woensdag 28 februari 2018

Nieuw Zeeland - Pisa Range, Mouraki Boulders, Dunedin, Catlins & Curio Bay

We hebben begrepen dat niet iedere abonnee het plaatstingsbericht van het vorige blog heeft ontvangen.
Dit blog is makkelijk terug te vinden:klik aan de rechterkant bij blogarchief - 2018 - januari op Nieuw-Zeeland - januari.

Kamperen in Nieuw Zeeland: het Holiday Park

Na onze blikverruimende uitspattingen bij Mount Cook en Lake Tekapo zochten we een camping op om even bij te komen, de was te doen en verse groenten te eten. De keuze viel op het Holiday Park (HP) in Twizel, een klein en grappig ontworpen plaatsje iets naar het zuiden.
Onderweg kom je wel eens een eigenwijs obstakel tegen ...z
ie vooral de autosporen, hij staat er al een tijdje.

Een HP klinkt enorm, met veel hela-hola, Duitse schlagers, bierende werkstudenten en blèrende kinderen die oververmoeid zijn van de niets ontziende animatie. De werkelijkheid ligt genuanceerder. Het enige dat op schlagers lijkt komt uit de keel van Hans, die af en toe iets weerzinwekkends neuriet, iets wat klinkt als Baierische Heimat, “Und da sind die Berge”, of zoiets.
Een HP is gewoon een camping met ruime voorzieningen: keuken met potten & pannen, bestek, koelkasten en keukenapparatuur, een TV-room, wasmachines & drogers, en badkamers met warme douches. Fantastisch!
De keuken / gemeenschappelijke ruimte in camping Mosgiel
De keuken / gemeenschappelijke
ruimte in Mosgiel
De kwaliteit van de spullen laat soms wat te wensen over en de gemeenschappelijke ruimtes zijn meestal wat aan de kleine kant. Toch is het geweldig dat deze campings bestaan! Heerlijk op gas of elektra koken, onze eigen spulletjes blijven ingepakt. Wat de HPs tot onze grote verbazing allemaal hebben, is de rommel en niet-opgeruimde vaat die veel kampeerders achterlaten. 

Noodkreet ...
En de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het meestal jongeren zijn (van doorgaans Franse of Duitse kunne), die zonder de doordringende blik van hun moeder de regels aan hun smoezelige laarzen lappen. Vies verhaal lezen?
Let op: eind januari (we springen even iets vooruit in de tijd), zaten we in de keuken annex lounge van een camping te eten. Komt een ongeschoren jongeman (Baard! Lekker modern) op vieze blote voeten (Vrijheid! Lekker modern) binnen en drapeert het hele lijf op een van de banken in de lounge. Vervolgens veegt hij zijn voeten een paar keer aan de bank af om hierna uitgebreid aan zijn tenen te gaan plukken. Hierna veegt hij zijn handen af aan de kussens en gaat verder met de ongetwijfeld belangrijke bezigheden op een iPad.
We willen niet gelijk over de jeugd van tegenwoordig beginnen, maar soms ...

De Waar-Loop-Ik-Helemaal-Van-Leeg-Lijst.
Nog even terugkomend op het pathetische keuken-relaas hierboven. Er is meer!
Het lijkt zo leuk, een beetje op wereldreis, snuiven aan nieuwe continenten, nieuwe culturen. De harde waarheid is anders: onderweg komen we vooral jong volk uit Europa tegen, met, zoals gezegd, een verbijsterend hoog D en Fr gehalte. Niet om het even, maar weg van moeders pappot zorgt het losgeslagen volkje voor af en toe waarlijk treurig stemmende bespiegelingen. Uiteraard de hartverwarmende uitzonderingen daargelaten. Desalniettemin leek het ons goed om onze lucht eens digitaal te klaren en dit blog te verrijken met een daar-loop-ik-leeg-van lijst. Heb je even? Wij lopen leeg van mensen die:
  • Hun afwas niet doen
  • Hun afwas wel doen, maar niet afdrogen
  • Hun afwas wel doen en ook afdrogen, maar niet opruimen
  • Een enorm vette pan zo afwassen dat het vet van de afwasborstel afdruipt
  • Het aanrecht goor achterlaten
  • Het vieze aanrecht één keer met het vaatdoekje afvegen, waardoor dit onbruikbaar wordt
  • Het fornuis goor achterlaten
  • Gemorst spul op de grond laten liggen
  • Rommel (zoals een kapot ei) met een theedoek van het aanrecht afvegen en de hele zooi in de spoelbak laten liggen


