Newberry National Volcanic Monument
We hebben Depoe Bay en de Grijze walvissen achter ons gelaten en rijden terug naar het oosten. Best een beetje verborgen tussen de andere, meer opvallende vulkanen die iedereen wel herkent, ligt binnen Newberry de grootste vulkaan van de hele Cascade-range. Het gebied van de lage, maar enorm brede schildvulkaan is 3200 km² groot - toch bijna 10% van het landoppervlak van Nederland, nét kleiner dan Overijssel.
Een Doodgraver |
Nachtorchis (Plathantera huromensis) |
We verblijven een aantal nachten op een camping met de juiste omschrijving: midden in het bos, wc's, wandelpaden en een rivier met watervalletje.
Tot zover het papierwerk. Het blijkt een enorme stofzooi te zijn, omdat de gravelweg volledig kapot gereden is, waardoor alleen heel fijn gruis overgebleven is.
Gruis kunnen we best hebben, het toppunt is onze overbuurman. Die blijkt - en we zien het gebeuren - de gewoonte te hebben om niet in de wc te plassen, maar gewoon buiten tegen het WC-gebouwtje te wateren. Marleen in de nabeschouwing: klik!
We zijn wel wat gewend, halen de schouders wat op, bedenken dat we overdag toch weg zijn en zuchten wat …
Lava Lands
Rondom het bezoekerscentrum van Newberry valt veel te zien. Met een shuttlebus naar de top van Lava Butte, een 150m hoge bult sintels, altijd leuk, maar dan moet je die bus wel van tevoren gereserveerd hebben. Wisten wij veel!?
Lava Butte |
Die butte wordt 'm dus niet, wel maken we een prachtige, korte wandeling door een woest landschap van basalt-lava. Hebben we vaker gezien, blijft mooi en indrukwekkend.
Big Obsidian Flow
Zwart als de nacht. Snoeihard. Vers gebroken is het scherper dan een lancetmes en met een gladder snijvlak: Obsidiaan, vulkanisch glas. Vrij zeldzaam, maar hier in overvloed aanwezig na een uitbarsting van slechts 1300 jaar geleden.
Obsidiaan |
Snuffelen in de Big Obsidian Flow |
Voor de Native Americans in de wijde omgeving was de flow een belangrijke vindplaats van het materiaal, waar o.a. snijgereedschap en pijlpunten van gemaakt werden.
Die tijd is lang verleden tijd en nu worden de obsidiaan-blokken in traptreden en muurtjes verwerkt, zodat ook wij de wondere wereld kunnen aanschouwen.
Noordamerikaanse fluithaas (Pika) |
Mantelgrondeekhoorn |
Terug op aarde komen we nog een heel aardig beestje tegen: een pika, ofwel de Noord-Amerikaanse grondeekhoorn. Schitterend klein knaagdier. Later lezen we dat de soort met uitsterven bedreigd wordt.
Het diertje leeft in berglandschap en heeft belang bij een seizoensgebonden koude omgeving. Door de opwarming van de aarde, wordt zijn leefgebied langzaam maar zeker hogerop geschoven.
Tot de berg op is.
Wat dan?
Een dagje Bend
Tussendoor bezoeken we het tot nu toe absoluut leukste stadje van heel de VS: Bend. Een stadje met een centrum, een prachtig park waar een riviertje doorheen stroomt, fijne sfeer ('vibe' heet dat tegenwoordig), goede koffietentjes met lekker lekkers en aardig en gezellig personeel achter de bar. Nancy P's cafe and backery, om er maar eens eentje te noemen.
Dan is het tijd om de camping-met-muurplasser vaarwel te zeggen. We laten er geen traan om, eerlijk is eerlijk. Bovendien staan er twee highlights van de eerste orde op ons te wachten: het fameuze Crater Lake met water zó blauw dat zelfs Heino een poepie lager gaat zingen (klik!), en de Perseïden, de jaarlijkse meteorenshow die we nu wel eens écht willen gaan zien!
Crater Lake
Men neme: een stevige vulkaan van dik 3500m hoog, laat die flink uitbarsten totdat de bovenkant instort, zorg voor wat napruttelen waardoor het ontstane gat waterdicht wordt en je hebt de basis voor een aardige plas water. 7000 jaar later is dat gat gevuld met kristalhelder water uit regen en sneeuw: een meer van een kleine 10 km breed en bijna 600m diep.
Door absorptie van de andere kleuren is het meer prachtig blauw.
Crater Lake |
Welkom bij Crater Lake. Om in te lijsten zo mooi. Heino heeft het over de blauwe gentiaan (klik!), maar wij weten nu wat écht blauw is!
Phantom ship |
Als basis voor onze dagen bij Crater Lake kiezen we de reusachtige, maar verrassend rustige camping bij Diamond Lake, net ten noorden van Crater Lake. De Day use area, direct aan het water, is ook een heerlijke plek om te chillen.
Grote zaagbek |
Luiwammes bij Diamond Lake. |
Soms stort een visarend zich voor onze neus in het water, dan weer komt een groepje grote zaagbekken gedag zeggen en een andere keer scharrelt een heel nest eendenkuikentjes zich lekker bij elkaar: klik!
De route naar en in Crater Lake NP is soms buitenaards. Pumice desert bijvoorbeeld is een enorme vlakte vol korrels puimsteen. Droog, weinig begroeid, prachtig. Waar vind je dat in Europa?
Op Mount Scott |
We raken niet uitgekeken op Crater Lake zelf, zó mooi is het. Vanaf de toppen van de twee wandelingen die we maken (Mount Scott en Garfield Peak) is het meer van wat grotere afstand te zien en eigenlijk is het dan nog indrukwekkender: klik!
Platanthera stricta |
Westerse monnikskap |
Castle Crest Wildflower Trail |
Jut en Jul gaan vallende sterren kijken
Vol verwachting klopte ook dit jaar ons beider hartje bij het naderende spektakelstuk van de Perseïden: tientallen vallende sterren per uur, zo medio augustus.
Het lukt alleen niet altijd om het vuurwerk goed te zien. Een jaar of wat geleden kwamen we 's avonds vanuit het zuiden richting Groningen en was het bij thuiskomst druilerig. Niks aan.
Ook in onze pensionado-tijd gaat het niet altijd goed, bv:
2021: hele nacht en volgende ochtend dikke mist.
2022: hele dag en nacht bewolkt met regelmatig regen.
Dit jaar gaat het lukken!
We hebben niets aan het toeval overgelaten: een uiterst donkere locatie, vlakbij de camping aan Diamond Lake, met vrij uitzicht op de noordoostelijke hemel. Geen kunstmatige verlichting in de wijde omgeving.
We zijn ruim op tijd ter plaatse en werken in de auto een beetje aan het blog en lezen een boekje. Omdat het behoorlijk warm is, zijn de ramen open, met muggengaas ervoor. We zitten tenslotte aan het water.
Blijkbaar zat er ergens een gaatje, of een kiertje, want we voelden opeens een mugje of iets dergelijks. Snel de binnenverlichting even aan.
Toen brak de pleuris uit. Geen tientallen, geen honderden, maar werkelijk duizenden piepkleine insectjes vlogen rond in de auto, geen pletten aan, met de hand naar buiten vegen hielp ook niets. Snel het muggengaas weghalen en de ramen dicht: toen zaten er nóg meer beestjes binnen!
Nieuw idee. Snoeihard rijden met de ramen op een kiertje, of wijd open, dan werden ze wel naar buiten gezogen! Werkte geweldig, tot Marleen opeens zag dat we op een grijze muur van vliegjes afreden! In blinde paniek deden we de ramen dicht en besloten een stuk terug te rijden tot de boel weer op een kiertje kon.
Op naar de camping dan maar. Wapperen met een handdoek werkten we wat beestjes naar buiten.
Het enige dat verder hielp om het restant verstekeling kwijt te raken was, om het spul naar een hoofdlampje te lokken en dan dit lampje langzaam naar buiten te bewegen.
Ingenieus, dat zeker. Biertje drinken dan maar.
Later nog wat vallende sterren gezien, maar het hield niet over. Volgend jaar maar weer proberen.
Eriophyllum lanatum |
Pumice castle |
s'mores
Eind van de middag raken we aan de praat met een aardige familie uit Oregon en worden we uitgenodigd voor een glaasje wijn.
Het is gezellig, kampvuurtje erbij en wanneer het voor ons tijd is om te gaan, moeten we eerst nog aan de proeverij van de absolute Amerikaanse kampvuurlekkernij, waar we trouwens nooit van gehoord hadden: s'mores.
Het recept: rooster marshmallows, leg het hete ding op een koekje, bedek het met goedkope (dus makkelijk smeltende) chocolade en sluit de boel af met een tweede koekje. Opeten wanneer het gebakje nog warm is, zorgt in ieder geval bij Hans voor chocolade aan zijn vingers en bij de rest plakzooi aan de tanden, maar lekker!!!
Na twee dagen tanden poetsen zijn we klaar om verder te reizen naar de volgende bestemming. Opnieuw trekken we naar de Pacifische kust, waar een nationaal park is om op voorhand de vingers al bij af te likken: Redwood Forest. We gaan naar de hoogste bomen ter wereld kijken. Dat wórdt een spektakel!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten