Dubai
De start van de wereldreis zit erop: van Groningen naar Schiphol en vandaar met de shuttlebus naar het hotel. Lekker, maar kort avondje: vóór vier uur ‘s ochtends moesten we de regen in, korte speedwalk naar de bushalte. Koud weer die ochtend, absoluut niks aan. Fluks de nachtbus naar de vertrekhal.
Schiphol is op zo’n tijdstip een bizarre wereld. Her en der slapende reizigers, vrijwel lege hallen, weinig geluid. Bijna alles is dicht, al kun je wel al vrij snel een hamburger scoren, mocht dat nodig zijn. De grote AH gaat om vijf uur open en beweert dat het enige koffieapparaat kapot is. De andere AH is pas om 7 uur open en dat is te laat - Starbucks biedt soelaas, helaas niet voor de portemonnee. De koffie is absoluut minder dan die van vriend Appie maar twee keer zo duur. Heb je wel mooi trendy koffie gedronken. Starbucks. Goed voor op je CV. Duh
Niet janken. Naar de gate. Dan zes uur high and dry naar Dubai. Mooie blikken naar beneden. Verbazing over de uitgestrektheid van de landbouwgebieden in Roemenië. Ziet er wat saaiig uit. Dan over het prachtige maar jammerlijke Turkije, om tenslotte te genieten van de onvoorstelbare woestijngebergten van Iran. Hup! Landen op Dubai - vanuit de lucht al een bizar tafereel. Ontzettend veel smog, heilig weer, woestijn tot in de stad, veel snelwegen vol verkeer.
Soepeltjes door het visum-systeem, bagage ophalen en dan de klap opvangen die je zomaar krijgt als je naar buiten loopt. Hallo! 38 graden en ontzettend vochtig. Prettig ook als je drie kwartier op de bus moet wachten (want, lieve lezertjes, Transavia vliegt naar Terminal 3, en lekker goedkoop heeft soms zo z’n nadelen: geen metro bij T3.)
De aanwijzingen van een vriendelijke Egyptenaar opgevolgd voor de wandelroute naar het hotel (en hij kon het weten want zijn vader had 25 jr geleden bij Holland International gewerkt. “Allemachtig prachtig” wist onze vriend zich nog te herinneren).
Burj Khalifa |
De stad die niet bestaat
Hotel Versailles bevalt prima. We banjeren nog wat in de omgeving maar zijn te moe voor lange stukken en eigenlijk is de buurt niks aan en is het ook veeel te warm. De volgende ochtend moeten we om 10 uur bij de klapper van Dubai zijn: de Burj Khalifa. Hoogste gebouw, in de grootste mall, met het grootste aquarium. Van de wereld! Je moet wat met je geldingsdrang en een vette plas olie!
Vanaf At the Top op 450 m kijken we van achter de ramen van het stuk heel bijzondere architectuur dat de Burj toch is, naar een stad waarvan wij het gevoel hebben dat die niet bestaat.
Dubai - uit de woestijn getrokken metropolis |
Uit het zand getrokken “Do Buy”, waar overal wordt gebouwd, overal - meestal stilstaand of stapvoets rijdend - verkeer. Onwerkelijk. Maar misschien hebben we niet de goede mindset om het te begrijpen? Beneden bij de van Disney afgekeken feestmuziek-met-beweging show (de fonteinen) koelen we wat af met koffie met gebak. Tim Horntons. Daar kan Starbucks niet aan tippen!
Die middag dwalen we nog wat in de Spice Souk en zijn we er even later helemaal klaar mee. Na nog een koffie met gebak en een werkelijk geweldige fruit-smoothy (mango - aardbei - granaatappel) halen we de bagage op bij het hotel en gaan naar het vliegveld.
Eerst nel nog even - echt op de rand van het metrostation, voor Marleen een nieuw leesbrilletje bij de plaatselijke trekpleister/ kruidvat gescoord, een winkel die leek op de "Chinees" die we van de Azoren kenden. Daarna lekker vier uur airco ademen. Dubai was bijzonder, leuk om het gezien te hebben. Once in a lifetime.
Eerst nel nog even - echt op de rand van het metrostation, voor Marleen een nieuw leesbrilletje bij de plaatselijke trekpleister/ kruidvat gescoord, een winkel die leek op de "Chinees" die we van de Azoren kenden. Daarna lekker vier uur airco ademen. Dubai was bijzonder, leuk om het gezien te hebben. Once in a lifetime.
Kathmandu
Vervolgens even wachten op de rugzakken en dan het mannetje van de hotel-shuttle zoeken. Klein half uurtje later reden we door een chaos die het normale verkeer in Kathmandu bleek te zijn.
Karma Travellers Home in de wijk Thamel is een hotelletje zoals er hier ontelbare zijn. Kleine eenvoudige kamers met douche en wc. Alles wat stoffig en muf, maar verder voldoende voor wat we nodig hebben. Die middag lopen we wat door de straten heen, op zoek naar een werkende PIN-automaat, wat een queeste voor alle toeristen hier blijkt te zijn.
Thamel - stel je een wijk voor met niet- of halfverharde straten, nét breed genoeg voor twee kleine auto’s formaat Fiat panda, met aan weerszijden en er dwars doorheen een stroom toeristen uit alle windstreken, Nepalesen op fietsen, brommers en motoren, met riksja’s, sjacheraars, bedelaars en wederverkopers, fruithandelaars, eeuwige hippies, keurige dames met paraplu’s tegen de zon, mannen in te grote auto’s met stoere four-wheel drive, toeristenbusjes die nieuwe ladingen brengen en oude wegbrengen, winkeliers die hun nep-artikelen en antiquiteiten van de rommelmarkt proberen te slijten, duistere types die je toefluisteren smoke? of hashies?, geüniformeerde mannen die iets bewaken, verkeerspolitie die machteloos de wanorde reguleert, met door en boven alles heen een kluwen stroomdraden waarbij de Gordiaanse knoop een netjes gestrikt veter lijkt. We hebben er een videootje van (klik!).
En toch: het werkt blijkbaar, iedereen is echt ontzettend aardig en behulpzaam. Stress en duwen is zinloos, go with the flow is het stramien. Visum alvast verlengen is daar een voorbeeld van. Balies zijn dicht vanwege een feestdag, maar er is één apparaat actief waarmee je de gewenste verlenging in ieder geval aan kunt kondigen. Morgen terugkomen. En dat deden we. Er staan dan vier rijen. Één voor HET apparaat, daar hoeven we gelukkig niet meer bij. Onze eerste rij is die voor één balie waar de aangekondigde aanvraag wordt omgezet in een papier waarmee je naar de volgende rij moet. We sluiten aan en zien mannetjes proberen voor te dringen of dingen tussendoor te regelen. Nadat we na een uur ons nieuwe papier hebben, sluiten we in een nieuwe rij aan, waarna we even later ons paspoort af moeten geven, de leges betalen en worden verwezen naar de laatste rij. Een volstrekt onverstoorbare vrouw werkt rustig maar gestaag alle aanvragen af. Nadat we na zo’n twee uur klaar zijn, is er al die tijd, behalve richting voordringers, geen ongetogen woord gevallen. Maak je in Nederland niet mee!
Naar de trail
Eindelijk wandelen! Eerst nog even anderhalf uur met het openbaar vervoer naar Sundarijal - het dorp waar de trailhead van de Helambu trail ligt. Sundarijal is een vrijwel aan Khatmandu vastgebonden gehucht - de weg ernaartoe is grotendeels een hobbelpad waarbij passagiers op voor ons onherkenbare bushaltes in- en uitstappen. De jongen die als hulpje meerijdt, klapt op het raam van de open deur, als teken voor de buschauffeur dat hij moet stoppen of doorrijden. Verder schreeuwt hij naar buiten waar de bus naar toe gaat om medepassagiers te ronselen. We vinden een piepklein onderkomen dat de naam 'hotel' een nieuwe betekenis geeft. Bonus: we kunnen in het hotel eten! Dal Bath, een Nepalese lekkernij, beetje pittig voor Marleen, Hans smult er van (waarschijnlijk de genen van zijn moeder meegekregen!). Onder het onderkomen stroomt een rivier en de eerste mooie vogels worden gespot: de Rivierroodstaart en de Waterroodstaart. Hieronder twee foto's van deze beestjes - van Wikipedia geplukt.
We horen nog een heleboel andere vogels, maar die blijven verstopt tussen het vele gebladerte.
De volgende morgen ontbijten we een paar deuren verderop, bij Cecile's Place. Videootje: komt volgende keer, vanwege internet vertraging!
Waterroodstaart (c) Wikipedia |
Rivierroodstaart (c) Wikipedia |
We horen nog een heleboel andere vogels, maar die blijven verstopt tussen het vele gebladerte.
De volgende morgen ontbijten we een paar deuren verderop, bij Cecile's Place. Videootje: komt volgende keer, vanwege internet vertraging!
Morgen op pad!
1 opmerking:
Hallo Hans en Marleen, de eerste wandelstappen zijn gemaakt! Veel plezier en we zijn benieuwd naar jullie ervaringen.
Manci en Jos
Een reactie posten