  • Pannen, borden, glazen, bekers, bestek etc jatten (gebeurd zó vaak dat verschillende campings geen spullen meer ter beschikking stellen)
  • Ongeveer tégen de plek op het aanrecht waar je net aan de slag wilt, al hun zooi uitstallen
  • Op de (gratis) camping overal wc papiertjes achterlaten, terwijl er dan wel een wc is
  • Deze wc niet gebruiken, maar binnen 5 m van ons af gaan staan pissen
  • Met hun tent of auto ongeveer bij ons binnen gaan staan, in ieder geval ruim binnen ons aura, ook al is er honderden vierkante meters lege plek
  • Met hun vuile schoenen de hutten in lopen
  • Met ontzettende stinksokken op de matras naast je gaan liggen
  • Vieze tandpastaresten in de spoelbak achterlaten
  • Met hun gigantische koeltassen de koelkasten volproppen
  • Een halve ui onafgedekt dagen in de koelkast laten liggen
  • Opeens en in grote getale voor je gaan lopen of staan en bizarre selfies nemen, net op het moment dat je een prachtfoto wilt schieten. Sambal bij?
  • Een baby (!) op reis meenemen en dit arme mormel overal in een draagrugzak mee naar toe nemen
    • meermalen gezien: veelal jonge Duitse ouders met hun eerste kindje op de rug, in weer en wind de bergen over, de kleine blèrend van ellende. In Nepal vertelde een gids dat zijn vader onlangs als drager voor een kindje moest optreden, hoog de Himalaya in. Je moet er toch niet aan denken dat zo'n ukkie acute hoogteziekte krijgt …
    • En als je het dan helemaal met ons wilt verbruien, dan neem je je 3-4 maanden oude baby mee in een helicoptervlucht over de gletsjer, uiteraard zonder het arme schaap gehoorbescherming op te doen!


En dan hebben we het nog niet eens gehad over de sandfly. Die van het vrouwelijke geslacht. Die feeks, die sloerie, die übermug van Nieuw Zeeland. Meest actief in de avondschemering nadat ze de hele dag lekker relaxed eitjes heeft zitten leggen en daarna, uitgehongerd, op zoek gaat naar ons bloed. En ‘s nacht kan ze niks zien, maar geeft ze wel al haar net uitgekomen dochters instructies om in de ochtendschemering op jacht te gaan. Naar ons dus.

Zó! Dat lucht op. En nou niet zeggen dat we een stel oude zeurdozen zijn: een paar jaar geleden was Robin, de dochter van Hans, op stage in een backpackers hostel in Australië en volgens haar was het daar wat keukengedrag betreft al net zo erg. Ze hebben zelfs een keer de boel moeten sluiten om schoon te kunnen maken!

Bovendien, en dat maakt heel erg veel goed, ontmoeten we regelmatig ontzettend leuke, aardige, lieve mensen!

Redenen om iets niet te doen!

We doen de Gillespie track, althans: dat is de bedoeling.
Na een t.g.v. feestende kiwi’s wat onrustige nacht op een DOC camping aan Lake Hawea (ZW van Twizel), gaan we naar de bergrug van Mount Aspiring. Moet prachtig zijn. We hebben de Gillespie Track op het oog, drie dagen de bush in, met overnachting in serviced huts. De avond tevoren komen de eerste kinken in de kabel. We moeten eerst een rivier oversteken en door de regen van de afgelopen tijd staat het water te hoog. Enige mogelijkheid is een jetboat te huren: 160 NZD (€ 100,-) pp. Dingetje. Op de DOC site lezen we dan dat er geen drinkwater in de hutten is. Moeten we allemaal meesjouwen. Wordt lastig. Verder is de track ontzettend modderig en glibberig. Zou kunnen maar we komen hier wel voor onze lol. En dan de doodsteek: de ochtend van vertrek is het in de bergen ongelofelijk slecht weer. Een goede verstaander weet dan dat het einde oefening is. We pakken ons karretje in en reizen verder naar het zuiden!

Haast!

Wij hebben makkelijk praten: tijd zat om rustig aan de plekken op te zoeken die we graag willen zien, of om plannen om te gooien wanneer dat zo uitkomt.
Veel van de toeristen die we spreken, hebben dat niet. Vier, hooguit vijf weken en een overvol programma. Geen tijd, altijd haast.
Maar het gaat ze niet lukken. De meesten lijken zich niet goed gerealiseerd te hebben, dat Nieuw Zeeland heel groot is. Leg de landkaarten over elkaar heen en je ziet dat Nieuw Zeeland ongeveer van het puntje van Denemarken tot aan Zuid Frankrijk loopt. Doe dat maar es even grondig in vier weken….
En rijden in Nieuw Zeeland is anders dan in Europa. Op enkele uitzonderingen na zijn alle snelwegen van het type Nederlandse provinciale autowegen: 2 baans en max 100. Tel daarbij op dat alles heel veel bochten kent en je weet: opschieten kan niet!

Lekker douchen!

Wie weet het nog?! Ons optreden bij RTV Drenthe, waar we geïnterviewd werden over onze grote plannen om 10 jaar eerder te stoppen met werken (hier nogmaals de link naar de video: klik!). Marleen had het op een gegeven moment over lekker douchen, op een echte camping, wanneer we dat een tijdje niet gedaan hadden. Waar en waarmee wassen we ons dan ondertussen? Nou, om ons te onderscheiden van degene die dagen achter elkaar ongewassen de slaapzak inkruipen (en die je al ruikt op het moment dat ze hut binnenkomen):
  • Wassen met regenwater uit de grote ton bij de hutten;
  • Wassen met rivierwater;
  • Water in een fles of pannetje en dan: poedelnaakt tussen de bosjes of in de blote 'piep' achter een schuttinkje;
  • Met ijskoud water direct uit de kraan;
  • Met water opgewarmd in een fles, die in de zon gelegen heeft.

Pisa Range

Elke gelijkenis met een aardig plaatsje in Italië is louter toeval. De Pisa Range is een heuvelgebied waar een eeuw geleden 50.000 tot 60.000 schapen graasden. Nu zijn de lagere gedeeltes droge landerijen en hogerop is het van een kale maar bijzondere schoonheid. We sjouwen ons naar Meg hut, dik 100 jaar oud. De hut is eenvoudig, we zijn met z’n vijven binnen - de volgende dag gaan er drie vroeg weg en hebben wij de prachtige ochtend en de heerlijke rust voor ons zelf. De Pisa Range - een verstopt pareltje! Kijk maar es naar de foto's en de video (klik!)

Pisa Range

Meg Hut, Pisa Range
Meg hut
Meg Hut, Pisa Range


Kamperen in Nieuw Zeeland: de gratis camping

Een fenomeen dat we in Europa nog niet tegengekomen zijn: de gratis camping. Met wc en soms zelfs met water en spoelbakken! Lijkt het ons iets dat in ieder geval in Nederland binnen de kortste keren vervuild en/of gesloopt zou zijn (zoals de toiletten langs de snelwegen), hier in Nieuw Zeeland gaat dat meestal behoorlijk goed. Vlak na de oversteek van de eerste bergrug hadden we er eentje gehad die aan een natuurlijk meer lag. Alles helemaal prima in orde.



Van het Kiwi-gezin naast ons kregen we ook nog eens een paar net gebarbequede worstjes!  Na de belevenissen bij Meg hut gingen we door naar het zuidoosten - aan een stuwmeer lag een grote gratis camping, met dames en heren wc's, een afwasgelegenheid en één prullenbak. Eentje maar, omdat je overal in Nieuw Zeeland geacht wordt je eigen rommel mee te nemen. Zo dachten de overwegend Europese jongeren er hier niet over. De prullenbak was overvol en in een ruwe cirkel eromheen lagen tientallen zakken afval ...



De oostkust - grabbelton met moois

Echt bos
Orchidee
Na een lange rit door gortdroge landerijen kwamen we aan in het dorpje Herbert, waar we op de erg leuke camping Herbert Forest een mooi plekje vonden. Herbert forest bestaat uit een aardig stuk oorspronkelijk native forest, waar ooit de ranger (de boswachter) een flinke juridische strijd voor het behoud ervan heeft gevoerd én gewonnen. Tegenpartij was een Amerikaans bosbouwbedrijf … Twee vragen daarover: ten eerste, wat doet een Amerikaans bedrijf daar (antwoord: alles opkopen, net zoals de Chinezen hier doen, o.a met het waterbedrijf) en ten tweede: wat weet een bosbouwbedrijf nou van natuurlijke bossen. Antwoord: niks natuurlijk, want natuurlijke bosbouw is de kortste studie die er bestaat: één dictaat met één bladzijde, waarop één woord staat: AFBLIJVEN!
We hebben vier uur door het heuvelige bos gebanjerd, watertjes over, een prachtig stuk ongereptheid. Zoals een medereizigster jaren geleden tijdens een jungle-trek in Costa Rica al vroeg of hier ook onderhoud gepleegd werd …. nee dus!

Oamaru

Pier bij Oamaru
Aalscholvers op een niet meer in gebruik zijnde steiger.
Roodsnavelmeeuw





Mouraki Boulders en kelp
De oostkust heeft nog veel meer moois in de aanbieding. Ten zuiden van het dorpje Mouraki komt een aardig fenomeen aan de oppervlakte: de Mouraki Boulders. Grote, soms helemaal ronde rotsen, miljoenen jaren geleden onder het zand gevormd (laagje voor laagje, een beetje zoals parels) en door de erosie van de kust aan de oppervlakte gekomen. De foto's zijn behalve heel mooi ook bijzonder: je wilt niet weten hoeveel moeite het Marleen gekost heeft om de foto-zonder-mensen te maken.

Mouraki boulders
Uiteengevallen boulder. Ze hollen van binnenuit uit.
Mouraki boulders
De beroemde rij Moeraki Boulders

Mouraki boulders
Een indruk van de grootte ...

Mouraki boulders
Deze boulder komt vrij wanneer
het omliggende gesteente weg-geërodeerd is.


De stranden, hier en langs de hele zuidoostkust, liggen soms vol met Bull kelp, rimurapa in het Maori, wat ‘opgeblazen’ betekent. Het zijn aangespoelde kelp planten, die op en onder water enorme kelpwouden vormen. Ze zitten met een soort voet zó vast aan de rotsen, dat wanneer je de kelp op het strand ziet liggen, er soms afgebroken stukken rots aan de voet vast zijn blijven zitten! Zie ook de zeeleeuw!



Bull kelp
Bull kelp
Slapen aan de Grote Oceaan
Hebben we het al over de gratis campings gehad? Nou, deze was bijna helemaal voor ons alleen - de buren stonden, onzichtbaar, 50 meter verderop. Op ons plekje: wij, het autootje en een mooi bankje. En voor ons (of achter ons, wanneer je je net had omgedraaid) alleen maar zee, duizenden kilometers zee. En tijdens de nachtelijke plas vooral omhoog kijken naar de geweldige sterrenhemel. Voor de rest zag je toch niks, zó donker was het!


Pinguïns! Zeeleeuwen! Albatrossen! Boomstronken!
Een van de meest zeldzame pinguïns ter wereld is de geeloogpinguïn (Wikipedia: klik!), de yellow eyed penguin. Opvallend genoeg is het beestje relatief makkelijk waar te nemen. Wij hadden het geluk dat langs een van de kusten waar ze voorkomen, er twee vlák bij een hekje stonden. Beetje vreemd wel om zo dichtbij twee zo zeldzame diertjes te staan! En herrie maken: klik! voor de video. Midden op de dag. Normaal gesproken zie je het spul alleen tegen de avond, wanneer ze thuiskomen na een dagje vissen.

Geeloogpinguïn
Geeloogpinguïn

De kleintjes wachten dan op eten en de ouders wandelen dan rustig het strand of de rotsen over, op weg naar hun tussen de bosjes verstopte nesten.



Dezelfde rotskusten worden door zeeleeuwen gebruikt om overdag te slapen - uitrusten van de nachtelijke jacht. Op sommige plekken liggen er tientallen en je ruikt ze eerder dan dat je ze ziet. Mensenlief, wat een stelletje bunzings! En dan komt het moment dat je als would-be natuurkenner op je plaats wordt gezet.
Wij dachten dat het zeeleeuwen waren, omdat ze, anders dan zeehonden, op hun voorste vinnen kunnen staan en er mee lopen. Bovendien worden ze sea-lion genoemd. De waarheid is dat het zee-beren zijn. Beetje jammer, maar toch weer wat geleerd! Video: klik! en nog een: klik!

Zeebeer


Zeldzamer dan de zeebeer is de New Zealand Sea-lion, de Nieuw Zeelandse zeeleeuw. Door de jacht bijna uitgeroeid, ternauwernood gered.
Overal waar je deze dieren kunt zien, staan waarschuwingsborden om je erop te wijzen dat je minimaal 10 meter afstand moet houden. Dat blijkt voor sommige mensen nog wat lastig, maar meestal gaat het goed. Ook voor ons is het soms ingewikkeld: lopen we nietsvermoedend door een bosje vanaf het strand terug naar onze camping, zegt Marleen: kijk, een zeeleeuw! Hans, ook niet gek, zegt nee joh, dat is een boomstronk!


Enfin, kijk zelf maar: Video: klik!

Tijdje later wandelden we ergens anders over het strand, lag daar een zeeleeuw! Wisten we, want we waren er op gewezen. Wij dus op afstand, maar pal naast het dier stond een bijzonder typ mensen-vrouw. Marleen staat haar mannetje, dus floot ze op haar vingers om de aandacht van het zeeleeuw-verstorende typ te trekken en riep GO AWAY!! Het typ bleek verstoord en kwam op hoge poten naar ons toe om ons mede te delen dat ze zo niet aangesproken wenste te worden. Dus legde Marleen even het verschil tussen 10 en 2 meter uit. Zei het typ: But I’m a scientist! Dus legde Marleen even aan het typ uit dat juist wetenschappers beter moeten weten en een voorbeeld moeten zijn voor het doorgaans onopgeleide publiek. Zei het typ: I don't talk to people who are not from Dunedin!
Waarna deze confrontatie tussen ons en een echte (?) wetenschapper in  stilte eindigde.


Dat Dunedin moet wel bijzonder zijn, denk je dan! Wij er naar toe, maar niet nadat we naar het aanpalende Otago-schiereiland zijn gereden, meer specifiek naar de noordoost punt en dan helemaal naar de enige kolonie op het vasteland van de Southern Royal Albatross. 9 kilo vogel, spanwijdte drie meter.
DRIE METER!!
Zeg nou zelf dat dat onvoorstelbaar is. Als je ze ziet zweven op die lange, lange vleugels, zo rank, zo soepel. Het gaat maar door. Elk jaar rondjes om de wereld draaien, 1500 km per dag. Geweldig gezicht en de rit helemaal waard.

Maar we hadden het over Dunedin. Aardig stadje wel met mooie restanten stadsarchitectuur van dik honderd jaar geleden.
Station Dunedin
Station Dunedin
Mooie kathedraal ook! Net als andere steden die wel tot nu toe gezien hebben, valt op dat alles door elkaar heen gebouwd is. Huizen, kantoren, fabrieken, transport, gewoon neergezet waar ruimte was en later ander spul er tussenin gebouwd. Soort van georganiseerde chaos. Voorbeeld: vanaf onze parkeerplaats buiten het centrum moesten we via een druk viaduct oversteken. Keurig een voetpad aan de zijkant. Behalve aan het andere eind: het viaduct werd steeds smaller tot het ophield te bestaan, waardoor we alsnog het vege lijf moesten redden door ijlings langs de balustrade te glibberen!

Onderweg

Onderweg vonden we een uitstekende plek om onze trek te stillen! Gelukkig maar want het waaide enorm. Een door vogels veel bezochte shelter. Video: klik!



Hector dolfijnen

Boven beschreven dramatische natuurvorsende episode van ons Nieuw Zeelandse avontuur speelde zich af in the Catlins, een, zo ons verteld, wonderschoon stuk van het Zuidereiland.



Het wonderschone blijkt in onze beleving vooral de prachtige kust te zijn.



Liefhebbers van kilometer na kilometer kaal grasland met af en toe een kudde schapen of koeien komen ook uitgebreid aan hun trekken.

We doen écht wel een mooie boswandeling, zien veel prachtige watervallen (Video: klik!), bizarre bomen, een orchidee en paddestoelen die ons aan de herfst in Nederland doen denken.









Gaan volgzaam naar het stiekem best wel leuke zuidelijkste puntje van het vasteland van Nieuw Zeeland.



We gaan dan in het bijzonder naar Curio Bay. Waarom? Omdat we daar een mooie brochurefoto van ons karretje konden maken.



Omdat er een zeldzaam goed bewaard gebleven petrified forest is. Het betreffende bos is miljoenen jaren geleden onder een modderstroom van vulkanisch as bedolven geraakt, waarna het versteningsproces zich in enkele maanden voltooide.





Zeewier bij het petrified forest.

Maar … de Hector dolfijnen in de baai van Curio Bay waren de belangrijkste reden om hier te komen. Hector dolfijnen zijn een kleine soort, zeldzaam en ontzettend nieuwsgierig. We zijn rillend van de kou in de branding gaan staan, tevergeefs proberend de hoge golven te ontwijken. Al snel hadden de dieren in de gaten dat er nieuws te onderzoeken was en kwamen ze uit zichzelf op ons af. Ze passeerden nog geen anderhalve meter van ons af en vlak daarop, terwijl wij ons hoofd boven een uitzonderlijk hoge golf probeerden te houden, surfden er twee in die golf langs ons! Wauw! Of niet dan!
Toen de kou diep in het bot zat, zijn we de camping op gerend, waar we voor één Nieuw Zeelandse dollar 4 minuten onder een heerlijk warme douche konden bijkomen! En weet je wat? De volgende dag hebben we opnieuw de golven getrotseerd en zijn de dolfijnen opnieuw vlak langs ons gezwommen. Hoe cool is dat?!

Overheersende windrichting


Op naar Stewart Island
In ons volgende blog beginnen we met de vijfdaagse trip naar Stewart Island, home of the Tatoeka - de zuidelijke bruine kiwi. Die willen we zien!




Let op het windscherm, zeer effectief!
Tja......
Invercargil