

En dat alles vind je in de Ecrins. En meer.

Wanneer je in de Alpen gefluit hoort, is het meestal een marmot!

Rechtsaf, linksaf, op de schreden terugkeren, het kan allemaal.





Bij dit meertje is een klein kanaal aangelegd om het smeltwater af te voeren. 


Fleischers wilgenroosje (Epilobium fleischeri)





We krijgen er niet genoeg van. Vanuit ons kampeerplekje rijden we naar eind van het dal, zetten de auto aan de kant, pakken alles wat nodig is en gaan op weg.

Aan het eind van het dal van Fressinières

Dit is waar we echt nooit genoeg van kunnen krijgen!

Even een dikke 900 meter omhoog en dan ligt een klein maar evenzogoed wonderschoon meer aan de vermoeide voeten: Lac Faravel. Het wordt gevoed door smeltwater - hoog achter de verste oever zien we de restanten van de sneeuw van vele winters geleden nog liggen, het smeltwater horen we onder de puinhelling door naar beneden kabbelen.


Het waait en op deze hoogte is het dan best fris. We zoeken zo goed en kwaad als het kan een beschut plekje voor de lunch en daarna is het nog 100 meter hogerop naar het volgende meertje: Lac Palluel.
Het is er vrijwel windstil. Mooi plekje voor de lunch. Kwestie van te laat!




Lac Palluel. Geen pauze zonder selfie!

Veenpluis bij Lac Palluel

Veenpluis bij Lac Palluel

Van onderen!


Enkele helden wagen zich in het ijskoude water - ons niet gezien! Wij, leeftijd-adequaat rustig en bedaard, zien het aan en snellen na een kwartiertje de stenige helling af, in één keer naar beneden, waar ons autootje op ons wacht en ons naar het mooie plekje terugbrengt.


Knap stukje keien lopen!


Daar, onder de klamboe ter bescherming van de vele vliegen, smaakt de koffie met chocolade geweldig, vinden we na een korte beschouwing ons leven óók geweldig en gaan we innig tevreden het tentje in: slapie doen!


Zo'n plekje vind je op geen enkele camping!


Twee dagen na dit avontuur lopen we naar een ander meertje. Wanneer we er aankomen is het hooggelegen dal prachtig stil, een plaatje! Een uurtje later is het er al flink druk en ook wanneer we weer naar beneden wandelen komen we de nodige mensen tegen - het loopt tegen het eind van de Franse zomervakantie en het is prachtig weer!




Maar goed - aan alles komt een eind en ook aan die beaux temps. We hebben echt een ongelooflijke hekel aan gepruts in de regen, dus pakken we ons boeltje en taaien af: op naar een nieuw gebied!


Advertentie

 EreadersEreaders



Waarheen leidt de weg? (klik! of klik!)

Ondertussen, we spreken de derde week van augustus 2020, grijpt het corona-virus in Frankrijk opnieuw en onverwacht snel tempo om zich heen. De Franse regering verscherpt de maatregelen in steeds meer departementen. De Nederlandse regering volgt en maakt die gebieden oranje. Daar willen we niet naar toe of zelfs maar in de buurt zijn. Helaas waren het ook precies dié gebieden waar we ons oog op hadden gericht: Alpes Maritimes en later de Hérault.


Het is niet anders. We besluiten richting de Drôme te gaan en vinden een plekje in de buurt van het Parc Naturel Régional des Baronnies Provençales. Zeg maar: een stuk ten zuiden van Die. Jeweetwel. Het blijkt een schot in de roos! Alleen al de weg ernaartoe is, zeker wanneer je de drukte voorbij bent, absoluut de moeite waard.


Graten-avontuur bij Rottiers en Rémuzat

De dag van vertrek uit Freissinières eindigt wat in mineur. Eerst lekker door Gap, drie winkels binnen (10 Snickers voor €3,- 😁) en dan door naar de Drôme. Bij aankomst: regen en nog eens regen. We kiezen ervoor om in de auto te slapen en zetten ook de nieuwe luifel aan de auto vast om in ieder geval een droog plekje buiten te hebben. Het in de regen gereedmaken van het slaapplatform is een frustrerende bezigheid, maar uiteindelijk lukt het en de volgende morgen blijkt de plek waar we staan prima genoeg voor drie overnachtingen!


Hartstikke verdiend!


Intermezzo 1: Het wonder dat Snickers heet

Snickers, we hebben er iets mee. Tijdens onze wereldreis hadden we een lange, lange dag in de Himalaya achter de rug. Het moment dat we bij ons uitgekozen Teahouse aankwamen, zagen we een jonge(re) kerel een Snickers eten. Marleen keek er even naar, ving de aandacht van die jongen en zei: "You are my friend!" En wat doet-ie: uit zijn rugzak tovert hij een echte, onvervalst verse Snickers en geeft die aan Marleen. Mooie lieve gozer!

Een paar maanden later, we waren op de bodem van Grand Canyon, het is een graad of veertig, en er is een klein tentje om koffie enzo te halen. Hans vraagt aan de barjongen: "Do you have café latte?". Zegt die knul: "You're at the bottom of the Grand Canyon. We've got coffee!" Twee keer koffie zwart dus. En dan zien we ze liggen: king-size Snickers, uit de koeling! Genieten op z'n Amerikaans!


Wanneer de regen voorbij is: mooi plekkie!


Graat 1

Een jaar of vijf geleden kochten we het boekje: "Les 100 plus beaux sommets sans corde". Ofwel: 100 bergbeklimmingen die je zonder touw, (berg)wandelend kunt doen. 

Nooit eerder aan begonnen, nu dus eindelijk! We starten net over de helft, met nummer 51, de graat van Ruelles, dik 700 meter omhoog en ook weer naar beneden. Niet super woest, ook niet super hoog, maar wel een mooie route met geweldige vergezichten, o.a. op de Mont Ventoux.



Le monsieur et la crête


Eind van de dag rijden we een klein stukje verder, naar Rottiers, een gehuchtje van 27 zielen. Opnieuw vinden we een mooi plekje, waar we de volgende dag gezelschap krijgen van een aardig, jong en bijzonder Frans stel. Ze waren onderweg naar Die, voor de druivenpluk.

Lief hoor, kwamen plakjes droge worst brengen en vroegen de volgende dag of we even wat water voor ze wilden koken - hun gas was op.




Achter ons plekkie nabij Rottiers.


Bijzonder over corona!

Wat is bijzonder? Ons was al opgevallen dat de Fransen wat moeite hebben met het aanhouden van de één meter afstand die hier geldt. Soms moet je met 10 cm blij zijn.

Maar goed, en tous cas, zoals het hier heet, we doen ons best, dus je denkt dat van anderen ook…

De knul van het jonge Franse stel wist te vermelden dat, volgens hem, de Franse overheid aan angst-verspreiding deed om zo meer controle over de bevolking te krijgen. 

En, zo wist hij ook, het coronavirus is door mensen in een laboratorium gemaakt!

De hoax-verhalen en de theorieën over wereldwijde complotten over corona zijn inmiddels niet van de lucht. Ook in Nederland niet. Maar weet je, dat heb je allemaal niet nodig om je te realiseren wat er aan de hand is. Als vogelgriep via door-de-lucht-vliegende-vogels binnen enkele weken duizenden kilometers kan afleggen, dan kan corona dat ook, via door-de-lucht-vliegend-mensen. En is het niet corona, dan wel een ander virus of andere bacterie.

We zitten met z'n allen, met al onze gewassen in eindeloze monoculturen, al ons vee, al onze industrie, al ons afval, veel te dicht op elkaar en wanneer we niet boven op elkaar zitten zoeken we elkaar wel op. Pokken, de pest, Spaanse griep, cholera, malaria, tuberculose, tyfus, HIV, gele koorts, polio. We hebben die complotten niet nodig ...


Graat twee: waar de gieren op ons wachtten



We hadden zelf een wandeling uitgeplozen! Net ten noorden van Rémuzat knalt een dikke steenpuist de grond uit. Vale gieren draaien hun rondjes voor en boven de steile kam en daar willen we gaan wandelen!

Tijdens deze wandeling stuitten we op een groep van 49 oudere wandelaars. Ze stonden zo ongeveer bovenop elkaar, gezellig te kouten, volstrekt niet onder de indruk van de regels, de adviezen, de recente geschiedenis of de pogingen van twee Nederlandse pensionado's om op veilige afstand van hun ademlucht de groep te passeren! 

Een uitzondering? Nee hoor, twee dagen later in het dorpje verderop kwam nóg zo'n groep langs….


Selfie! Happy pensionados.


Op tijd vertrokken gingen Jut en Jul met stevige pas omhoog. Al snel konden de eerste foto's van de gieren gemaakt worden en ook was duidelijk dat er verschillende nesten waren. Een schaduwrijke lunch werd opgevrolijkt door een kort gesprek (in het Engels) met een krasse Franse knar die ons vertelt, hoogstwaarschijnlijk, dat het rondje dat wij willen lopen niet mogelijk is, omdat een bepaald stukje aan het eind te steil en te gevaarlijk en daarom verboden toegang is.


Voorzien van deze informatie kijken J&J nog even op hun digitale kaartje, zien dat het goed is en lopen verder. Een steile klim brengt ons aan de rand van de afgrond, waar de gieren wachten.

Vale gier


Prachtig! Wat een geweldige vogels, majesteitelijk zweven ze voor ons langs en soms wordt, met een lichte buiging van een pink-veer, de koers gecorrigeerd. Poetry in motion.


We komen een Frans stel tegen dat ons eerder gepasseerd heeft (ze zijn flink jonger, dus dat mag) en nu op de terugweg is. Ze vertellen ons dat het rondje dat wij willen lopen niet mogelijk is, omdat een bepaald stukje aan het eind te steil en te gevaarlijk en daarom verboden toegang is.

Voorzien van deze informatie kijken J&J nog even op hun digitale kaartje, zien dat het goed is en lopen verder.


Dat klinkt bekend in de oren, zou je zeggen!


Hoe vaak moet je gewaarschuwd worden, Jut en Jul zijnde?!


Hoe dan ook, en half uur later zijn we aangekomen bij een bordje waarop staat dat het rondje dat wij willen lopen niet mogelijk is, omdat een bepaald stukje aan het eind te steil en te gevaarlijk en daarom verboden toegang is.


We moeten terug! Dat hadden we niet verwacht! 


Op ons digitale kaartje is een kortere weg te zien en wanneer Marleen ook nog eens een dierenpaadje vindt waardoor we nóg meer kunnen afsnijden, is de terugweg met 9,5 km op zich goed te doen. Alleen hebben we wel te weinig eten bij ons en eigenlijk ook te weinig drinken. Oog voor de gieren hebben we niet meer, misschien zij inmiddels wel voor ons …


Dus volgende keer goed luisteren! Om onszelf te troosten doen we de volgende dag niks en de dag daarna nog minder. Ondertussen worden steeds meer departementen risicovol en/of door Nederland oranje verklaard.


Niet alleen de bergen kleuren oranje ...


Lac de Serre-Ponçon

De keuze is nu snel gemaakt: we vertrekken, naar Italië! Wie had dat een paar maanden geleden kunnen bedenken!

Wild kamperen is daar weliswaar niet toegestaan of op z'n minst beperkt tot camperplaatsen, maar daar vinden we wel wat op!


We schrijven zondag 6 september 2020: op naar Italië, naar Toscane!


We kunnen Frankrijk niet verlaten zonder tenminste één keer
een flan gegeten te hebben. Nog nèt op tijd!






Geen opmerkingen:

Een reactie posten