vrijdag 10 juni 2022

Draken, Karekieten en Pelikanen

Via Konitsa naar Drakolimni-Smolikas

Na de belevenissen uit het vorige blog, was ons volgende reisdoel het Drakolimni van de berg Smolikas: een tip van de gids die we onlangs ontmoet hadden.

Tussen Monodendri en Smolikas ligt Konitsa, bekend om de hoogste stenen boogbrug van de Balkan en de mooie wandeling in de Aoos kloof. Tussen ons en deze bezienswaardigheden lag een dag met regen, geweldige reden om twee nachtjes in een eenvoudig appartement in Konitsa te verblijven!


Veldparelmoervlinder

Nóg een mooie reden: er zat een flinke kopspijker in de rechter achterband. Gelukkig konden we er een heel eind mee rijden en was er werkelijk om de hoek van onze aanstaande accommodatie een goede banden-garage die de boel in een half uurtje kon fixen. En de prijs? € 15,- alsjeblieft!


Guesthouse To tzaki had een aanbieding en een aardige gastvrouw die geen woord over de grenzen van Griekenland sprak. Inchecken lukte gelukkig wel en tegen het eind van de middag liepen we eens richting de stenen brug. Nog geen 20 meter na de start groetten we twee oudere dames die gezellig in de schaduw in een tuin zaten: Yássas! En yássas terug met de vraag waar we vandaan kwamen. Ολλανδία, Holandía dus, waarop een kort gesprek in het Duits volgde. Toen we zagen dat ze eigenlijk wat aan het eten waren, was het vanzelfsprekend eet smakelijk! Als antwoord kregen we twee heerlijke stukken pizza! Lief hè!

Nog nagenietend kwamen we aan bij de in de ogen van Hans levensgevaarlijke boogbrug. Want: 20 m hoog, een pad erover van grove, ongelijk gelegde stenen en een "vangrail" van nog geen halve meter, verder nog flink wat stenen die al uit de onderkant van de brug waren gevallen en al in het ondiepe water lagen. Eigenlijk zou iedere passant valbescherming moeten krijgen!


De boogbrug van Konitsa.

Happy in de Aoos-kloof

De volgende dag deden we boodschappen, lieten de permits afdrukken die we een dikke week later voor de grensovergangen van de Peaks of the Balkans nodig zouden hebben. 's Middags stond de wandeling in de Aoos-kloof op het programma. Door toevallige ontmoetingen liepen we het grootste deel van de heenweg in het gezelschap van vier Grieken, waaronder één praatgrage gids die ons allerhande tips gaf. Hij begon overigens met de mededeling dat we verkeerde schoenen aan hadden. Vonden wij niet, het waren sandalen met redelijk profiel.
Achteraf bleek het toch wat steiler en verder te zijn dan gedacht. In totaal 10km en 450m omhoog. Op sandalen, ha ha. Uiteindelijk lag ons tempo toch hoger dan dat van de gids met zijn groep. Op onze terugweg kwamen we hem weer tegen, volgens hem waren we experienced hikers! Hij gaf z'n visitekaartje aan ons, met de mededeling dat we hem altijd konden mailen of bellen, niet om hem als gids in te huren want dat was niet nodig, maar voor tips! Ook alweer zó aardig! Wij vonden de Aoos kloof trouwens mooier dan de Vikos!

Klooster, eindpunt van de wandeling in de Aoos-kloof

Bosorchis (Dactylorhiza fuchsii)

Bijna permanent code rood.


Terug bij de accommodatie vertelde onze gastvrouw met een scala aan handgebaren en hulp van een toevallige passant dat er vlakbij een bakkertje zat. Dat lieten we ons geen twee keer vertellen! Bruin brood en amandelkoekjes. Brood even gesneden? Ja graag! De enorme handen van de bakker sneden geen Hollandse schijfjes, maar verdeelden het brood in acht kloeke no-nonsense plakken waar we ons bijna achter konden verschuilen!


Drakolimni-Smolikas

En op weg naar onze tweede poging een echte draak te ontmoeten: het Drakolimni bij de berg Smolikas, de op één na hoogste berg van Griekenland (de hoogste, de Olympus, is het Huis van de Goden en vooral van de bliksemschicht-gooiende Zeus, die doet het niet voor minder).

Niet getreurd, #2 is ook niet mis. De route vanaf Konitsa naar ons overnachtingsplekje is er een van zeldzame schoonheid. Ons plekje zelf is een prachtige open plek, zwanger van de bloeddorstige stekers, jammer wel. Na het ontbijt rijden we nog een stuk omhoog over een hobbelige bergweg (blij met onze Suzuki joh! Ons trouwe Toyotaatje hadden we hier echt nooit laten rijden). Parkeren, rugzak op en sjouwen.


Deze Drakolimni-route is korter, maar veel steiler dan de eerste. Gelukkig bieden de vergezichten (klik!) en wilde orchideeën verlichting en foto-pauze. Zo ook de nieuwe vondst: de Bleke orchis.


Bleke orchis (Orchis pallens)

Bleke orchis (Orchis pallens)

Onderweg naar Drakolimni-Smolikas

Ooievaarsbek (Geranium subcaulescens)

Bostulp (Tulipa sylvestris)

Witte narcis (Narcissus poeticus)

Bij het meer aangekomen torent Smolikas zelf nog ruim 400 m boven ons uit en dat laten we zo: boven op een berg zie je die berg immers niet!

Drakolimni is een mooi meertje, iets kleiner dan de evenknie bij Tymfi.

En de draak? Weer gemist, weer het verkeerde moment dus. Uit doorgaans betrouwbare bron hebben we vernomen dat dit komt omdat we Game of Thrones niet gelezen hebben. Blijkbaar zijn Harry Potter, Eragon, de complete Temeraire-reeks én de TV-serie Merlin toch onvoldoende voorbereiding.


Drakolimni - Smolikas

Fluks naar beneden. We besluiten om niet op het van muggen vergeven plekje in het bos te blijven, maar even een stukje terug richting Konitsa te rijden, waar we in een flits achter een kapelletje wat open ruimte hebben gezien.

Het blijkt hemels. Bijna serene sfeer, een overweldigend uitzicht. In het begin van de avond komen twee stevig wandelende dames op de terugweg toch even polshoogte nemen of het allemaal wel pluis is wat daar staat. Ze doen alsof ze geïnteresseerd zijn in het kapelletje, maar zitten vooral naar ons te gluren. We lopen er naar toe om ze te begroeten en ons gezicht te laten zien. Met handen, voeten en een beetje Engels communiceren we, als ze begrijpen dat we uit Holland komen is het ijs gebroken, want een van de dames is in Nederland op vakantie geweest. Dat wordt nog eens bevestigd door de sleutelband die ze draagt waar 'I love Amsterdam' op staat.

In de avond en nacht is er absolute stilte. Daarvoor: koffie en bier op een godenplek. De volgende morgen yoga en ontbijt met vijf-sterren uitzicht.


Wie wil hier niet wakker worden?

Blauwe ijsvogelvlinder


Kastoria en daarna de Prespa-meren

Behoorlijke verwachtingen van Kastoria, die niet helemaal werden ingelost. Best een overdruk stadje en het idee om midden op het schiereiland, dat in het meer van Kastoria steekt, te overnachten, ging niet door: te kaal. Een slaapplek aan de oever dan maar, gedeeld met 3 Duitse campers. En, nog nooit meegemaakt, luidruchtige Grote karekieten die zich niet alleen lieten horen, maar ook goed lieten zien. Super leuk!

We maakten nog een aardig wandelingetje langs het meer, om de volgende dag door te rijden naar de grenzen met Albanië en Noord-Macedonië. Waarom? Om de Prespa-meren!


Tja, dat is weer eens wat anders dan overstekende herten.

Grote karekiet

Niet zo spectaculair maar wel heel lief, deze meerkoet met jongen.

Doe eens meer dan 100 pelikanen …

Even zoeken naar een rustig plekje voor de nacht blijkt in deze moerassige uithoek van het land geen kattenpis! Op de eerste stek werden we door de in ruime aantallen aanwezige muggen en horzels indringend verzocht naar elders te verkassen.

Ok, dus naar de wat winderige dijk tussen het kleine en grote Prespa-meer. Zaten we nog nét niet aan de koffie, komt een Ranger aanrijden die ons minstens even indringend zegt dat het verboden is te gaan staan waar wij willen. Want: vogel-rustgebied. Meer specifiek qua vogel: een paar honderd broedparen Roze en Kroeskop-pelikanen. De Ranger is de beroerdste niet, ziet dat wij twee geïnteresseerde, onschuldige pensionado's zijn en geeft informatie over waar we wél mogen staan en vertelt ook dat enige tijd geleden de vogelgriep een ware slachting onder de pelikanen heeft aangericht: meer dan duizend vogels legden het loodje.


De eerste blik op overvliegende pelikanen!!!

We gaan slapen achter een wat viezig, half gesloopt ex-restaurant, waar huismussen onder de dakpannen broeden, zwaluwen in- en uitvliegen, links en rechts de hop z'n onmiskenbare roep doet klinken, zomertortels zachtjes hun aanwezigheid kenbaar maken en minstens twee wielewalen dat ook doen, zonder zich ook maar één keertje te laten zien. 


Volgende ochtend half zeven. Hans daalt het trapje van de daktent af, kijkt omhoog naar de blauwe hemel en maant vervolgens Marleen om zich met gezwinde spoed én camera bij hem te voegen.

Hoezo?

Iets wat we nog nooit eerder gezien hebben: meer dan 100 pelikanen draaien in volledige stilte rondjes op de thermiek. We hebben foto's en een video (klik!). Bedenk bij het bekijken dat elk van die vogels een spanwijdte van bijna 3 meter heeft!


Roze en Kroeskop-pelikanen.

Roze pelikaan

De Kroeskoppelikaan links onder, de andere vogels zijn Roze pelikanen.

Hop, inmiddels zijn we de tel kwijtgeraakt,
zóveel hebben we ze gezien of gehoord.

Die dag neuzelen we nog wat rond in de omgeving, lopen over het drijvende bruggetje naar het eilandje Agios Achillios (één van de slechts twee bewoonde eilanden-in-een-meer van heel Griekenland), zien een uiterst zeldzaam eendje (de Witoogeend, nog slechts 10 broedparen in de regio) en merken, tot ons afgrijzen, dat het plaatselijke Illy-koffietentje dicht is. Dan maar aan de zelfgezette koffie en een koud biertje. Life is Good.


De volgende ochtend géén wolken van pelikanen boven ons, want de steiger 200 m vóór ons is compleet volgepakt met die grote vogels, die heerlijk rustig van hun zondagochtend zitten te genieten. 

Dat duurt zo een paar uur en door de verrekijker zien we dat het spul geen enkele aanstalten heeft om te vertrekken. Met pijn en moeite houden we ons in om niet dichter naar de vogels te lopen om ze te bekijken en te fotograferen. We willen ze niet verstoren.


Zicht op het Prespa meer met de grote hoeveelheden pelikanen. (Niet omdraaien!)

Toch omgedraaid! Een verlaten hotel.

En dan manoeuvreert een stel ongelooflijke hooivorken hun auto richting de oever, stapt uit en loopt naar de steiger, blijkbaar met het idee dat de regels niet voor hun gelden en dat ze de pelikanen best close-up kunnen bekijken. 

Die zijn echter niet van lotje en voordat de overtreders in de buurt zijn, is de steiger leeg en zijn de vogels weliswaar niet gevlogen maar dobberen wel een heel stuk verderop in het meer. De rest van de dag komen ze niet meer terug.


Die middag ligt er opeens een dikke slang een paar meter voor ons op het beton. Het dier is zich óf aan het opwarmen of wil graag meedelen met onze toastjes met Brie. We zullen het nooit weten, want tijdens de overhaaste poging om half struikelend de fototoestellen te pakken, gaat het dier er vandoor. Fotogeniek, dat zeker, maar ook schuw.

We hebben deze reis al meer dan 10 slangen  gezien. In het water bij Kastoria, kruipend over de asfaltwegen maar helaas ook vaak doodgereden. Dat lot is de acht schildpadjes die we inmiddels van de weg hebben getild, gelukkig bespaard gebleven.


Tijd om weer te verkassen: we gaan terug naar Albanië, de Peaks of the Balkans staan bijna voor de deur.


Griekenland, wat een fijne verrassing 

Marleen is vaak in Griekenland geweest, vooral op de eilanden. Hans twee keer, ver in de vorige eeuw een keer en later nog eens met Marleen samen.

Het Griekenland dat we in het Pindos-gebergte hebben leren kennen is een Griekenland om verliefd op te worden. Zó mooi, zó rustig en idyllisch, zulke aardige mensen.

Hier komen we in de toekomst zeker terug!


Weer in Albanië

Vanuit het groene, dicht beboste Griekenland steken we de grens naar Albanië over. Twee dingen vallen op: de heuvels zijn veel kaler en al na een paar km komen de bekende hopen afval weer terug. 

De weg langs het meer van Ohrid is bezaaid met troep. We stoppen even op een parkeerplaats om soep op te warmen. Vier knulletjes zijn in een roeiboot wat aan het klooien en binnen 5 minuten liggen er vier plastic flesjes in het water.

In Peshkopi staan we op een klein campinkje (ontzettend aardige mensen trouwens), waar de oever van het langsstromende riviertje vol plastic en andere zooi ligt. Tijdens een korte wandeling naar het dorp zien we dat een jongen, jaar of 12, volledig gedachteloos een leeg chips zakje op straat gooit.

Elke dag sproeit een vrachtwagen het stof van de straten, maar het afval blijft liggen. Geen ophaalsysteem, geen recycling, geen bewustwording. Zó jammer.


Bijzondere dingen maken we ook óp de camping mee. Terwijl de camping op ons na helemaal leeg was, komt er eind van de middag een gigantische Nederlandse camper het terrein oprijden. Genoeg plekken vrij en wat doen ze ... ze gaan naast ons staan. Onze stoeltjes stonden voor onze camper. En wat doen ze.....1,5m ernaast zetten ze hun stoeltjes neer! De hond begon na 15 minuten in de hoek van onze plek te poepen en de volgende morgen komt hij even naast onze voorband pissen!!!!


Campers hebben uiteraard een chemisch toilet en meestal zien we 's ochtends een hele stoet mannen met grijze containers naar een toiletgebouw lopen om de nachtelijke opbrengst netjes in de daarvoor bedoelde stortbak te ledigen.

Onze camping heeft een bord "Chemical toilets empty here" met een pijl die naar de achterkant van het toiletgebouw wijst. Tot zover niets bijzonders, tot we op een morgen even naar de rivier gingen kijken. We liepen door het hekje van de camping richting rivier en ook richting de stortplaats van de chemische toiletten. En wat zien we .... een muurtje waaroverheen de rommel blijkbaar gekieperd moet worden, om te landen op een stukje grond, ietwat bedekt met tuinafval. Wanneer het regent, spoelt al het spul keurig de rivier in. Opgeruimd!


Behalve van al dit lekkers, hebben we ontzettend genoten van de kersen die we zo maar van de kersenbomen op de camping mochten plukken. We werden aangespoord zo veel mogelijk te plukken en er ook sap van te maken, dus maakte Marleen een hele fles kersensap en namen we ook nog een mooie bak kersen mee!

Ook kregen we een flesje zelfgestookte raki mee én twee lekkere stukje zoet gebak.

Super lief!


Kortom: een camping om terug te komen!



Neushoornkever

Overdag een blog schrijven, vergt wat aanpassingen. 


In het volgende blog alles over wat een mooi avontuur gaat worden: de 12-daagse trekking over de Peaks of the Balkans!

zaterdag 4 juni 2022

Ambracische Golf en het Pindos gebergte

Aan de kust bij Preveza

We gaan vogeltjes kijken in de Ambracische golf ten oosten van Preveza. Volgens de berichtgeving op verschillende website is de golf het domein van ontelbare muggen en ander stekend gespuis. Gelukkig kunnen we daar ook de Dalmatische pelikaan spotten, die we eerder van veraf in Albanië hebben gezien (lees hier: klik!). Eerst even een paar dagen niksen om de avonturen in de kloof van de Acheron te verteren.

Preveza is een aardig stadje. De haven ligt stijf vol met kleine en grote zeiljachten en vanaf ons plekje op een terras (koffie met lekkers), zien we verschillende zeilers over de boulevard langslopen. We weten het niet precies te duiden, maar het is die verweerde bruine kop en dat opvallende loopje dat volgens ons de doorgewinterde zeiler van de landrot onderscheidt.
Bij één van de twee wasserettes in de buurt leveren we twee volle waszakken af. Terwijl ons geurige wasgoed geschoond en gevouwen wordt, struinen wij door nauwe straatjes vol met leuke kleine winkeltjes en barretjes - alles heeft een gezellige en rustige sfeer.

Preveza
Preveza 

Preveza


Marleen scoort een nieuwe zonnebril, we kopen verse groente in een rommelig winkeltje en rijden dan een paar kilometer naar het noorden waar we voor nop vers drinkwater kunnen tappen en we twee nachten achter een forse struik aan het strand slapen, met weer een prachtige zonsondergang en in de nacht honderden vuurvliegjes!



Gele hoornpapaver (Glaucium flavum)

Matthiola tricuspidata

Trifolium purpureum, geen Nederlandse naam bekend.

Op naar de Ambracische golf

Het is een wat verlaten boel, de weg tussen Preveza en de golf. Hier en daar een tankstation, verder weinig vertier. Maar wanneer we in deze middle of nowhere een zaakje passeren dat een groot uithangbord "Bakery / coffee" toont, draaien we vliegensvlug om en lopen even later vol verwachting naar binnen.

De tent heeft betere tijden gekend en lijkt bezig met óf de weg naar de absolute ondergang, óf een langzame en moeizame tocht naar een gezonde toekomst.
Zonder meer lekkere koffie en dito koekjes. Koffie-gedeelte spic-and-span. De rest ...

Stoelen onder de vogelpoep. Half dooie vliegen / horzels op de grond. Altijd gezellig.

Na deze welverdiende en smaakvolle tussenstop karren we door. De wegen aan de noordzijde van de golf zijn bijzonder. De ene keer rijden we door een breed moeras, dan weer is de weg slechts een smalle onderbreking van brak water aan weerszijde. 

Moeras aan het noordwesten van de Ambracische golf

Vijgcactus (Opuntia ficus-indica)

Mooie camouflage van de Grote groene sabelsprinkhaan.

Steltkluut. Veel gezien, blijft mooi.

Flamingo's, Ambracische golf.

En dan opeens is het een drukte van belang. Niet zozeer op de weg, maar boven ons, waar een ooievaarsnest een ware commune geworden is, met behalve de eibers zelve, ook tientallen mussen onder één dak hokken.

Ooievaarsnest met heel veel mussennesten, mooie commune!

Rose pelikaan

Dwergaalscholver


Roodstuitzwaluw

Leeuwen en een apart soort koffie

We gaan op weg naar ons volgende stekje. Naast een bruggetje aan de oever van het riviertje de Καλεντίνης, vinden een zo op het oog prachtig en veilig plekje met naar het noordoosten zicht op de laatste sneeuw op de bergen.

Prachtig stekkie toch?!

Dan is het toch even schrikken wanneer blijkt dat we onze stek met tientallen leeuwen moeten delen ... gelukkig zijn het 'slechts' mierenleeuwen en is het valkuiltje dat ze graven veel te klein om ons te kunnen verschalken. Kijk eens naar hun gegraaf: klik!
Mierenleeuwen danken hun naam aan de roofzuchtige larven die gespecialiseerd zijn in het vangen van bodembewonende insecten. Ze maken vooral mieren buit, maar ook andere kleine diertjes worden gevangen met behulp van een zelfgegraven valkuiltje. Aldus Wikipedia. 

Zo'n drie keer per dag komt een auto over het bruggetje voorbij en elke keer wordt enthousiast gezwaaid en Γεια σας (Yássas) geroepen. Hallo!
Dat bruggetje leidt naar de hogerop gelegen heuvels, maar je kunt ook via een zijpaadje een rondje lopen. De tweede dag dat we hier staan, lopen we het rondje en zo komen we langs een huis waar twee mensen gezellig op hun veranda zitten. En hier begint ons volgende min-avontuur: 

Kostas, zijn vrouw en een apart soort koffie.
Wij zwaaien en groeten (Yássas!), zij terug zwaaien en gelijk roepen καφέ?! Dat klonk als een uitnodiging om koffie te komen drinken. Wij er naar toe en met behulp van Google Translate ontspon zich een gesprek met vrolijke hindernissen. Hij heet Kostas, haar naam was wat ingewikkelder en die hebben we helaas vergeten. Er waren drie soorten koffie: Grieks, filter en Nes. Dat laatste klonk als Nescafé en dat kennen we van onze trekkingen. Twee Nes dus, één zwart en één met melk, beide zonder suiker.
Even later stonden de twee grootste koffiebekers die we ooit voor onze neus hebben gehad op tafel, samen met de gebruikelijke glazen water en een rietje!
De ijskoude koffie smaakte vreselijk, maar dapper doordrinkend en korte zinnen vertalend kwamen we verder, zó gezellig en hartverwarmend en een lol dat we met z'n allen hadden. Toen we vertrokken, kregen we nog zelfgemaakte wijn mee, die overigens
 ongelofelijk zuur was en na inschenken een goed uur nodig had om te kunnen drinken. Kwestie van uitstel van behoeftebevrediging.
Maar zooooo liefffff.

Aan de koffie bij Kostas en zijn vrouw

En wat een plekje hadden wij toch. De heuvels en het het zachte gemurmel van het riviertje waren het decor van de nachtegaal, die iedere ochtend (vanaf zes uur) tot laat in de avond zijn prachtige gezang liet horen.

De Vikos kloof

Op naar het noorden, waar de diepste kloof ter wereld op ons wacht - nou ja, ten opzichte van de breedte ervan. Grand Canyon is ruim dieper, maar ook ruim breder. Dus.
Veruit de meeste bezoekers beginnen hun wandeling in het toeristische plaatsje Monodendrí, om eerst een paar honderd meter stijl af te dalen alvorens langs de rivier de Vikos door de gelijknamige kloof te wandelen. Marleen heeft een geweldig boek over Griekenland (zeker 20 jaar oud, maar bijzonder bruikbaar: klik!), waarin staat dat je makkelijker vlakbij het naburige Kipi kunt starten, meer nauwkeurig: vanaf onderstaande prachtige stenen brug. 

De oude stenen Kokkorou-brug over de Vikos

En off we go!

Vikos kloof
Eenzame hoogte

De Vikos-kloof vanaf het Beloi-uitkijkpunt (aan de oostzijde)

Vikos kloof
De Vikos-kloof vanaf het Oxya-uitkijkpunt (aan de westzijde)

De kloof begint breed, maar al na een paar kilometer wordt de boel nauwer en hoger. We wisselen een paar keer van oever en soms is het klunen over de stenige bedding. Stukje video: klik!

En ook vanaf het Beloi-uitkijkpunt hebben we een filmpje: klik! en dan mag het Oxya-uitkijkpunt natuurlijk niet ontbreken: klik!

Flinke delen van de wandeling lopen we door prachtig bos - de kloof zelf is dan niet te zien, maar het bos herbergt zijn eigen schoonheden: daar zijn ze weer, nog meer wilde orchideeën!

Wit bosvogeltje (Cephalanthera longfolia)

Purperorchis (Orchis purpurea)

Drietandige orchis (Neotinea tridentata)

Drakolimni - het meer van Tymfi

Tijdens de prachtige wandeling in en uit de Vikos kloof kwamen we in gesprek met een Griekse gids die een groep Deense meiden begeleidde. Aardige enthousiaste kerel, die ons vertelde dat we zéker naar het verder- en hogerop gelegen Drakenmeer moesten gaan. Marleen had dit meer ook al in haar boek genoemd zien staan, dus een dubbele aanbeveling! Gaan we doen!
Stukje cultuurgeschiedenis: Drakolimni is de naam van twee hooggelegen meren, die vroeger door draken bewoond werden en die elkaar met dennebomen en rotsen bekogelden. Echt waar.

Via een geweldige weg-omhoog (21 haarspeldbochten) komen we aan bij Papigo. Nachtje langs de kant van de weg pitten, de volgende dag klein stukje omhoog en onder de bomen bij Mikro Papigo parkeren en we zijn er vandoor. Na een welverdiende bak koffie (na drie kwartier klauteren) opent het landschap zich in volle glorie. 

Koffie met een snicker!!!!!

En wie komen we onderweg tegen? Onze Griekse gids (zie boven), die vol respect is over onze plannen om op één dag op en neer naar het Drakenmeer te lopen ("strong team") en die nóg een goede tip heeft: wandelen naar de top van de Smolikas, de één na hoogste berg van Griekenland, waar een stukje onder de top het tweede Drakolimni ligt. Uiteraard staat ook dit in het boek van Marleen. Hoe dan ook, leuke gozer, heel vriendelijk, zoals trouwens veruit de meeste Grieken!

We lopen welgemoed verder omhoog, drinken veel en nemen een koffie met chocolade in de berghut. Het laatste stuk naar Drakolimni is 200m naar beneden en weer omhoog. Via velden vol orchideeën bereiken we het meertje, waarvan de oevers nog met sneeuw bedekt zijn.

Genoeg tekst. Tijd voor foto's en een video: klik!

Op de helling onderweg naar het Drakenmeer

Zicht op eerste meer vanuit de Astraka-hut op 1926 m.

En verder: Drakolimni ligt achter het kleine bergtopje boven en rechts van het midden op de foto.

Drakolimni, 2050 m

Drakolimni


Drakolimni

Gulden sleutelbloem (Primula veris)

Drakolimni
Even wachten op de draak ...

Waarschijnlijk de Bonte krokus (Crocus vernus)

Vlierorchis, rode variant (Dactylorhiza sambucina)

Vlierorchis, gele variant (Dactylorhiza sambucina)

Vlierorchis, rode en gele variant (Dactylorhiza sambucina)

Drakolimni
Springen in de sneeuw bij Drakolimni

Bevoorrading van de hut: twee keer per week

Carduus thoermeri

Viooltje....maar welke?

Voordat we naar Monodendri aan de Vikos-kloof terugrijden (waar we nog wat uitzichtpunten willen bezoeken en waarvan de foto's hierboven staan), lopen we even langs de "natural ponds", natuurlijke vijvers, die hier vlak in de buurt liggen. Kwartiertje op en neer, leuk en mooi om te zien.


Prachtig stukje rivier: Voïdomátis Potamós

Onderweg naar Oxya viewpoint: stone forest

Bijenblad (Melittis melissophyllum}


En nóg zijn onze Griekse avonturen niet afgelopen. Over Konitsa en Drakolimni-Smolikas, over Kastoria en de Prespa-meren en het redden van schildpadjes gaan we het nog hebben!
Tot de volgende keer!