zondag 6 december 2020

Reizen in Europa - In coronatijd (4): Midden en Zuid Italië

Bergkloven in Midden en Zuid Italië

En verder! Er liggen nog verschillende mooie kloven op ons te wachten. We waren aangekomen bij die als mooi en schoon aangeprezen speeltuin annex picknickplaats annex rustige overnachtingsplek. Ripe di Civitella heet het aanpalende dorp, de gola is die van de Salinello.


Kijk nou toch es even deze satellietfoto (Google maps, jawel). Is het geen prachtwerk van die Italianen? Parkeerterrein, picknicktafels, waterkraan, wc-gebouw. Wat een feest. OK. Tot zover de theorie. Rechts van die Google-druppel stond een vette-bekken verkoper die z'n stroom uit een herrie-aggregaat haalde. Deed je één stap in welke richting dan ook buiten het veldje op de foto, dan stond je bij wijze van spreken tot aan je knieën in het WC-papier of in de drek daaronder. Leuk om een kinderfeestje te houden en dan het spul aan het eind van de dag in je auto te laden. Heb je weken later nog plezier van!
Maar OK, na zeven uur 's avonds was het stil, de wind ging liggen dus waren er geen onwelriekende walmen van betreurenswaardige herkomst. We zijn aan de kant van de weg, zo'n beetje rechtsonder op de foto, gaan slapen om de volgende dag de kloof te gaan bewandelen!

Riserva regionale Gole del Salinello

Eerst even een stukje makkelijk naar beneden, langs een grot waar een paar honderd jaar geleden een kluizenaar heeft vertoeft. Grot is met een hek afgesloten, potentieel cultuurhistorisch prachtwerk bleek alleen na betaling toegankelijk. Dan maar niet.

Riserva regionale Gole del Salinello

Het lusje dat we hadden uitgezocht ging hierna een flink stuk omhoog. Gelukkig hadden we de wandelstokken bij ons, want de latere afdaling was flink scherp en glad en dan zijn die stokken helemaal een uitkomst!

Riserva regionale Gole del Salinello

Helemaal beneden aangekomen bleek het weinige water van het riviertje als snel helemaal op en liepen we over de drooggevallen bedding: klik!

Vuurdoorn (Pyracantha coccinea)

Riserva regionale Gole del Salinello
In de droge bedding van de Salinello

Iets verderop had de natuur weer de tijd genomen om mooie kunstjes met het sedimentatiegesteente uit te voeren. We stonden erbij en keken ernaar en hoe vaak we dit soort dingen ook gezien hebben: de verwondering blijft! 

Riserva regionale Gole del Salinello

Riserva regionale Gole del Salinello

Riserva regionale Gole del Salinello

Via Atri naar Celenza Valfotore: bijna klemvast

We hadden over Atri gelezen: een weer typisch Italiaans dorpje op een berg, deze keer ook nog eens gebouwd op de ruïnes van Romeinse nederzettingen. Klinkt interessant, het was weliswaar dik vijf uur pruttelen over de secundaire wegen, maar we dachten: ach, lekker langs de kust van de Adriatische Zee, kan niet verkeerd zijn!

Eind van het seizoen, zoveel is duidelijk!

Die mooie zee viel wat tegen. Niet qua zee, maar meer alles wat er, al dan niet lang geleden, tegenaan gebouwd en geprutst was. Ieder zijn ding, maar wat waren we blij dat we het hoogtepunt van het strandseizoen niet mee hebben hoeven maken. Smaken verschillen, zo veel is duidelijk en hopelijk was er op het strand ruimte genoeg voor alle badgasten.

Geërodeerde heuvels buiten Atri

Aangekomen in Atri was er van de Romeinse ruïnes niets meer te zien. De door park4night aanbevolen slaapplaats bleek een groot, ietwat in onbruik geraakt parkeerterrein vlak bij het oude centrum te zijn. Niet écht ons ding, maar we zijn wel wat gewend.
Eind van de middag kregen we bezoek van een ongelooflijk aardige oude baas die in de appartementsgebouwen langs het parkeerterrein woonde. Hij moest zijn hondje uitlaten en kwam tegelijk even wat poolshoogte nemen bij die rare snuiters. Gemoedelijk gekletst, hij zei dat we prima en veilig stonden. De volgende ochtend kwam hij ook nog even langs. Leuk dat soort mensen!
Boodschappen halen is soms écht een pretje!

Atri

Atri

En dan: de helletocht die eindigt bij een kapelletje

Zeg Google Maps, doe es even de route van Atri naar de Park4Night plek aan het stuwmeer bij Celenza Valfortore: Lago di Occhito. En doe es tegen het eind van de middag aankomen. En laat es niet zien hoe het laatste stukje weg er bij ligt.

Helletocht! Het begin van het einde van de route ging nog, maar de weg werd steeds slechter en telkens wanneer we dachten dat het niet meer kon, zagen we een boertje in zijn Fiat panda 4WD vrolijk omhoog komen en gingen we weer door. Langs kuilen, over richels, gehobbel, gekreun van de veren, stenen die tegen de onderkant van ons lieve autootje klapten. Het hield niet op, totdat we vastzaten. En Marleen is écht een goede chauffeur (lees hier: vast in Argentinië), ze voelt de auto en de weg heel goed aan, maar dit was vast, rechtervoorwiel diep in een kuil met losse rommel eromheen.

Goede raad was duur, bovendien was er niemand meer aanwezig op dit weggetje. Dus: alle waterzakken uit de auto (goed voor een kilo of vijftig), Hans er uit (ook niet mis), een kort hellinkje van keien onder de voorband om grip te kunnen krijgen. Dan een flinke dot gas (die ervaring heeft Marleen ook: klik!) en we zijn eruit! Met enige moeite konden we omkeren en nadat alles weer ingeladen was kropen we omhoog. Een uur later kwamen we in het pikkedonker aan bij een kappelletje, waar we vanwege de adrenaline in ons lijf toch niet helemaal ontspannen de nacht doorbrengen.

De volgende ochtend ... heerlijk koffie op een terrasje in het centrum van Celenza Valfortore. Eind goed al goed!


Eind goed al goed!

Celenza Valfortore

Een betere weg

En natuurlijk was er nog een ándere weg naar het stuwmeer toe. Een paar dikke kuilen, dat wel, maar makkelijk omheen te sturen. We kwamen uit bij een parkeerplaats waar in het nabije verleden door de gemeente pogingen waren gedaan wandelroutes te starten. Een beetje vergane glorie, maar voor ons werkelijk perfect. Rustig, prachtig uitzicht, zon en schaduw en de eerste middag bezoek van 4 jongelui op twee scooters, die zichtbaar teleurgesteld afdropen toen ze ons op hun hangplek zagen vertoeven. Vermoedelijk hadden ze snode plannen, roken en drinken en allerhande gerommel, je weet het maar nooit met de jeugd van tegenwoordig!

Lago di Occhito

Lago di Occhito

Dat muurtje waar Hans bij zit, was behalve een mooi en handig muurtje óók een prachtig observatorium voor allerhande critters. Kijk maar eens naar de foto's van een mooie boktor en een miljoenpoot. De laatste heet Grote tweestreep, wat raar is want het beestje heeft overduidelijk meer dan twee strepen, maar gelukkig ook minder dan een miljoen pootjes, dus dat compenseert elkaar weer. Over die pootjes gesproken: in de volgende video zie je hoe ontzettend prachtig het beestje loopt: klik!
De boktor dankt de identificatie in dit blog aan Henk Pras, geregeld via Cees Koelewijn! Heb dank!

Sparrenboktor (Monochamus sutor)

Grote tweestreep (Ommatoiulus sabulosus)

Een beetje raar misschien om nu foto's van een lekkere maaltijd te posten. Geen van de twee beestjes hierboven maakte hier onderdeel van uit!

Marleen haar lievelingsgerecht: geitenkaas gerecht, gemaakt door manlief.


We blijven drie nachten op dit heerlijke plekje. Een beetje wandelen, een beetje niksen, een beetje pensionado. Dan verandert het zachte weer en wordt het tijd om te verkassen. Verder naar het zuiden is het volgens de verwachting een stuk beter. We hebben ook zin om eens een week op een camping te vertoeven. Een camping uitzoeken viel nog niet mee: de meeste campings zijn inmiddels gesloten en wat wél open is, is vaak veel te duur. Uiteindelijk vinden we er eentje die OK lijkt. Het is in Parco Nazionale del Gargano, een kleine drie uur rijden.



Onderweg naar de camping zien we hoe de Italianen in dit deel van het land met hun achtertuin omgaan. Het landschap zelf is saai, vlak en recht en het meest opvallende is dat we de hele weg, de hele 150 km, nergens een prullenbak of vuilcontainer zien.
Elk hoekje, elk parkeerterrein, overal ligt afval. Soms keurig bij elkaar gebonden vuilniszakken die achter zijn gelaten, maar ook kapotte TV's, stukken rubber, kratten, flessen, meterslange bergen afvalglas. Het is een dieptrieste ontdekking. Dit is de EU! Zo gaan we toch niet met het land om?!


Zuidoost Italie. Un pasticcio incredibilmente sporco

En toen ... kwamen we aan op de camping! De receptionist had waarschijnlijk een slechte dag, wat een chagrijnige kerel zeg. Kort samengevat: na snelle inspectie gingen we met kerende post rechtsomkeert, terug in noordelijke richting, waar een prachtige kloof op ons zou moeten liggen wachten! Iets langere versie? Marleen legt een en ander uit: klik!

Een standplaats aan de Adriatische kust

Het moest er tóch een keer van komen, die kust is immers zó ontzettend lang! Goed geleerd is half gedaan: we hebben een plekje gevonden waar we meerdere dagen hebben kunnen overnachten. Overdag lekker wandelen of niksen, 's nachts rustig iets van de kust af of juist op een camper-plaats vrij direct aan het water.

Prima plekje om te overnachten!

We zijn trouwens in het iets ten noorden van de havenstad Vasto gelegen Regional Natural Reserve Punta Aderci, waar het gemiddeld warmer en droger is dan in de omgeving. Punta Aderci zelf is een aardig rotspunt, zo'n 70 meter boven zeeniveau en de wandeling ernaartoe gaat gedeeltelijk over een keienstrand en door een bamboebos.

Regional Natural Reserve Punta Aderci

Regional Natural Reserve Punta Aderci
Wandelen langs de Adriatische Zee. 
Calipso is de beste sportschool van Groningen voor en door vrouwen.

Regional Natural Reserve Punta Aderci
Aan de voet van de Punta Aderci

Regional Natural Reserve Punta Aderci

Een stukje in het binnenland het Riserva Naturale Regionale Lago di Serranella. Vogelgebied wordt gezegd, alleen zitten wij blijkbaar in het verkeerde seizoen (herfst!) en is er niet veel bijzonders te zien. Navraag leert dat overnachten op het overigens perfecte parkeerplaatsje verboden is, dus lest ons niets anders dan af te druipen en door te rijden naar het volgende stuk woeste natuur dat Italië rijk is!

Krokus

Gola da San Martino

Het is maar een kleine 30 km om in een andere wereld te komen: Fara San Martino. Aardig dorpje, met aan de bergkant twee behoorlijke parkeerplaatsen die toegang geven tot de wandelroute naar Gola di San Martino. Dit gedeelte van de Apennijnen maakt onderdeel uit van het Parco Nazionale della Majella, dat net zoals de Abruzzo door veel niet-Italiaanse toeristen over het hoofd wordt gezien.
Het toeval (?) wil - en dat ontdekten we nu pas, lekker stom - dat we een gedetailleerde wandelkaart van dit gebied hebben, ooit gescoord op de Fiets- en Wandelbeurs! Hartstikke handig, nu én in de toekomst

Deze gola wordt onze laatste én smalste Italiaanse kloof: klik! Vrij direct zien we hoe gevaarlijk het eigenlijk is om onbeschermd dit soort kloven binnen te lopen: vallend gesteente is geen uitzondering en op de volgende video is te zien dat het dan niet alleen om keitjes gaat: klik!

Gola di San Martino

Een klein stukje verder lopen we langs de ruïne van een oud kloostertje, ooit kunstig tegen de steile wand van de kloof aangebouwd. Voor veel dagjesmensen is deze ruïne of de picknickplaats een paar honderd meter verderop de eindbestemming.

Gole di San Martino

Fijne picknickplaats in Gola di San Martino

Gole di San Martino

Wij lopen een flink eind door, tot diep in de dan bosrijke kloof. Hier loopt verder niemand meer en misschien is het juist daarom dat we een mooie groep gemzen zien. Béétje ver weg om een spatscherpe foto te kunnen maken, maar we doen ons best:

Gems (Rupicapra rupicapra)

Voordat we de kloof uitgaan eten we op de al eerder al bezochte picknickplaats nog even wat  en maakt Marleen een foto van een absolute volhouder:

Een zaadje vindt houvast in een rotsspleetje
en dan ... de kracht van de levende natuur

Na een dagje rust is het weer tijd voor een flinke wandeling. We plannen een route bovenlangs over de graat, die uiteindelijk uit zal komen op de plek tot waar we in de kloof al geweest zijn. Vol goede moet gaan we van start, maar aangekomen bij de opmaat naar de graat was het erg hard gaan waaien. Een blik naar boven liet direct zien dat doorlopen veel te gevaarlijk zou zijn. Jammer maar helaas: terug naar de auto en vroeg aan de koffie!

Nogmaals: je moet toch ergens overnachten!

 

Golfbladige toorts (Verbascum sinuatum)


De laatste pleisterplaats

Wanneer duidelijk wordt dat heel veel langer in Italië blijven niet reëel is - vooral vanwege het toch minder wordende weer, besluiten we onszelf een cadeautje te geven: een camping ... misschien wel een week lang! Elke dag het luie zweet eraf douchen, onze dikke accu opladen, koelbox aan de 220V. Halfvergeten luxe! 
We zijn op de camping makkelijk te ontdekken: er staan twee tenten en die van ons is er één van. Voor de rest vrijwel uitsluitend campers van het grote tot zeer grote soort. Een enkele caravan heeft ook een plekje gevonden. Écht kamperen is er hier in Italië niet meer bij, lijkt wel.
Een lange boulevard scheidt de camping van het verderop gelegen stadje Roseto degli Abruzzi en over die boulevard of langs het haventje aan de andere kant van de camping lopen wij dagelijks onze meters. Ook hier is het strandseizoen voorbij en rest er slechts een enkel attribuut aan de zomer.

Het strand bij Roseto degli Abruzzi

Het strand bij Roseto degli Abruzzi

Het oude dorpje Montepagnano ligt redelijk vlakbij en ook daar lopen we naartoe. Een behoorlijke klim over een in verval geraakt paadje. Ooit netjes aangelegd met om de zoveel meter een bankje en verlichting onderweg, maar het meeste is al kapot of daar naartoe onderweg.

Onderweg naar Montepagnano

Mooi dorpje wel, helaas geen gelateria, maar wel een prachtige oude poort. Die poort heeft uiteraard twee kanten: een ingang met een ronde boog en een uitgang richting de vallei, met een puntige boog.
Montepagnano

Montepagnano

En dan ... gaat het in Italië ook hard met de corona-maatregelen! Het dragen van een mondkapje wordt nu ook in het openbare leven verplicht en dat zien we niet zitten. Het is blijkbaar tijd om naar huis te gaan! Inpakken en wegwezen dus.

De nieuwe werkelijkheid in Italië

We gaan dan wel weg, maar écht niet zonder onderweg
nog een keer een bakkie te doen!

Omdat we niet al te lang onderweg willen zijn rijden we over de autostrada en de Autobahn in plaats van secundair. Via een koude Brennerpas (met commentaar: klik! en met liederlijk gedrag: klik!) komen we Oostenrijk binnen, dan snel door naar Duitsland (even van de snelweg af en tanken voor € 1.07 per liter. Vooroorlogse prijzen!). Die eerste dag maken we veel kilometers, wat ook nodig is omdat doorreizen in Duitsland weliswaar is toegestaan, maar dan moet je wel binnen 24 uur het land door zijn!

Soort van afzien op de Brennerpas

De laatste keer in ons karretje slapen doen we routineus bij een benzinestation. Eind van de middag zijn we thuis. Opnieuw een vanwege corona aangepast en ingekort avontuur, gelukkig verliep de aftocht niet zo dramatisch als het geforceerde vertrek uit Argentinië (klik! en klik!).

Welkom thuis verrassing van zus en zwager, en normaal kijkt Hans iets anders. Sorry.

De statistieken

Ook wij horen wel eens: waar dóen ze het van?! Terechte vraag, want als je dat eenmaal weet kun je het makkelijker zelf proberen. Uiteraard is de eerste stap het lezen van onze eerste blogs (hier: klik!) en ook maar eens proberen hoe het wildkamperen bevalt.
En de kosten? We zijn 68 dagen weggeweest en hebben 67 keer overnacht, waarvan 10 keer op een camping. Als we eten niet meerekenen (want dat doen we thuis ook), hebben we  ongeveer € 55,- per week uitgegeven.  Dat is inclusief kampeerkosten, benzine voor autorijden en koken, tolgelden, koffietjes etc.  

Verder!

En nu is het wachten op onze volgende trip. In Europa met onze nieuw aangeschafte daktent (besteld in China, leverdatum ergens in maart 2021) of weer naar Zuid-Amerika, waar we nog een auto hebben staan!
Wie zal het zeggen! Blijf ons volgen en je leest het vanzelf!