zondag 7 november 2021

Extremadura - I

Extremadura - vogelparadijs

Vogeltjes kijken, dat was het belangrijkste waarvoor we naar dit bijzondere gebied gingen. De grote trap stond daarbij op de eerste plaats. Natuurlijk stonden er nog een paar op het lijstje en we zouden erg veel mazzel moeten hebben om die in dit jaargetijde te kunnen zien. De periode tussen het eind van de zomer en de (late) herfst is niet de beste periode. Wat wel scheelt is dat we waarschijnlijk niet tussen horden vogelaars met reuzentoeters klem zouden komen te zitten…


Extremadura biedt uiteraard meer dan alleen vogeltjes kijken: naast eindeloze boomgaarden met steeneiken en/of olijfbomen, kurkdroge (pseudo)steppen en onafzienbare rijstvelden zijn er prachtige sierras met steile hellingen, bizarre granieten formaties en betoverend mooie meren. We hebben de Cicerone wandelgids "The Sierras of Extremadura" bij ons, komt dus goed!


Extremadura - waar te beginnen?

Behalve de Cicerone-gids hebben we een boekje met "ornithologische routes" meegenomen. Ooit gekregen op de Fiets- en Wandelbeurs, geeft het boekje tal van tips over waar welke vogels wanneer te zien zouden moeten zijn. De routes zijn te voet of met de auto. Al rijdend is het normaal gesproken lastig vogels spotten, maar daar hebben we Marleen voor ingepakt!

Tenslotte is er nog de fraaie internetsite https://extremadura.info.nl waar nog veel meer op staat...


Kortom: keuzestress !!!!


Extremadura - doe es makkelijk!

Gelukkig viel het met de stress dik mee! Gewoon daar naar toe te gaan, waar zowel vogeltjes te vinden waren als een handig & fijn overnachtingsplekje. En die dagwandelingen koppelden we er los van: elke vogel is dan meegenomen! We gaan het zien en gaan op weg.


Zomaar een mannetje. 

We zitten op een warme zondagmiddag ergens tussen Sierra de Gredos en Extremadura onder de tarp tegen de auto aan. Komt een oud mannetje langs, leuk blauw hoedje op, in zijn handen een takje van een eikenboom. We groeten hem met ¡Buenos días! en worden lachend gecorrigeerd met ¡Buenas tardes! Weten wij veel! We vragen of er veel moscas, vliegen zijn, vanwege het takje. Dat blijkt op dit moment niet zo te zijn. Blijkbaar gewoon een lekker takje. Hij vraagt of we Italiaans zijn. Nee hoor, Holandés! Goedemiddag, zegt-ie, écht waar, en loopt weer verder, onder een afsluitend ¡Adiós!

Nederlands? Het blijkt dat in de Franco-periode de Extremadura sterk verarmde, waardoor veel mannen naar Duitsland of Nederland gingen om daar het brood voor hen en de familie te verdienen!


Guijo de Santa Bárbara

De eerste serieuze activiteit in de Extremadura was een wandeling uit het boekje. En meteen een aanrader. Het begin is nog niet heel bijzonder, behalve dan de prachtige picknickplaats 15 minuten na de start.

Verplicht aan de koffie

Eigenlijk hebben we de koffie nog niet verdiend, maar als je dat zegt en doorloopt ben je niet lekker in de bovenkamer! Een goed half uur later gaan we met fris gemoed verder, koffie en snickers in de pokkel! Hij's fijn!

Rustig aan komen we hoger, groeten een man die een hek aan het repareren is (¡Buenas días! gaat deze keer goed). De heuvelrug wordt steeds kaler, droger en de vergezichten verder. De rotsformaties lijken de zwaartekracht te tarten, zo van: laat me dan vallen! Doe het dan als je durft! 

Kan morgen gebeuren, maar ook over duizend jaar of nóg verder in de toekomst. Geologie heeft geduld.

Helemaal bovenaan is een verlaten Ermita, waar we in de schaduw lunchen.



Herfststijloos, held!


Al snel krijgen we gezelschap van twee paarden. Eerst leuk, totdat ze met hun hoofden zo ongeveer in ons eten zitten. Marleen kan gelukkig toveren met paarden en zorgt vriendelijk dat ze opzouten. Als troost krijgen de arme stakkers de klokkenhuisjes van onze appels.



Navelmos (Umbilicaria)

Gladde slang (Coronella austriaca)

Naar beneden is het soms steil langs de granietkolossen, totdat we in rustiger vaarwater komen en de laatste kilometers langs een riviertje terug naar het dorp kunnen wandelen. Geslaagd stukje Extremadura!


Richting Plasencia zoeken we een plekje om te slapen. Lukt lange tijd niet, totdat we iets naar het noordoosten tussen de landerijen een rustig hoekje vinden. Blijkt een voltreffer: de volgende ochtend zien we onze eerste blauwe eksters. Komen in Nederland niet voor, maar in de Extremadura des te vaker!

Met op de achtergrond de mythe dat eksters van glimmende voorwerpen als lepeltjes en ringen houden, gaan we naar onze volgende bestemming: de ring, El Anillo, maar eerst even boodschappen doen!


Een schermbeveiliging voor de telefoon...

Tja, Marleen's telefoon had een nieuwe schermbeveiliging nodig, zo'n stukje hard plastic dat voorkomt dat het scherm vies (handen van Hans) of bekrast (idem) wordt. We hadden eerder in Spanje al eentje gekocht (bij een Chinese alles-handel, zoals we die eerder op de Azoren en in Portugal tegen waren gekomen). Dat dingetje was eigenlijk iets te klein en het vinger-contact werkte zo langzamerhand vrij waardeloos.

Wij naar de telefoon-shop in het winkelcentrum in Plasencia. We zien in het winkeltje in eerste instantie geen personeel, maar wanneer we bij de balie komen duikt er ineens een Chinese knul omhoog. Hij zat diep voorover gebogen op zijn telefoon een spelletje te spelen. Marleen vertelt wat ze nodig heeft en laat haar telefoon zien. De jongeman identificeert in één keer het merk en type: dat voorspelt veel goeds!

Terwijl hij tussendoor rustig verder blijft gamen en ook nog tegelijkertijd een telefoontje pleegt, gaat hij met duidelijke ervaring met Marleen's telefoon aan de slag. Soepel wordt het beschermdingetje geplaatst, gepoetst en afgerekend. Voor nog geen tientje zijn we een schermbeveiliging en een prachtige ervaring rijker!


El Anillo

In de sportwereld bekend als "El Centro Internacional de Innovación Deportiva en el Medio Natural", is El Anillo een bijzondere plek. Het is een ringvormig gebouw op een schiereiland aan het stuwmeer Embalse de Gabriel y Galán. 


Embalse de Gabriel y Galán

Embalse de Gabriel y Galán

We kunnen op de grote parkeerplaats overnachten, maar lopen de eerste dag eerst door het openstaande hek van het beboste complex. We krijgen er niet goed hoogte van, vooral omdat het zo leeg is. Slechts enkele ruimtes in de enorme ring zijn ingericht, verder is er buiten veel in onderhoud.


Narcisklokje (Acis)

De volgende dag wordt er een om niet gauw te vergeten. We zijn bezig met een wandelingetje op de poot van het schiereiland, wanneer we opeens een grote groep vale gieren de bosjes in zien duiken.


Vale gieren

En terwijl het er uitziet alsof er eentje boven de mêlee blijft hangen om aan te duiden waar het feestje is, komen er steeds meer gieren, alleen of in groepjes, met een noodgang aanzetten. Blijkbaar is er ergens iets groots te eten, want terwijl wij dichterbij proberen te komen, tellen we zeker 80 gieren die aankomen, of even later boven ons hoofd aan het rondcirkelen gaan. Kijk es: klik!


Een deel van de oever van de embalse wordt gesierd door grote en kleine rotsblokken van heel grof graniet. Prachtig spul, onmogelijk om over uit te glijden. Fascinerend ook om je te realiseren dat dit lang geleden diep onder de grond gestold is uit een gloeiend hete magmapijp!





Kurk!

Vlak bij het paadje waar de vale gieren ons zo massaal op een bezoek trakteerde, is een actieve kurkeik-plantage. Hebben we al wel vaker gezien, maar toch blijft het bijzonder dat zo'n boom om de 10 jaar z'n buitenste velletje wordt afgenomen en dat hij (zij?) doorleeft en nieuwe kurk aanmaakt. In hoeverre de boom dit allemaal leuk vindt, is volgens ons nooit onderzocht. Volstrekt ouderwets is de benaming van de kurk zelf: de eerste kurkoogst levert harde kurk op: "mannelijke kurk". De oogsten daarna geven zachtere kurk. Jawel: "vrouwelijke kurk".


Kurkeiken (Quercus suber)

De volgende dag is het toegangshek dicht, maar we sneaken als dieven in de nacht via het strandje naar binnen en kunnen zo de WC op het terrein gebruiken. Wanneer we teruglopen, worden we door de portier/bewaker/receptionist geroepen. We geven uiteraard gehoor aan de oproep gehoor en ontmoeten Carmen, enthousiaste gastvrouw van El Anillo, die niet erg opkijkt van de door ons gekozen toegangsweg en aangeeft dat we wanneer de poort open is, we ons bij de receptie moeten laten registreren. Vervolgens vertelt ze honderduit over haar bedrijf, laat ons even op een fiets-opstelling rijden en zegt tenslotte dat we écht naar Parque Nacional Monfragüe moeten, want dat is zó mooi!

Dankjewel Carmen, je bent een topper! We gaan naar Monfragüe! Meer zien van El Anillo? Kijk dan (terug) naar de WK triatlon 2021, want die is op 31 oktober daar gehouden!


Parque Nacional de Monfragüe

Wil je naar Manfragüe, ga dan eerst naar het Centro de Visitantes Norte Parque Nacional de Monfragüe, dat aan de noordzijde van het park ligt, tegen camping Monfragüe aan. Het is echt een mooi bezoekerscentrum en, het kan aan ons liggen, maar we werden vriendelijk en enthousiast door twee jonge kerels ontvangen en voorgelicht. Ben je er eenmaal geweest, dan kun je het bezoekerscentrum dat midden in het park ligt (het Centro de Visitantes del Parque Nacional de Monfragüe in het dorpje Villarreal de San Carlos) lekker overslaan. Het kan aan ons liggen, maar de twee meiden die achter de luxe balie zaten deden geen mond open en bleven stoïcijns naar hun beeldschermpjes staren. De nieuwe tijd, net wat u zegt (klik!). Wel aardig was het even verderop in de straat gelegen informatiecentrum. Mooi ingericht, wel even de moeite waard.


Maar we kwamen voor de vogeltjes! Na een heerlijke nachtrust onder een prachtige steeneik, ergens langs een zandweg ten noorden van het park, stond een aardige wandeling op het programma. Niet druk, alle tijd om goed om ons heen te kijken en te luisteren!



Jut en Jul horen een koe!

Na een klein half uurtje wandelen zijn we nog niet heel erg tevreden over wat een Parque Nacional moet zijn. In dit stuk zagen we toch vrij veel (resten van) landbouw-activiteiten, weinig echte natuur.

En dan ... horen we een koe. En weer. En weer. We weten het zéker: er loeit hier in de buurt een koe! Een klaag'lijk geluid. Het arme dier is in nood! Moeten we niet iemand gaan halen, gaan bellen?

Dan horen we nóg een koe en even later nóg eentje. Overal om ons heen zijn koeien in nood!


En dan zien we onze eerste koe-in-nood. Een prachtig burlend hert... Schaam schaam! Wat een blamage. Niet verder vertellen hoor!



Even verderop is het voortdurend raak met burlende herten. Deze keer laten we ons niet foppen! Hoezo koeien in nood!


Behalve een heleboel vale gieren, zien we ook nog voor ons nieuwe toppers zoals: theklaleeuwerik, kalanderleeuwerik en de kaffergierzwaluw.
Een nachtje later rijden we naar de verschillende miradors die aan de oostkant van het park liggen. Het is mistig, spotten wordt ons niet makkelijk gemaakt, maar dan is het raak: zwarte ooievaar! monniksgier! (reusachtige gier: spanwijdte tot bijna 3 meter! Zo breed is onze studio!), blauwe rotslijster! We kunnen niet eens even rustig koffie drinken, want op dat moment glijdt een monniksgier op z'n dooie akkertje voorbij… En waar zijn nu die prachtige foto's? Tja, Lo sentimos, het spijt onszelf nog het meeste: geen camera met zoomlens meegenomen. Die ligt thuis gezellig op ons te wachten. Huilie huilie.
Maar goed ... het rotsmassief waar we op uitkijken mag er ook zijn. Prachtig geplooid en oer- en oeroud. In de volgende paragraaf meer daarover.
Eerst maar weer naar onze oude steeneik, slapie doen, om de volgende ochtend naar het park terug te gaan voor een mooie wandeling.

Monfragüe: Salto Del Gitano


En opnieuw vogeltjes kijken! Vale gieren draaien hun cirkels, Marleen spot een grote monniksgier die op een struik een balanceeroefening doet. Er vliegt een zwarte ooievaar voorbij. Hans laat één van z'n wandelstokken door het hek glijden en moet daarom een risicovolle klautertoer uithalen om de stok terug te halen.

Zo verloopt de laatste dag in Monfragüe zonder veel ophef. Alles went 😉🥴😥

De oude brug over de Taag

Doornappel (Datura stramonium)
De doornappel, ook wel dolappel, duivelskruid of mollenkruid, is een plant uit de nachtschadefamilie. Het is een zeer giftige plant die hallucinogene alkaloïden bevat.

De diepe tijd en het sigarettenvloeitje.



Bij die prachtig geplooide rotsen die we hierboven noemden, stond iets over de geologie ervan uitgelegd. De rotsen dateren uit een tijdperk dat onvoorstelbaar lang geleden is: 443 miljoen jaar oud. We voelen ons als evolutionaire nieuwkomertjes nietig bij zo'n enorm dik pak geschiedenis. En we realiseren ons steeds vaker dat het dankzij onze soort, de mensheid, met de natuur de verkeerde kant op gaat. Soms, heel soms, lezen we dan iets relativerends, al gaat dat dan over de zeer verre toekomst. In het boek "The Sixth Extinction" van Elizabeth Kolbert, wordt een geoloog aangehaald die zich afvraagt wat er, lang na het tijdperk van de mens, nog van ons in de gesteenten zichtbaar zal zijn: "... a hundred million years from now, all that we consider to be the great works of man—the sculptures and the libraries, the monuments and the museums, the cities and the factories—will be compressed into a layer of sediment not much thicker than a cigarette paper."

Wordt vervolgd!




1 opmerking:

Hans v.d. Berg zei

Prachtig reisverslag. Leest weer lekker weg. Jullie zorgen altijd wel voor een glimlach tijdens het lezen van jullie avonturen.

Een reactie posten