zondag 7 augustus 2022

Appenijnen: Abruzzo en Majella

Avonturen in Italië

Zo gezegd, zo gedaan: de knie van Marleen moet rust hebben. Nou vinden we het advies van de orthopeed om 5 dagen niks te doen wel wat té, dus zoeken we een plekje op waar we zowel goed kunnen niksen, maar waar Marleen ook op haar gemak de nodige oefeningen kan doen. De provincie Abruzzo telt vier nationale parken die allemaal in de Appenijnen liggen. Daar gaan we naar toe!


Opi: knie, verkeringsfeest, ijsje, lopen!

In Parco Nazionale d'Abruzzo, Lazio e Molise landen we op camping Le Foci, gelegen aan de voet van het bergdorpje Opi. Eerst maar eens voor een paar dagen, zeggen we tegen de aardige barman/receptionist.


Zo stil op de camping, het lijkt bijna wel wild kamperen.


Loopjes …

Oké dus. Rust en oefeningen: een paar dagen geconcentreerd aan de slag, ook gebruik makend van de tips van zwager Ferry (fysiotherapeut) en zus Marijke. Drie keer per dag een coldpack op de knie, met een behoorlijk stijf pootje voorzichtig rondlopen en vooral oppassen met het trapje bij het WC-gebouw. Na een paar dagen concludeert Marleen dat het tijd is om de benen wat te strekken. En nóg wat meer. En verder. En zo lopen we 7 dagen na aankomst over asfalt en een grindweg: 4,5 km ver en een kleine 200m omhoog. Gaat behoorlijk goed.


Tijd voor wat serieus werk.


Twee dagen later: 9km ver, 321m omhoog. En die 9k waren mooie meters: door een oud beukenbos dat je in Nederland niet meer tegenkomt, zulke prachtige, majestueuze bomen! Vroeger zagen we zulke kanjers nog wel in het Quintusbos in Glimmen, waar we met de kinderen gingen wandelen en spelen. Geen idee of die bomen het onzalige idee om het "landgoed met zichtlanen weer in ere te herstellen" het hebben overleefd…





Dan 11 km/325m. Check? Check! Check ook door twee langsfietsende carabinieri. Die wilden graag onze paspoorten zien en maakten er ook nog een foto van. Niet voor hun verzameling, maar voor een routinecontrole.

Zeiden ze. Ja ja, maar niet geheel toevallig fietsen ze (op hun e-bike, echte kerels, die Italiaanse politie), even later naar de nabije Refugio, waarschijnlijk voor een ristretto. We vermoeden dat onze "routine-controle" hun aanwezigheid enige legitimiteit moest geven … We vonden het allebei wel heel vreemd om in zo'n omgeving gecontroleerd te worden.


Morgenrood

En dan? Écht serieus. Een wandeling over een serie bergkammen. In het weekend kun je met een stoeltjeslift 600 m omhoog of omlaag sneaken, maar het is geen weekend dus doen we alles te voet.




Berghuislook - (Sempervivum montanum)




19,5 km prachtnatuur, tussen de uitzichten door (kijken zover als je wilt), spotten we de brede wespenorchis, gaan we 950m omhoog en weer naar beneden en stappen onderweg over wolvendrollen heen. Bellissima.

IJs op de knie!


In Abruzzo wonen wolven!

Brede wespenorchis

Doen we dan niks anders dan elkaar over de velden jagen? Jawel!


Verkeringsfeestje

Oplettende lezertjes weten dat we tijdens de Peaks of the Balkans, onze trouwdag vergeten waren. 't Is wat hè?! Gelukkig weten we nog op welke dag we verkering kregen en dat was dit jaar 20 jaar geleden! Dat hebben we op het terras van restaurant Luci in Pescasseroli gevierd. Heerlijke lunch met als cadeau van de bediening allebei een likeurtje als toetje. Marleen fragolina di bosco selvatiche, (bosaardbei) en Hans liquirizia di Glycyrrhiza glabra (zoethout). Nog steeds spijt dat we van beiden niet een fles hebben gekocht! Een goede reden om nog eens terug te gaan.



Niet om lullig te doen, maar hoe lekker dat likeurtje ook was, ons echte toetje halen we aan de overkant, bij de gelateria Carolina & Gina: een dikke ijsco, Italiaanse topkwaliteit, met als bonus een klont slagroom en een wafel met gesmolten chocola erop. Je zou er voor omrijden en terugkomen; dat deden we een paar dagen later dus ook 🥰🥰 


En zo zijn in een rustige flow opeens ruim twee weken op camping Le Foci verstreken. Tijdens die dagen heeft de goedlachse, vriendelijke, terreinknecht de complete bloemenzee die voor ons lag, met een bosmaaier kaal gemaaid. Weg vlinders, weg bijen, weg groen, hallo uitgedroogde gele heuveltjes. Volgens de vrouw bij de receptie was dat gemaai nodig om te voorkomen dat gasten zouden schrikken van slangen en zo.

Je weet het nooit, maar volgens ons is het tutte sciocchezza


Phegeavlinder (ook wel Melkdrupje genoemd), sorry!

Voor we naar een nieuw gebied verkassen, doen we nog een wandeling boven Lago di Barrea. Afwisselend, vanwege de uitgestrekte bossen tussen het kale karstgebergte. Twee leuke Italianen vertellen ons tijdens onze koffiepauze dat Abruzzo NP hun favoriete wandelgebied is, zéker tijdens de herfst, omdat de heuvels dan in vuur en vlam staan door de prachtige kleuren van de bladeren.

Wanneer we, op het hoogste punt van de route aangekomen, via een zijpaadje een topje willen beklimmen, worden we teruggefloten door een jonge Ranger. Ze legt uit dat het niet toegestaan is om buiten de officiële routes te lopen. Zijpaadjes horen daar niet bij,  natuurbescherming uiteraard: zeldzame flora en gemzen, wilde zwijnen, wolven en beren hebben die bescherming nodig.


Bikkel 

Boeoeoeoe!

Voordat we boodschappen gingen doen in Villetta Barrea, bijna een botsing met een groot hert dat op de weg stond!


Villetta Barrea

En dan de laatste wandeling in het park voordat we verkassen. Ook dit is weer een prachtige wandeling. Het valt ons steeds weer op, hoe weinig mensen we tegenkomen. Filmpje: klik!


Blauwzwarte houtbij





Parco Nazionale della Majella

In 2020, het eerste Corona-jaar, zijn we al eens in de oostkant van dit gebied geweest. Nu komen we vanuit het zuidwesten en dan ziet de wereld er tóch weer anders uit!

We vinden een slaapplek aan het einde van een vervallen weggetje en blijven hier maar liefst vier nachten. De ruime open plek waar we staan, biedt voldoende schaduw, er komt 's nachts niemand en overdag nauwelijks iemand langs, het weer is aangenaam en we staan op loopafstand van een bijzondere plek.



Bosco di Sant' Antonio

Op nog geen half uur lopen van ons slaapplekje ligt de noordelijke toegang tot dit monumentaal beukenbos. Al eeuwen wordt het als heilig beschouwd en mag er niet worden gekapt. En dat is te zien én te voelen. Wanneer we op een doordeweekse dag langs de enorme bomen lopen, dwingt het complexe ecosysteem om ons heen op een natuurlijke wijze stilte en respect af. De paar volwassenen die we zien, lopen net als ons, rustig over de paden of liggen op het gras van de twee open plekken te lezen.

Uiteraard is het in het weekend drukker en wordt het bos een levend speelterrein voor alle leeftijden!



Op geen enkele reis zijn we zoveel orchideeën tegen gekomen als op deze reis en ook nu vinden we er weer één die we nog niet eerder hebben gezien.

Paarse wespenorchis - (Epipactis Purpurata)

Gole di Orfento

Net buiten Caramanico ligt een kloof, ingeslepen door het riviertje Orfento. We hebben nog nooit een kloof gezien waar begin, midden en eind zó van elkaar verschilden. We lopen eerst door een olijfbomen-plantage heen. Niet bizar interessant, eigenlijk. Ook het dorpje Decontra waar de wandeling het hoogste punt bereikt blijft niet erg in de herinnering hangen. Een paar kilometer verder verandert de omgeving en het vergezicht dramatisch. Dichte bossen, zover je kunt kijken. Niet gek om je te realiseren dat het verre deel van deze kloof, hier nog een redelijk smal dal, nooit permanent bewoond is geweest. Via een klein bruggetje steken we het snelstromende riviertje over en lopen via de andere oever terug. Mooie wandeling, die ronduit fantastisch wordt voorbij het info-centrum, vlak bij het officiële startpunt. Volkomen onverwacht sluit de kloof zich tot een nauwe doorgang met steile wanden en prachtige lichtval. Mooi cadeautje!

Gole di Orfento 


Gole di Orfento, volkomen anders dan verderop 



Toppie!

Via Sulmona, een stadje waar we de verjaardag van Hans vieren, rijden we door naar het noordoosten, tot onder de westelijke flank van Monte Amaro. Daar vlakbij ligt Monte Focalone, met bijna 2700m een serieuze test voor de knie en de hoogte-problemen van Marleen. We rekenen er een beetje op dat dan door de oefeningen en de nieuwe ademtechniek, beide dwarsliggers opgeruimd zullen zijn.


Happy birthday, ouwe!


Kruisdistel - (Eryngium bourgatii)

Even oefenen 
Vanaf ons onderkomen in Lama Bianca rijden we de slechte onverharde weg dik 300m omhoog - iets wat we ons Toyotaatje nooit hadden aangedaan.

Hier begint een kort uitstapje richting Canalino Intermedio, een puinhelling aan de westflank van Monte Amaro. We gaan niet heel ver, en kleine 250m, maar het uitzicht is betoverend.
Zien? Klik!


De avond tevoren alvast wat dichterbij overnachten, dan 's ochtends vroeg op, met de auto naar de P bij Rifugio Bruno Pomilio op 1880m. En daar gaat ze, Monte Focalone here we come!



Met controle op de ademhaling lopen we in een rap tempo omhoog. Onderweg ontmoeten we twee leuke Italiaanse meiden die selfies aan het maken zijn. Marleen zet ze samen op de foto, daarna zijn wij aan de beurt. 



Verder omhoog. Het is niet uit te leggen wat er met Marleen is gebeurd, maar eindelijk komen haar kracht en uithoudingsvermogen tot z'n recht. We lopen in gelijk tempo omhoog, ondertussen genietend van het uitzicht.


Even de waterzak bijvullen.

Voor we het in de gaten hebben, zijn we goed 600m hoger en nog steeds gaat het lekker. Geen gedoe met de longen, geen last van de hoogte. Heerlijk, die twee vingers in de neus: klik!







Monte Focalone op 2676 m is ook achter de kiezen (doe maar eens klik!) en lachend wil Marleen door! Dit heeft ze nog nooit meegemaakt! We stoppen op de westpiek van Monte Acquaviva, 2732m. Klik!


De terugweg doen we uitgelaten, Marleen is zó blij! In de verte zien we, eigenlijk de hele dag al, Gran Sasso liggen, met de hoofdpiek Corne Grande op 2912m. Die krijgen we ook nog wel te pakken!


En dan … is het tijd om verder te gaan, ons plekje onder de bomen van Bosco Lama Bianca, waar we vier nachten hebben geslapen achterlatend. Maar …


Wat als we geen nieuw slaapplekje kunnen vinden?

Het lijkt zo eenvoudig, je rijdt naar the middle of nowhere of naar een op Park4Night geadviseerd plekje, schuift de daktent omhoog en knorren maar. Soms gaat het anders en leidt een ritje tot onverwachte ontmoetingen:


De P in Roccacaramanico

Midden tussen de auto's, druk, hoop mensen, niet geschikt. 

Wanneer we via de goed werkende gratis WiFi verbinding wat boodschappen uitwisselen, komt een flink bepakte padvindster aanlopen. Marleen vraagt aan het meisje, een jaar of 16, 17, waar ze naar toe gaat. En dan volgt een kort maar  geweldig en memorabel gesprekje. De Italiaanse is ontwapenend enthousiast, weet waar ze over twee dagen moet zijn, maar niet waar ze de komende nacht moet slapen, vindt het tegelijk spannend én fantastisch, is heerlijk nerveus en opgetogen, kan niet wachten om haar avontuur aan te gaan en loopt met onze allerbeste wensen verder. Wat een heerlijk kind en wat een positieve energie krijg je hier van.


Close Encounters ...

We dachten: Lettomanopello, dá's een goeie om later door te rijden naar de start van Monte Amaro. Park4Night gaf hoog op van het plekje, dus wij erheen. Flink stuk rijden, dat wel, de ontvangst in het gebied was uitstekend: een hele vlucht bijeneters vlak boven ons hoofd!

En het plekje? Prachtig, aan een zeldzaam slecht grindpad, onder flinke bomen. Prima.

Totdat de schemering zich voorzichtig inzette. Toen kwamen ze. De muggen, de steekbeestjes met die zwarte en witte puntjes op hun vleugeltjes, maar ook die andere, die eigenlijk al steken voordat ze geland zijn. 

Kortom: we werden behoorlijk geperforeerd, overleefden de avond onder de haastig opgezette klamboe en pakten de volgende morgen in recordtijd de spullen in om terug te gaan naar waar we vandaan kwamen.


Bijeneter

Picknickplaats bij Fonte Romana

De picknickplaats waar we zouden eten en misschien slapen blijkt grotendeels ontmanteld. Alleen de waterbron is opnieuw opgemetseld, verder is er niets te vinden.

We zijn bezig onze watervoorraad aan te vullen, wanneer Hans door een oudere man wordt aangesproken, die zijn in de bron gekoelde drankjes komt ophalen. 87 jaar oud is hij, maar oogt veel jonger van geest en lijf. Hij is een Italiaan die hier uit de buurt komt, maar nu is hij op vakantie, want 70 jaar geleden is hij naar Australië geëmigreerd. Of we even een glaasje willen halen, dan kunnen we van zijn zelf gestookte drankjes proeven. De ene is een likeur van gember, de ander van kers. Deze laatste vinden we het lekkerst. 

Een mooie kerel, midden in het leven!

Onderweg naar Celano. Soms staan we ook op een prima plekje en komt een wandelaar langs om een praatje te maken. En dan gebeurt het dat de wandelaar terug naar de auto loopt en ons even later eieren, bramen en pruimen brengt! Hoe aardig is dat!

En hier eindigt ons verhaal voor deze keer. Op naar het volgende park: Parco Naturale Regionale Sirente Velino.