Slotakkoord
De reis zit er bijna op. Vaak zeiden we tegen elkaar: nou, als we over de helft zijn, dán gaat het snel. Of: die laatste twee weken, díe gaan snel joh!
Welnu, beste lezer, waar het blog dadelijk mee begint, daar waren we op 21 september. En Sequoia National Forest? 24 september. En de rest van deze reis? De laatste week van september en de eerste twee dagen van oktober.
We zijn thuis en schrijven dit blog in ons studiootje, met zicht op de merel die de overgebleven druiven van de struik plukt en de 14 huismussen die binnen anderhalve dag de feeder leegeten en de koolmezen en pimpelmezen nauwelijks ruimte geven. Zij zijn ook blij dat we weer thuis zijn! Het is fijn om iedereen weer te zien en daarnaast is het ook weer wennen! De eerste week thuis hebben we meer regen gehad dan het afgelopen half jaar tijdens onze reis. Voor nu: in gedachten terug naar de VS.
Alabama Hills
Vlak buiten het dorpje Lone Pine staan we op de enige camping die het gebied rijk is. Eerder die dag hebben we een koffietje gescoord in het op papier veelbelovende Totem Café. Viel in praktijk een beetje tegen, vooral omdat we niet op het terras mochten zitten: dat was voor gasten die (ook) kwamen eten.
Verder is er over Lone Pine zelf niet veel te vertellen, behalve dan dat de boodschappen er de aller, aller, aller, allerduurste waren van het afgelopen half jaar. Hoewel we heel wat dollars betaald hebben voor onze inkopen, was het hier absoluut de over treffendste trap. Twee voorbeelden. Brood? $ 10,50, elders $ 3,50 - $ 4,50. Avocado? $ 2,- (normaal $ 0,79).
Maar goed, we kwamen niet voor dit shopping extravaganza, maar om een steelse blik te kunnen werpen op Mt Whitney, met 4421m de hoogste berg van de VS (buiten Alaska en Hawaii) en voor de wondere wereld van de Alabama Hills.
Alabama Hills |
Opnieuw komen we terecht in een wereld waar Moeder Natuur zich duidelijk in een speeltuin waande. De erosie van het graniet lijkt hier en daar op wat we in Sardinië hebben gezien, maar zoals zo vaak is het hier in de VS meer en groter. Natuurlijke bruggen, afgeronde vormen, torens en torentjes, het kan niet op. Videootje natuurlijk: klik!
Bij een inhammetje lezen we op een info-bordje dat in deze omgeving in de vorige eeuw een heuse speelfilm is opgenomen:
Gunga Din
We hebben de jaren '30 blockbuster Gunga Din nog niet gezien, maar dat gaan we zeker doen: het schijnt een nog-niet-eens-zo-slechte film te zijn met o.a. Gary Grant in een van de hoofdrollen. De koloniale nostalgie zal er ongetwijfeld vanaf druipen, maar misschien is de film wel net zo fout-leuk als de serie "Oh moeder, wat is het heet" (Shut up!!).
Mount Whitney
Onze wandel-app liet aan het eind van de Whitney Portal Road verschillende wandelmogelijkheden zien. Leek leuk, opnieuw de hoogte in, starten vanaf 2600m. Wij er naar toe, slingerdeslinger, opnieuw door de Alabama Hills. Ja zeg, hartstikke koud en retesteil. We hadden de wandeling van de dag ervoor nog vet in de benen en er eigenlijk gewoon ff geen zin in. Boeien! Wij weer naar beneden, waar het warm was en de koffie snel gezet. 😇
Dus hierover geen stoere verhalen maar wel mooie plaatjes. En weer mazzel: vanwege een wegafsluiting kwamen we vanaf een andere kant de Alabama Hills binnen en dat wás toch mooi: klik!
Mount Whitney, rechts van het midden |
Rabbitbrush (Chrysothamnus) |
Alabama Hills bij Turtle Creek Road. Hier kwamen we alleen omdat de Whitney Portal deels afgesloten was. Mazzel! |
Sequoia National Monument
Ten zuiden van Lone Pine overnachten we tussen de lavabrokken van Fossil Falls campground en duiken dan naar het westen, de Sierra Nevada in.
En dat duiken doen we niet zomaar! Vijf jaar geleden zijn we in Sequoia / Kings Canyon geweest en hebben daar met open mond van de in alle opzichten reusachtige Giant Sequioas genoten. Wat een bomen (klik!).
Deze keer willen we naar het iets ten zuiden daarvan gelegen Sequoia National Monument, met ook hele grote bomen en waarschijnlijk net even minder mensen 😊. De weg daar naar toe gaat via de Nine Mile Canyon Road, klinkt leuk, dan naar de Trail of the 100 Giants (de bomen dus) en vervolgens naar Dome Rock en Needles Point Lookout.
Dit is allemaal te bereiken vanaf één van de twee campings die in de buurt liggen. Ware het niet dat de ene camping een plak zand was in de bocht van de weg, willen we niet, en de andere een snikhete bedoening, zonder drinkwater, voor $ 34,- per dag, willen we ook niet.
Het had best wel tóch nog leuk en aardig kunnen zijn, ware het niet dat Hurricane Hilary in augustus van dit jaar verwoestend bezig was geweest. Her en der waren wegen afgesloten - voor ons betekende dit dat Needles Point onbereikbaar was en dat we voor Dome Rock een flink stuk heen en terug moesten karren. Willen we ook niet. Kortom: het bleef bij de Trail of the 100 Giants. Ook niet mis.
|
Het pad langs de 100 Giants was verhard en daardoor goed begaanbaar en bij een hoop mensen in trek. Op meerdere info-bordjes werden wetenswaardigheden beschreven, vaak nice to know: een Sequoia wortelt ondiep en kan wel 1800 liter water per dag drinken. Deze is ook aardig: wanneer in een bos een boom omvalt en dood gaat, wordt het hout door allerlei organismen afgebroken. Dat duurt een tijdje. Bij Sequoia's duurt dat langer, omdat ze een hoog gehalte aan tannines in zich dragen die als conserveermiddel optreden. In het bos van de 100 Giants is een boom onder de grond gevonden die daar al zo'n tienduizend jaar lag en nog steeds vrijwel onaangeroerd was.
En in het kader van de kleine en grote ergernissen: dit bord stond er bijna voor niks:
Vette scores!
Vette score #1: muskietentent |
En dan Porterville. Nuttige tussenstop voor overnachting en boodschappen. Vijf jaar geleden, stonden we hier ook al een keertje aan het meer. Niet een hele bijzondere camping hoor, gewoon lekker douchen en wat vogeltjes kijken. De ochtend van vertrek, we hadden bijna alles al ingepakt, kwam de buurvrouw vragen of we al ontbeten hadden, want zij hadden nog lekkers te geef. We hadden dus net al gegeten, ze pakte de vers bereide wraps in folie in en gaf ze aan ons mee. Ze was met pensioen en ze leefde vooral in haar SUV. We hebben haar onze propaanbrander gegeven, omdat we deze in Europa niet kunnen gebruiken en we nog maar een paar dagen hadden te gaan in de VS. Ze was er heel blij mee. Voor onszelf hadden we nog een reserve brander met tankje. De wrap met vulling was zowel calorierijk als erg lekker. Typisch een Amerikaans ontbijt.
Vette score #2! |
En dan tóch nog: Pinnacles NP
Vanwege een volle camping en gewijzigde plannen, hebben we helemaal aan het begin van deze reis het Pinnacles NP overgeslagen, met het idee om dit park later aan te doen, mochten we in de buurt komen. En ja hoor: we komen niet alleen in de buurt, we slapen zelfs op de gratis camping waar we tijdens het paasweekend verrast werden op een grote, drukke Mexicaans-Amerikaanse familie. Deze keer slapen we er twee nachten, waarvan de tweede nacht helemaal alleen! Heerlijk zeg!
Eikelspecht |
Witborstboomklever |
De Pinnacles zijn zo'n 23 miljoen jaar geleden gevormd door een reeks vulkaanuitbarstingen, 314 km naar het zuidoosten. De langzame beweging van de Pacifische plaat langs de San Andreas Fault brak het gesteente af en schoof de hele boel naar het noordwesten. Ondertussen werd het gevormde graniet door chemische erosie onder de grond aangepakt en ontstonden de pinnacles. "Normale" erosie heeft de bovenlaag verwijderd waardoor het gesteente nu te zien is.
In Pinnacles National Park |
Condor
Eigenlijk dames en heren, was er vooraf maar één reden om naar de Pinnacles te gaan: we wilden heel, héél graag de Californische Condor zien, spanwijdte ongeveer 3 meter!!! In het wild uitgestorven in 1987 nadat alle wilde exemplaren (27 stuks slechts!) werden gevangen. Met deze dieren is een fokprogramma gestart en zijn ze succesvol op meerdere plaatsen uitgezet. De soort blijft echter ernstig bedreigd.
Een nét wat groter familielid van de Californische condor hebben we in Zuid-Amerika mogen bewonderen: de Andes-condor in Torres del Paine: klik! (bijna helemaal onderaan de pagina).
We waren nog maar net met de auto in de Pinnacles onderweg toen we heel hoog twee enorme vogels zagen zweven. Eigenlijk té hoog om goed te kunnen identificeren, maar ze waren zó groot dat het alleen maar condors konden zijn. Wishful thinking?
Dan te voet verder. Rugzak op, verrekijker en camera binnen handbereik. High Peak Trail, 8 km door de woestenij van de Pinnacles. Een kleine 4 km verder hoorden we swoosh en keken omhoog. Moooooooi! Prachtige condors, nummers 92 en 26, goed te zien aan de vleugel-tags.
Californische condor (Gymnogyps californianus) |
De rest van de dag hebben we precies nul condors gezien - blijkbaar waren we op het juiste moment op de juist plek.
Op de terugweg naar de camping kwam het regelmatig voor dat we als een dronkenlap over de weg reden: enorme spinnen kruisten onze wegen. Het is de Mexicaanse blonde vogelspin. Morgen toch maar extra goed onze schoenen uitkloppen, voordat je zo'n klont van 6 cm tussen je tenen voelt zitten.
Mexicaanse blonde vogelspin |
Point Lobos en Pfeiffer Big Sur
We kunnen nog een stukje verder naar het westen: ten zuiden van Monterey (wie kent het nog van de Zorro-serie van vroeger?), ligt Point Lobos, een natuurgebied aan de woeste kust van de Grote Oceaan én een bekend vogelparadijs.
Nog geen minuut nadat we de auto hebben neergezet is het al raak: een mooie groep Heermann's meeuwen, die hadden we nog niet gezien! Verder zien we werkelijk honderden Bruine pelikanen, altijd een prachtig gezicht om die statig in de lucht voorbij te zien glijden.
We lopen een lange ronde in het gebied en wanneer we bij de auto terugkomen ligt er een prachtige zeeotter op redelijke foto-afstand in het water te chillen. Zeeotters hadden we in Olympic NP al eens gezien (klik!), maar dan van heel ver af.
Heermann's meeuw |
Bruine pelikaan |
Zeeotter in chill-modus |
De rots is wit van de vogelpoep. |
De overige uitkijkpunten ten zuiden van Point Lobos bieden niet veel vermaak, dus rijden we door naar de voorlaatste camping van deze onvergetelijke reis, om, zo blijkt, er nóg iets onvergetelijks aan toe te voegen. Het houdt inderdaad nooit op.
We hebben een plekje gereserveerd op de camping van het Pfeiffer Big Sur State Park, waar verschillende groves met Redwoods staan. We hebben weer eens mazzel: we staan op een van de lussen op de camping die vól staan met Redwoods. Het is er prachtig: de bomen torenen boven ons uit. Heel bijzonder is ook dat het vol met klonen staat: bomen die, vaak in een grote cirkel, om een dode stronk staan: de moederboom waarvan de jongen op haar wortels zijn uitgeschoten. Het was wat te donker om een goede foto te maken, gelukkig wilde een video wel! Klik!
Terug naar het begin
We verlaten Big Sur op vrijdagochtend - maandag vliegen we terug en het weekend ervoor willen we alle spullen uitzoeken. Weggooien wat niet meer goed is, naar een inbrengwinkel brengen wat goed is en wat niet mee naar huis kan. We zijn van plan om de nacht van vrijdag op zaterdag opnieuw naar de camping te gaan waar we we de allereerste nacht in de VS hebben gestaan (klik!). Bizar genoeg blijkt de boel vol te zijn. Desgevraagd weet de aardige knul van de receptie een gebied waar volgens hem wel vaker gekampeerd wordt en daar gaan we naar toe.
Het is een schot in de roos. We kunnen bij de ingang van het Hunting Hollow State Park een plekje vinden. Netjes beschut, helaas dixie-WC's in plaatst van vault toilets, maar we mogen niet klagen. Op het parkeerterrein is een grote overkapping met twee picknicktafels, waarop we de volgende dag ondanks de miezelregen toch onze hele zooi kunnen uitstallen en sorteren. Het is wel met horten en stoten, want het is een geliefde plek voor wandelaars en fietsers uit de buurt. Om de haverklap worden we aan de praat gehouden door allerlei mensen die vriendelijk een praatje met ons beginnen. Tja en als we dan vertellen dat we al een half jaar in de VS en Canada zijn, dan beginnen de vragen pas echt los te komen. Wel heel gezellig!
Die zondag zij we de hele middag in Huddart Park, een mooie bosrijke omgeving op een half uurtje rijden van ons laatste hotel. Het is, naar goede gewoonte deze reis, prachtig weer en we kunnen heerlijk in de zon lunchen. Daarna is het tijd om het aluminium windschermpje dat Marleen voor onze branders heeft gemaakt aan de afvalbak toe te vertrouwen. Drie stuks, die het voor een totaalbedrag van € 1,56 een half jaar hebben uitgehouden. Daar kan de gemiddelde wegwerp-Amerikaan een puntje aan zuigen! Ter meerdere eer en glorie een korte video-impressie van deze geweldige constructie: klik!
En dan ... zit het er ineens op! We nemen in ons allerlaatste hotel een borrel en net als vaker de afgelopen dagen, zijn we ons er bewust van dat we hoogstwaarschijnlijk nooit meer naar VS of Canada gaan. In gedachten, maar ook hardop tegen elkaar, benoemen we hoe allemachtig prachtig deze reis was. Zo kijken we terug op een reis waarin we weer dingen hebben gezien die we niet voor mogelijk hadden gehouden en nemen afscheid van de enorme uitgestrektheid, het onvoorstelbare natuurschoon, de bomen, het wild, de enorme uitgestrekte campings en de lieve en aardige mensen die we hebben ontmoet.
Tot slot nog een mooie mededeling:
Het is 11 juli 2023. We hebben met Robin afgesproken dat we vandaag weer even zullen video-bellen. Altijd leuk om op deze manier de kinderen, andere familie of vrienden te zien en te spreken. Dit wordt echter een gesprek dat absoluut uniek in zijn soort is.
De telefoon gaat. Nietsvermoedend nemen we op en zien niet alleen Robin, maar ook haar vriend Douwe zitten. Gezellig! Marleen ruikt een samenzwering ....
Dan opeens komt het hoge woord eruit, in de vorm van een soort foto-shoot: drie fotootjes van een echo-onderzoek. Robin is zwanger! We worden opa en oma! Hoe mooi is dat!!!
Inmiddels zijn we maanden verder en gaat alles goed. We hebben de aanstaande moeder en vader al in de armen gehad en ook Jop, die oom Jop wordt, hebben we goed platgedrukt.
En daarmee komt nu écht een einde aan het blog van deze reis. We hebben al ideeën voor een volgend avontuur, maar de uitvoering daarvan gaat logischerwijs nog even op zich wachten. We melden ons weer!