Aan de kust bij Preveza
We gaan vogeltjes kijken in de Ambracische golf ten oosten van Preveza. Volgens de berichtgeving op verschillende website is de golf het domein van ontelbare muggen en ander stekend gespuis. Gelukkig kunnen we daar ook de Dalmatische pelikaan spotten, die we eerder van veraf in Albanië hebben gezien (lees hier: klik!). Eerst even een paar dagen niksen om de avonturen in de kloof van de Acheron te verteren.
Preveza is een aardig stadje. De haven ligt stijf vol met kleine en grote zeiljachten en vanaf ons plekje op een terras (koffie met lekkers), zien we verschillende zeilers over de boulevard langslopen. We weten het niet precies te duiden, maar het is die verweerde bruine kop en dat opvallende loopje dat volgens ons de doorgewinterde zeiler van de landrot onderscheidt.
Bij één van de twee wasserettes in de buurt leveren we twee volle waszakken af. Terwijl ons geurige wasgoed geschoond en gevouwen wordt, struinen wij door nauwe straatjes vol met leuke kleine winkeltjes en barretjes - alles heeft een gezellige en rustige sfeer.
|
Preveza |
Marleen scoort een nieuwe zonnebril, we kopen verse groente in een rommelig winkeltje en rijden dan een paar kilometer naar het noorden waar we voor nop vers drinkwater kunnen tappen en we twee nachten achter een forse struik aan het strand slapen, met weer een prachtige zonsondergang en in de nacht honderden vuurvliegjes! |
Gele hoornpapaver (Glaucium flavum) |
|
Matthiola tricuspidata |
|
Trifolium purpureum, geen Nederlandse naam bekend. |
Op naar de Ambracische golf
Het is een wat verlaten boel, de weg tussen Preveza en de golf. Hier en daar een tankstation, verder weinig vertier. Maar wanneer we in deze middle of nowhere een zaakje passeren dat een groot uithangbord "Bakery / coffee" toont, draaien we vliegensvlug om en lopen even later vol verwachting naar binnen.
De tent heeft betere tijden gekend en lijkt bezig met óf de weg naar de absolute ondergang, óf een langzame en moeizame tocht naar een gezonde toekomst.
Zonder meer lekkere koffie en dito koekjes. Koffie-gedeelte spic-and-span. De rest ...
Stoelen onder de vogelpoep. Half dooie vliegen / horzels op de grond. Altijd gezellig.
Na deze welverdiende en smaakvolle tussenstop karren we door. De wegen aan de noordzijde van de golf zijn bijzonder. De ene keer rijden we door een breed moeras, dan weer is de weg slechts een smalle onderbreking van brak water aan weerszijde.
|
Moeras aan het noordwesten van de Ambracische golf |
|
Vijgcactus (Opuntia ficus-indica) |
|
Mooie camouflage van de Grote groene sabelsprinkhaan. |
|
Steltkluut. Veel gezien, blijft mooi. |
|
Flamingo's, Ambracische golf. |
En dan opeens is het een drukte van belang. Niet zozeer op de weg, maar boven ons, waar een ooievaarsnest een ware commune geworden is, met behalve de eibers zelve, ook tientallen mussen onder één dak hokken. |
Ooievaarsnest met heel veel mussennesten, mooie commune! |
|
Rose pelikaan |
|
Dwergaalscholver |
|
Roodstuitzwaluw |
Leeuwen en een apart soort koffie
We gaan op weg naar ons volgende stekje. Naast een bruggetje aan de oever van het riviertje de Καλεντίνης, vinden een zo op het oog prachtig en veilig plekje met naar het noordoosten zicht op de laatste sneeuw op de bergen.
|
Prachtig stekkie toch?! |
Dan is het toch even schrikken wanneer blijkt dat we onze stek met tientallen leeuwen moeten delen ... gelukkig zijn het 'slechts' mierenleeuwen en is het valkuiltje dat ze graven veel te klein om ons te kunnen verschalken. Kijk eens naar hun gegraaf: klik! Mierenleeuwen danken hun naam aan de roofzuchtige larven die gespecialiseerd zijn in het vangen van bodembewonende insecten. Ze maken vooral mieren buit, maar ook andere kleine diertjes worden gevangen met behulp van een zelfgegraven valkuiltje. Aldus Wikipedia.
Zo'n drie keer per dag komt een auto over het bruggetje voorbij en elke keer wordt enthousiast gezwaaid en Γεια σας (Yássas) geroepen. Hallo!
Dat bruggetje leidt naar de hogerop gelegen heuvels, maar je kunt ook via een zijpaadje een rondje lopen. De tweede dag dat we hier staan, lopen we het rondje en zo komen we langs een huis waar twee mensen gezellig op hun veranda zitten. En hier begint ons volgende min-avontuur:
Kostas, zijn vrouw en een apart soort koffie.
Wij zwaaien en groeten (Yássas!), zij terug zwaaien en gelijk roepen καφέ?! Dat klonk als een uitnodiging om koffie te komen drinken. Wij er naar toe en met behulp van Google Translate ontspon zich een gesprek met vrolijke hindernissen. Hij heet Kostas, haar naam was wat ingewikkelder en die hebben we helaas vergeten. Er waren drie soorten koffie: Grieks, filter en Nes. Dat laatste klonk als Nescafé en dat kennen we van onze trekkingen. Twee Nes dus, één zwart en één met melk, beide zonder suiker.
Even later stonden de twee grootste koffiebekers die we ooit voor onze neus hebben gehad op tafel, samen met de gebruikelijke glazen water en een rietje!
De ijskoude koffie smaakte vreselijk, maar dapper doordrinkend en korte zinnen vertalend kwamen we verder, zó gezellig en hartverwarmend en een lol dat we met z'n allen hadden. Toen we vertrokken, kregen we nog zelfgemaakte wijn mee, die overigens ongelofelijk zuur was en na inschenken een goed uur nodig had om te kunnen drinken. Kwestie van uitstel van behoeftebevrediging.
Maar zooooo liefffff.
|
Aan de koffie bij Kostas en zijn vrouw |
En wat een plekje hadden wij toch. De heuvels en het het zachte gemurmel van het riviertje waren het decor van de nachtegaal, die iedere ochtend (vanaf zes uur) tot laat in de avond zijn prachtige gezang liet horen.De Vikos kloof
Op naar het noorden, waar de diepste kloof ter wereld op ons wacht - nou ja, ten opzichte van de breedte ervan. Grand Canyon is ruim dieper, maar ook ruim breder. Dus.
Veruit de meeste bezoekers beginnen hun wandeling in het toeristische plaatsje Monodendrí, om eerst een paar honderd meter stijl af te dalen alvorens langs de rivier de Vikos door de gelijknamige kloof te wandelen. Marleen heeft een geweldig boek over Griekenland (zeker 20 jaar oud, maar bijzonder bruikbaar: klik!), waarin staat dat je makkelijker vlakbij het naburige Kipi kunt starten, meer nauwkeurig: vanaf onderstaande prachtige stenen brug.
|
De oude stenen Kokkorou-brug over de Vikos |
|
En off we go! |
|
Eenzame hoogte |
|
De Vikos-kloof vanaf het Beloi-uitkijkpunt (aan de oostzijde) |
|
De Vikos-kloof vanaf het Oxya-uitkijkpunt (aan de westzijde) |
De kloof begint breed, maar al na een paar kilometer wordt de boel nauwer en hoger. We wisselen een paar keer van oever en soms is het klunen over de stenige bedding. Stukje video: klik!
En ook vanaf het Beloi-uitkijkpunt hebben we een filmpje: klik! en dan mag het Oxya-uitkijkpunt natuurlijk niet ontbreken: klik!
Flinke delen van de wandeling lopen we door prachtig bos - de kloof zelf is dan niet te zien, maar het bos herbergt zijn eigen schoonheden: daar zijn ze weer, nog meer wilde orchideeën!
|
Wit bosvogeltje (Cephalanthera longfolia) |
|
Purperorchis (Orchis purpurea) |
|
Drietandige orchis (Neotinea tridentata) |
Drakolimni - het meer van Tymfi
Tijdens de prachtige wandeling in en uit de Vikos kloof kwamen we in gesprek met een Griekse gids die een groep Deense meiden begeleidde. Aardige enthousiaste kerel, die ons vertelde dat we zéker naar het verder- en hogerop gelegen Drakenmeer moesten gaan. Marleen had dit meer ook al in haar boek genoemd zien staan, dus een dubbele aanbeveling! Gaan we doen!
Stukje cultuurgeschiedenis: Drakolimni is de naam van twee hooggelegen meren, die vroeger door draken bewoond werden en die elkaar met dennebomen en rotsen bekogelden. Echt waar.
Via een geweldige weg-omhoog (21 haarspeldbochten) komen we aan bij Papigo. Nachtje langs de kant van de weg pitten, de volgende dag klein stukje omhoog en onder de bomen bij Mikro Papigo parkeren en we zijn er vandoor. Na een welverdiende bak koffie (na drie kwartier klauteren) opent het landschap zich in volle glorie.
|
Koffie met een snicker!!!!! |
En wie komen we onderweg tegen? Onze Griekse gids (zie boven), die vol respect is over onze plannen om op één dag op en neer naar het Drakenmeer te lopen ("strong team") en die nóg een goede tip heeft: wandelen naar de top van de Smolikas, de één na hoogste berg van Griekenland, waar een stukje onder de top het tweede Drakolimni ligt. Uiteraard staat ook dit in het boek van Marleen. Hoe dan ook, leuke gozer, heel vriendelijk, zoals trouwens veruit de meeste Grieken!
We lopen welgemoed verder omhoog, drinken veel en nemen een koffie met chocolade in de berghut. Het laatste stuk naar Drakolimni is 200m naar beneden en weer omhoog. Via velden vol orchideeën bereiken we het meertje, waarvan de oevers nog met sneeuw bedekt zijn.
Tot de volgende keer!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten