vrijdag 10 juni 2022

Draken, Karekieten en Pelikanen

Via Konitsa naar Drakolimni-Smolikas

Na de belevenissen uit het vorige blog, was ons volgende reisdoel het Drakolimni van de berg Smolikas: een tip van de gids die we onlangs ontmoet hadden.

Tussen Monodendri en Smolikas ligt Konitsa, bekend om de hoogste stenen boogbrug van de Balkan en de mooie wandeling in de Aoos kloof. Tussen ons en deze bezienswaardigheden lag een dag met regen, geweldige reden om twee nachtjes in een eenvoudig appartement in Konitsa te verblijven!


Veldparelmoervlinder

Nóg een mooie reden: er zat een flinke kopspijker in de rechter achterband. Gelukkig konden we er een heel eind mee rijden en was er werkelijk om de hoek van onze aanstaande accommodatie een goede banden-garage die de boel in een half uurtje kon fixen. En de prijs? € 15,- alsjeblieft!


Guesthouse To tzaki had een aanbieding en een aardige gastvrouw die geen woord over de grenzen van Griekenland sprak. Inchecken lukte gelukkig wel en tegen het eind van de middag liepen we eens richting de stenen brug. Nog geen 20 meter na de start groetten we twee oudere dames die gezellig in de schaduw in een tuin zaten: Yássas! En yássas terug met de vraag waar we vandaan kwamen. Ολλανδία, Holandía dus, waarop een kort gesprek in het Duits volgde. Toen we zagen dat ze eigenlijk wat aan het eten waren, was het vanzelfsprekend eet smakelijk! Als antwoord kregen we twee heerlijke stukken pizza! Lief hè!

Nog nagenietend kwamen we aan bij de in de ogen van Hans levensgevaarlijke boogbrug. Want: 20 m hoog, een pad erover van grove, ongelijk gelegde stenen en een "vangrail" van nog geen halve meter, verder nog flink wat stenen die al uit de onderkant van de brug waren gevallen en al in het ondiepe water lagen. Eigenlijk zou iedere passant valbescherming moeten krijgen!


De boogbrug van Konitsa.

Happy in de Aoos-kloof

De volgende dag deden we boodschappen, lieten de permits afdrukken die we een dikke week later voor de grensovergangen van de Peaks of the Balkans nodig zouden hebben. 's Middags stond de wandeling in de Aoos-kloof op het programma. Door toevallige ontmoetingen liepen we het grootste deel van de heenweg in het gezelschap van vier Grieken, waaronder één praatgrage gids die ons allerhande tips gaf. Hij begon overigens met de mededeling dat we verkeerde schoenen aan hadden. Vonden wij niet, het waren sandalen met redelijk profiel.
Achteraf bleek het toch wat steiler en verder te zijn dan gedacht. In totaal 10km en 450m omhoog. Op sandalen, ha ha. Uiteindelijk lag ons tempo toch hoger dan dat van de gids met zijn groep. Op onze terugweg kwamen we hem weer tegen, volgens hem waren we experienced hikers! Hij gaf z'n visitekaartje aan ons, met de mededeling dat we hem altijd konden mailen of bellen, niet om hem als gids in te huren want dat was niet nodig, maar voor tips! Ook alweer zó aardig! Wij vonden de Aoos kloof trouwens mooier dan de Vikos!

Klooster, eindpunt van de wandeling in de Aoos-kloof

Bosorchis (Dactylorhiza fuchsii)

Bijna permanent code rood.


Terug bij de accommodatie vertelde onze gastvrouw met een scala aan handgebaren en hulp van een toevallige passant dat er vlakbij een bakkertje zat. Dat lieten we ons geen twee keer vertellen! Bruin brood en amandelkoekjes. Brood even gesneden? Ja graag! De enorme handen van de bakker sneden geen Hollandse schijfjes, maar verdeelden het brood in acht kloeke no-nonsense plakken waar we ons bijna achter konden verschuilen!


Drakolimni-Smolikas

En op weg naar onze tweede poging een echte draak te ontmoeten: het Drakolimni bij de berg Smolikas, de op één na hoogste berg van Griekenland (de hoogste, de Olympus, is het Huis van de Goden en vooral van de bliksemschicht-gooiende Zeus, die doet het niet voor minder).

Niet getreurd, #2 is ook niet mis. De route vanaf Konitsa naar ons overnachtingsplekje is er een van zeldzame schoonheid. Ons plekje zelf is een prachtige open plek, zwanger van de bloeddorstige stekers, jammer wel. Na het ontbijt rijden we nog een stuk omhoog over een hobbelige bergweg (blij met onze Suzuki joh! Ons trouwe Toyotaatje hadden we hier echt nooit laten rijden). Parkeren, rugzak op en sjouwen.


Deze Drakolimni-route is korter, maar veel steiler dan de eerste. Gelukkig bieden de vergezichten (klik!) en wilde orchideeën verlichting en foto-pauze. Zo ook de nieuwe vondst: de Bleke orchis.


Bleke orchis (Orchis pallens)

Bleke orchis (Orchis pallens)

Onderweg naar Drakolimni-Smolikas

Ooievaarsbek (Geranium subcaulescens)

Bostulp (Tulipa sylvestris)

Witte narcis (Narcissus poeticus)

Bij het meer aangekomen torent Smolikas zelf nog ruim 400 m boven ons uit en dat laten we zo: boven op een berg zie je die berg immers niet!

Drakolimni is een mooi meertje, iets kleiner dan de evenknie bij Tymfi.

En de draak? Weer gemist, weer het verkeerde moment dus. Uit doorgaans betrouwbare bron hebben we vernomen dat dit komt omdat we Game of Thrones niet gelezen hebben. Blijkbaar zijn Harry Potter, Eragon, de complete Temeraire-reeks én de TV-serie Merlin toch onvoldoende voorbereiding.


Drakolimni - Smolikas

Fluks naar beneden. We besluiten om niet op het van muggen vergeven plekje in het bos te blijven, maar even een stukje terug richting Konitsa te rijden, waar we in een flits achter een kapelletje wat open ruimte hebben gezien.

Het blijkt hemels. Bijna serene sfeer, een overweldigend uitzicht. In het begin van de avond komen twee stevig wandelende dames op de terugweg toch even polshoogte nemen of het allemaal wel pluis is wat daar staat. Ze doen alsof ze geïnteresseerd zijn in het kapelletje, maar zitten vooral naar ons te gluren. We lopen er naar toe om ze te begroeten en ons gezicht te laten zien. Met handen, voeten en een beetje Engels communiceren we, als ze begrijpen dat we uit Holland komen is het ijs gebroken, want een van de dames is in Nederland op vakantie geweest. Dat wordt nog eens bevestigd door de sleutelband die ze draagt waar 'I love Amsterdam' op staat.

In de avond en nacht is er absolute stilte. Daarvoor: koffie en bier op een godenplek. De volgende morgen yoga en ontbijt met vijf-sterren uitzicht.


Wie wil hier niet wakker worden?

Blauwe ijsvogelvlinder


Kastoria en daarna de Prespa-meren

Behoorlijke verwachtingen van Kastoria, die niet helemaal werden ingelost. Best een overdruk stadje en het idee om midden op het schiereiland, dat in het meer van Kastoria steekt, te overnachten, ging niet door: te kaal. Een slaapplek aan de oever dan maar, gedeeld met 3 Duitse campers. En, nog nooit meegemaakt, luidruchtige Grote karekieten die zich niet alleen lieten horen, maar ook goed lieten zien. Super leuk!

We maakten nog een aardig wandelingetje langs het meer, om de volgende dag door te rijden naar de grenzen met Albanië en Noord-Macedonië. Waarom? Om de Prespa-meren!


Tja, dat is weer eens wat anders dan overstekende herten.

Grote karekiet

Niet zo spectaculair maar wel heel lief, deze meerkoet met jongen.

Doe eens meer dan 100 pelikanen …

Even zoeken naar een rustig plekje voor de nacht blijkt in deze moerassige uithoek van het land geen kattenpis! Op de eerste stek werden we door de in ruime aantallen aanwezige muggen en horzels indringend verzocht naar elders te verkassen.

Ok, dus naar de wat winderige dijk tussen het kleine en grote Prespa-meer. Zaten we nog nét niet aan de koffie, komt een Ranger aanrijden die ons minstens even indringend zegt dat het verboden is te gaan staan waar wij willen. Want: vogel-rustgebied. Meer specifiek qua vogel: een paar honderd broedparen Roze en Kroeskop-pelikanen. De Ranger is de beroerdste niet, ziet dat wij twee geïnteresseerde, onschuldige pensionado's zijn en geeft informatie over waar we wél mogen staan en vertelt ook dat enige tijd geleden de vogelgriep een ware slachting onder de pelikanen heeft aangericht: meer dan duizend vogels legden het loodje.


De eerste blik op overvliegende pelikanen!!!

We gaan slapen achter een wat viezig, half gesloopt ex-restaurant, waar huismussen onder de dakpannen broeden, zwaluwen in- en uitvliegen, links en rechts de hop z'n onmiskenbare roep doet klinken, zomertortels zachtjes hun aanwezigheid kenbaar maken en minstens twee wielewalen dat ook doen, zonder zich ook maar één keertje te laten zien. 


Volgende ochtend half zeven. Hans daalt het trapje van de daktent af, kijkt omhoog naar de blauwe hemel en maant vervolgens Marleen om zich met gezwinde spoed én camera bij hem te voegen.

Hoezo?

Iets wat we nog nooit eerder gezien hebben: meer dan 100 pelikanen draaien in volledige stilte rondjes op de thermiek. We hebben foto's en een video (klik!). Bedenk bij het bekijken dat elk van die vogels een spanwijdte van bijna 3 meter heeft!


Roze en Kroeskop-pelikanen.

Roze pelikaan

De Kroeskoppelikaan links onder, de andere vogels zijn Roze pelikanen.

Hop, inmiddels zijn we de tel kwijtgeraakt,
zóveel hebben we ze gezien of gehoord.

Die dag neuzelen we nog wat rond in de omgeving, lopen over het drijvende bruggetje naar het eilandje Agios Achillios (één van de slechts twee bewoonde eilanden-in-een-meer van heel Griekenland), zien een uiterst zeldzaam eendje (de Witoogeend, nog slechts 10 broedparen in de regio) en merken, tot ons afgrijzen, dat het plaatselijke Illy-koffietentje dicht is. Dan maar aan de zelfgezette koffie en een koud biertje. Life is Good.


De volgende ochtend géén wolken van pelikanen boven ons, want de steiger 200 m vóór ons is compleet volgepakt met die grote vogels, die heerlijk rustig van hun zondagochtend zitten te genieten. 

Dat duurt zo een paar uur en door de verrekijker zien we dat het spul geen enkele aanstalten heeft om te vertrekken. Met pijn en moeite houden we ons in om niet dichter naar de vogels te lopen om ze te bekijken en te fotograferen. We willen ze niet verstoren.


Zicht op het Prespa meer met de grote hoeveelheden pelikanen. (Niet omdraaien!)

Toch omgedraaid! Een verlaten hotel.

En dan manoeuvreert een stel ongelooflijke hooivorken hun auto richting de oever, stapt uit en loopt naar de steiger, blijkbaar met het idee dat de regels niet voor hun gelden en dat ze de pelikanen best close-up kunnen bekijken. 

Die zijn echter niet van lotje en voordat de overtreders in de buurt zijn, is de steiger leeg en zijn de vogels weliswaar niet gevlogen maar dobberen wel een heel stuk verderop in het meer. De rest van de dag komen ze niet meer terug.


Die middag ligt er opeens een dikke slang een paar meter voor ons op het beton. Het dier is zich óf aan het opwarmen of wil graag meedelen met onze toastjes met Brie. We zullen het nooit weten, want tijdens de overhaaste poging om half struikelend de fototoestellen te pakken, gaat het dier er vandoor. Fotogeniek, dat zeker, maar ook schuw.

We hebben deze reis al meer dan 10 slangen  gezien. In het water bij Kastoria, kruipend over de asfaltwegen maar helaas ook vaak doodgereden. Dat lot is de acht schildpadjes die we inmiddels van de weg hebben getild, gelukkig bespaard gebleven.


Tijd om weer te verkassen: we gaan terug naar Albanië, de Peaks of the Balkans staan bijna voor de deur.


Griekenland, wat een fijne verrassing 

Marleen is vaak in Griekenland geweest, vooral op de eilanden. Hans twee keer, ver in de vorige eeuw een keer en later nog eens met Marleen samen.

Het Griekenland dat we in het Pindos-gebergte hebben leren kennen is een Griekenland om verliefd op te worden. Zó mooi, zó rustig en idyllisch, zulke aardige mensen.

Hier komen we in de toekomst zeker terug!


Weer in Albanië

Vanuit het groene, dicht beboste Griekenland steken we de grens naar Albanië over. Twee dingen vallen op: de heuvels zijn veel kaler en al na een paar km komen de bekende hopen afval weer terug. 

De weg langs het meer van Ohrid is bezaaid met troep. We stoppen even op een parkeerplaats om soep op te warmen. Vier knulletjes zijn in een roeiboot wat aan het klooien en binnen 5 minuten liggen er vier plastic flesjes in het water.

In Peshkopi staan we op een klein campinkje (ontzettend aardige mensen trouwens), waar de oever van het langsstromende riviertje vol plastic en andere zooi ligt. Tijdens een korte wandeling naar het dorp zien we dat een jongen, jaar of 12, volledig gedachteloos een leeg chips zakje op straat gooit.

Elke dag sproeit een vrachtwagen het stof van de straten, maar het afval blijft liggen. Geen ophaalsysteem, geen recycling, geen bewustwording. Zó jammer.


Bijzondere dingen maken we ook óp de camping mee. Terwijl de camping op ons na helemaal leeg was, komt er eind van de middag een gigantische Nederlandse camper het terrein oprijden. Genoeg plekken vrij en wat doen ze ... ze gaan naast ons staan. Onze stoeltjes stonden voor onze camper. En wat doen ze.....1,5m ernaast zetten ze hun stoeltjes neer! De hond begon na 15 minuten in de hoek van onze plek te poepen en de volgende morgen komt hij even naast onze voorband pissen!!!!


Campers hebben uiteraard een chemisch toilet en meestal zien we 's ochtends een hele stoet mannen met grijze containers naar een toiletgebouw lopen om de nachtelijke opbrengst netjes in de daarvoor bedoelde stortbak te ledigen.

Onze camping heeft een bord "Chemical toilets empty here" met een pijl die naar de achterkant van het toiletgebouw wijst. Tot zover niets bijzonders, tot we op een morgen even naar de rivier gingen kijken. We liepen door het hekje van de camping richting rivier en ook richting de stortplaats van de chemische toiletten. En wat zien we .... een muurtje waaroverheen de rommel blijkbaar gekieperd moet worden, om te landen op een stukje grond, ietwat bedekt met tuinafval. Wanneer het regent, spoelt al het spul keurig de rivier in. Opgeruimd!


Behalve van al dit lekkers, hebben we ontzettend genoten van de kersen die we zo maar van de kersenbomen op de camping mochten plukken. We werden aangespoord zo veel mogelijk te plukken en er ook sap van te maken, dus maakte Marleen een hele fles kersensap en namen we ook nog een mooie bak kersen mee!

Ook kregen we een flesje zelfgestookte raki mee én twee lekkere stukje zoet gebak.

Super lief!


Kortom: een camping om terug te komen!



Neushoornkever

Overdag een blog schrijven, vergt wat aanpassingen. 


In het volgende blog alles over wat een mooi avontuur gaat worden: de 12-daagse trekking over de Peaks of the Balkans!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten